Vanochtend weer om 6.00 op om de olifanten op te gaan in het bos. Nu hadden we gelukkig nog tijd voor een kopje thee of chocolade melk voor we gingen lopen. Eerst kregen we weer twee suikerriet stokken en daarna gingen we op weg. We beginnen de weg al aardig te kennen en hoewel het weer een half uur lopen was leek het sneller. Leonie haar olifant stond heel ver weg en ze moest het laatste stuk wachten terwijl haar mahout Prathida hing halen. Jantien mocht wel mee lopen naar Wanalee, maar die stond iets dichterbij. Bij de plek aangekomen waar Wanalee moest staan was er geen olifant. Jantien moest toen ook wachten terwijl de mahout haar ging zoeken. Even later kwam er een vrolijke olifant achter de mahout aangewandeld. Weer moest ze gaan liggen en werd er met de zijkant van het mes haar rug schoon geklopt en daarna met takken afgeveegd. Leonie zat toen allang op haar olifant en Wanalee was duidelijk de laatste. Ze ging dat even goed maken door er flink de pas in te zetten, dit betekent dat het flink hobbelen is. Olifanten kunnen best hard lopen. Vlak voor de rivier had ze de groep weer ingehaald. Leonie liep uiteraard weer vooraan in de rij, iedereen inhalend. Bij de rivier was het weer tijd voor het ochtendbad. Leonie haar mahout ging mee het water in, dus geen nieuwe foto’s. Prathida hield het sowieso erg rustig, ze ging een paar keer kopje onder zonder te draaien.
Om 8.00 hadden we weer veel eieren voor het ontbijt. Om 9.00 begonnen we aan onze laatste mahout training. Het is heel grappig dat je in het begin een beetje bang was voor die olifanten en ze nu opzij probeert te duwen als ze in de weg staan. De angst is helemaal weg. Bij Jantien gaat alles goed behalve op een staande olifant klimmen m.b.v. zijn opgetrokken poot, hangend aan z’n oor. Leonie heeft hier ook wat moeite mee. Het is duidelijk geen weekend meer, er zijn veel minder mensen. Om 9.45 gingen we voor het laatst in bad met de olifanten. Ook nu weer ging de mahout van Leonie mee, maar dit keer had Prathida er zin in. Ze draaide zich van de ene zij naar de andere en soms zag je alleen wat poten boven water. Leonie was direct drijfnat en de mahout moest erg veel moeite doen om staande te blijven. Nu vond Jantien dat als je zo’n olifant hebt je er niet droog kan blijven dus heeft ze hem even goed nat gemaakt. Daarna probeerde we m.b.v. de slurf van de olifant elkaar nog nat te spuiten maar beide olifanten kunnen niet zo goed richten.
Nu was het tijd voor de show. De olifanten liepen netjes achter elkaar naar het showterrein. Toen de vlag gehesen moest worden reageerde er niemand. Toen de omroeper er nog eens op attendeerde dat de vlag gehesen moest worden riep Leonie d’r mahout zachtjes BAI en Prathida ging de vlag hijsen. De show onderdelen gingen bij Leonie goed, maar ze hoefde er niet via een poot en oor op te klimmen, bij Jantien ging alles goed behalve dat. Ze klom er weer zeer elegant op. Jantien moest ook in het midden gaan staan terwijl Wanalee met een hoed naar haar toekwam. Eerst maakt Wanalee een buiging en dan zet ze de hoed op Jantien d’r hoofd gevolgd door nog een buiging. Jantien maakt als dank ook een buiging voor Wanalee.
Na de show heeft een 5 jaar oude olifant twee bloemetjes schilderij voor ons gemaakt. Dit vinden we allebei een apart souvenir. Onze olifanten kunnen ook wel schilderen maar geen bloemetjes, zij maken artistieke schilderijen bestaande uit een hoop strepen. Ook hebben we een certificaat gekregen, waarin staat dat we de training hebben gevolgd.
Nu hebben we snel onze tassen ingepakt en ons omgekleed om de bus proberen te halen. Helaas zien we geen busje van het terrein dus lopen we maar. Bij het ziekenhuis gaat net een busje weg die tot 5 km van Chiang Mai gaat en we mogen mee. We worden in een voor stadje van Chiang Mai na een uur afgezet en de chauffeur regelt direct een taxi. Nu gaan we naar het busstation om kaartjes naar Chiang Rai te kopen. Helaas gaat de bus pas over anderhalf uur. De bus rit duurt drie uur en om 18.00 stappen we uit. Helaas heeft het geplande hostel geen kamers en lopen we een straat verder en die heeft kamers genoeg. Morgen gaan we naar de grens met Laos.