maandag 10 augustus – naar huis

We staan pas om 8 uur op en beginnen langzaam met inpakken. Tegen negen uur gaan we ontbijten. De meesten van de groep zijn blijkbaar al geweest of net klaar. Iedereen heeft nog een of twee dingen die ze willen zien of kopen voor we naar het vliegveld gaan.
Wij willen nog even langs de boekwinkel Vaco, om te kijken naar een wiskundeboek. Jantien heeft van veel van haar reizen wiskundeboeken meegenomen. Vooral als ze een ander alfabet dan wij hebben is het erg grappig. De tekst is dan in hun eigen alfabet, maar zodra het wiskunde wordt verandert het in ons alfabet met de x en y’s.
Suriname is waarschijnlijk het enige land waar een taxi bellen goedkoper is dan op de straat aan houden. De receptie wil geen taxi bellen, want ze staan voor de deur. Als we naar buiten lopen staat er inderdaad een taxi en die wil ons wel voor 15 SRD naar de Domineestraat brengen. Vorig keer kostten het echter 7 SRD, dus dit doen we niet. Ook als Jantien dat zegt, zegt de taxichauffeur “maar ik zeg 15 SRD”. Dan zijn we uitgepraat.
We hopen een taxi onderweg aan te houden, maar het is relatief rustig op straat en we zien weinig taxi’s. We zijn er op de eerste dag langsgelopen, dus we weten dat het aan te lopen is en dat besluiten we ook te doen. Onderweg vraagt een voorbijganger of alles goed gaat met Janneke. Prima. Na een kort praatje wil hij verder lopen, maar Jantien vraagt nog net even of we wel goed lopen en dat doen we gelukkig.
In de boekhandel vindt Jantien een wiskundeboek geschreven voor en door Surinamers, maar ook Nederlandse boeken. Blijkbaar, zoiets hadden we al begrepen van Chafhid, gebruiken ze nog steeds oude Nederlandse boeken zoals Moderne wiskunde uit 1973. Niemand schijnt dit een probleem te vinden “want wiskunde verandert toch niet”, maar de Surinaamse leerlingen verdienen wat mij betreft beter.
Er zijn een hoop echt Nederlandse boeken te krijgen en die zijn ook geprijsd in euro’s. Dit maakt het onduidelijk wat je moet betalen, want je moet de euro’s nog keer 3,7 doen om er SRD van de maken. We hebben niet zoveel geld meer, omdat het de laatste dag is. Als Jantien wil betalen is Janneke al een taxi aan het regelen, maar we zijn te enthousiast geweest. Jantien zegt dat Janneke even moet wachten en ze zegt dat de taxi er nog niet is, dus roept Jantien door de halve zaak dat we geen geld hebben om de boeken te betalen. Oeps.
Volgens de caissière is er een Cambio aan de overkant, dus Jantien gaat eerst geld halen. Ze ziet wel een bord Cambio, maar het is een juwelier. Ze loopt toch naar binnen en achter de juwelier zit inderdaad de Cambio. Ze wisselt nog wat SRD en gaat terug naar de boekwinkel. Hier betaalt ze en Janneke zegt dat ze nu de taxi gaat bestellen, terwijl Jantien in de winkel ernaast twee “I love SU” T-shirts voor Bartjan en Caspijn moet kopen. Ze rent de winkel in op zoek naar de shirts uit de etalage. Ze moet blijkbaar boven zijn. Het is een beetje onlogisch neergelegd, dus als ze twee shirts heeft in hopelijk de juiste maat, rent ze naar de kassa. Hier staat helaas een rij, maar als ze aan de beurt is betaalt ze gepast en haast de winkel uit. Janneke staat met een taxi te praten, dus Jantien trekt even een sprintje. De taxi was net aangekomen en Janneke vroeg net of hij wou wachten, maar dat bleek niet nodig. De taxi kostte, net als de eerste dag, 7 SRD, dus de taxi bij het hotel vraagt echt te veel.
We gaan verder met inpakken en gaan om 12 uur lunchen bij, hoe kan het ook anders, ’t Vat. We weten al wat we willen en bestellen zonder de kaart te bekijken, hopelijk versnelt dit de service. Als we de laatste happen van onze hamburger nemen bestellen we ons ijsje. Dat kan toch nooit lang duren. Ze weten ook dat we straks naar het vliegveld moeten, maar toch duurt het een kwartier voor ze het ijsje komen brengen. Dit wordt erg krap.
Iets voor één uur lopen we het hotel is. De uitchecktijd is één uur en dat is ook de tijd dat we bij de bus moeten zijn. Onze kaart doet het al niet meer en we kunnen de kamer dus niet in. Er is gelukkig een kamermeisje op de gang bezig en die is zo vriendelijk de deur open te doen. We kleden ons om en stoppen alles in de tas. Als we op het punt staan om naar beneden te gaan wordt er gebeld door de receptie. Waar we blijven, iedereen zit al in de bus. Ja, we zijn te laat, maar het is nu 6 over één. Sinds wanneer zijn ze hier zo op de minuut. Als we beneden zijn, zegt Chafhid ook dat we te laat zijn, maar als ik uitleg dat ze een kwartier over een ijsje maken doen vindt hij het ook overmacht.
Het internationale vliegveld heet in Paramaribo te liggen, maar het ligt in Zanderij, zo’n uur tot anderhalf uur rijden. Jantien laat tijdens de busreis al haar vogelfoto’s zien en Chafhid zegt hoe ze heten. Ze heeft er zoveel dat bij aankomst we nog niet helemaal klaar zijn.
Tijdens het inchecken wordt er om vrijwilligers gevraagd en Janneke biedt zich al aan voordat we weten wat ze aanbieden. De deal is 150 euro contant of 300 euro vouchers die een jaar geldig zijn en overdraagbaar. Verder krijg je een overnachting en wordt je morgen over land naar Cayenne in Frans Guyana gebracht en vlieg je met Air France naar Parijs (ORY). Dan moet je in een shuttle in vijfkwartier naar Parijs (CDG) en dan naar Amsterdam. Janneke ziet het avontuur helemaal zitten en Jantien vindt het best, altijd leuk zoiets. Als we inchecken zeggen we tegen de grondstewardess dat we op de wachtlijst moeten, maar we hebben stoelen dus ze zegt dat alles goed komt. Dan komt de man die ons gevraagd heeft vertellen dat we op de wachtlijst moeten. We horen bij de gate of we mee kunnen of niet. We hebben wel stoelen en die houden we, pas als we niet meekunnen krijgen anderen ze. De rest van de groep wil vooral heel graag naar huis en zijn een beetje verbaasd dat wij ons hebben aangemeld.
Iedereen gaat naar binnen maar Chafhid en Jantien gaan eerst nog even alle vogels een naam geven. Dat kost toch nog ruim een kwartier. Daarna is het voor ons ook tijd om het vliegveld in te gaan. Nadat we door de beveiliging heen zijn gaat Janneke bij de gate zitten, nou je kan ook niet anders. Het is namelijk een grote ruimte vol met stoelen met aan de kant van de landingsbaan links en rechts een deur, gate 1 en 2. Eromheen zijn winkels en er is een balkon boven met nog wat winkels. Hier gaat Jantien ons laatste geld slijten. Als we meekunnen hebben we er namelijk toch niets meer aan. Ze vindt een klein houten bootje dat ze voor Janneke koopt omdat ze ze zo leuk vond 😉 . Jantien vindt hem eigenlijk ook wel leuk, maar we hebben geen geld genoeg. Kas heeft nog genoeg en weet eigenlijk niet wat hij er mee aan moet. We wisselen wat geld met Kas en kopen nog een bootje.
Dan worden er vijf mensen opgeroepen die worden weggeleid. We denken dat die van de vlucht af zijn. Daarna worden alleen maar mensen opgeroepen die nog geen stoel hadden. We kunnen mee, dus geen extra avontuur.
Als ze gaan boarden worden eerst de kinderen en mensen die assistentie nodig hebben naar voren gevraagd. Greet vindt dat Janneke hier aan voldoet, ze loopt immers met een stok. Eerst wil ze niet, maar na even nadenken, besluiten we het te proberen. Jantien loopt naar de balie en vraagt of Janneke mee mag. De vrouw vraagt of we dit hebben opgegeven bij het inchecken en we zeggen nee. Ze mag mee, maar ik niet. Prima. Janneke gaat met de bus naar het vliegveld, terwijl de rest de 200 meter moet lopen. Jantien staat nu echter vooraan de rij, dus als ze beginnen met boarden is ze de tweede die aan de beurt is. Terwijl ze richting het vliegtuig loopt wordt ze aangesproken door de man die ons had gevraagd om vrijwilliger te zijn. Hij bedankt ons voor het aanbod, maar vertelt dat er veel mensen niet of te laat zijn komen opdagen, dus we kunnen mee.
Janneke en Jantien komen ongeveer te gelijk bij het vliegtuig aan. We moeten via de achterste trap naar binnen, want we zitten op de achterste rij. Het vliegtuig is zo vol dat er ook mensen op jumpseats (stoelen van de stewardessen) zitten. Dit zijn echter wel mensen van de KLM die gratis of met korting vliegen.
Omdat we nu al eerste in het vliegtuig zitten valt het pas op hoe lang het duurt voordat een 747 gevuld is. Het duurt zeker drie kwartier. Er zijn ook heel veel mensen met (te grote) trollies. Er is een man met zo’n te grote trolley die hem niet in de bagagebakken krijgt en dan klaagt tegen het cabinepersoneel dat de bakken ook steeds kleiner worden. Fout, de trollies worden steeds groter, maar de fout ligt nooit bij jezelf.
Kwart over zes, bijna een half uur later dan gepland stijgen we op. De vlucht is redelijk met hier en daar wat turbulentie. We slapen allebei niet, maar we hebben geen in ieder geval geen last van mensen achter ons.
Om 7.40 landen we op de Polderbaan. We waren als eerste het vliegveld in en als laatste eruit. Het duurt dus even voordat we aan de beurt zijn. Net uit het vliegtuig staan er allemaal douanebeambten te wachten die ons paspoort willen zien. Waarom? Geen idee, want we moeten ook door de gewone paspoortcontrole.
Tegen de tijd dat we bij de bagagebanden zijn is het daar zo vol dat we er niet bij kunnen. Het is namelijk een 100% controle en alles is afgezet met schermen. We gaan iets maar even terug om naar Leonie, Bartjan en Caspijn te zwaaien. Als we hierna teruglopen kunnen we in ieder geval voorbij de schermen komen. Als Jantien naar de band loopt komt precies haar tas eraan. Ze worstelt zich met tas door alle lege karretjes en mensen om het op ons eigen karretje te leggen. Als ze weer bij de band staat, ziet Janneke haar tas komen. We zijn compleet. Nu mogen we in de rij staan voor de scanner. Alle (hand)bagage moet door de scanner, als dat goed is kunnen we doorlopen.
Ongeveer half tien staan we eindelijk buiten en worden we verwelkomd door Leonie en met een lach van Caspijn en een knuffel van Bartjan. De vakantie is over, maar het is een leuk welkomstcomité.

zondag 9 augustus – dag van de inheemsen

De wekker gaat om 5 uur, omdat om 6 uur in de Palmentuin een vuurceremonie zou zijn. We besluiten nog een half uurtje te blijven liggen, want de palmentuin is toch dichtbij. Om half zes gaat Jantien haar bed uit en Janneke blijft liggen.
Jantien loopt naar de dichtstbijzijnde ingang van de palmentuin, maar die is dicht. De ingang verderop ook. Voor haar loopt een vrouw die ook naar binnen wil. Iemand van binnen de palmentuin roept dat we om moeten lopen. We lopen om de palmentuin heen waar nog een ingang is, die wel open is. Veel mensen zijn bij hun kraampje blijven slapen.
Nu moeten we op zoek naar de vuurceremonie. De mevrouw dacht bij de eerste ingang een vuurtje te hebben gezien, dus daar lopen we heen. Ze had het goed gezien. Er staan twee vrouwen met indiaanse ceremoniële poncho’s te wachten naast grote aardewerken potten. Daarnaast smeult nog het vuurtje wat de mevrouw gezien had.
Om zes uur begint het en er staan dan zo’n 10 mensen te kijken. Een vrouw legt eerst in het Nederlands uit wat er gaat gebeuren. De vuurceremonie moet met zonsopkomst worden gehouden, aangezien dat het grootste vuur is. Ze vragen in deze ceremonie aan de voorouders om over ons te waken. Na de introductie draaien beide vrouwen zich naar de opkomende zon en begint de andere vrouw een heel verhaal, waar Jantien niets van kan volgen. Als het afgelopen is, heeft de eerste vrouw tranen in haar ogen. Tante Telma is dit jaar overleden en zij hielp altijd bij de ceremonie. We houden daarna ook een minuut stilte voor Telma. Ondertussen is het aantal toeschouwers toegenomen tot tegen de veertig.
9 aug a kruidenbadHierna geeft de vrouw die de ceremonie hield de andere vrouw een traditioneel kruidenbad. Ze neemt eerst met een halve kalebas, wat dienst doet als bakje, een schep uit de eerste aardewerken pot. Deze is gevuld met water en blaadjes. Hiermee wast ze het gezicht, nek en armen van de vrouw. Daarna schept ze uit de tweede aardewerken pot, die gevuld is met water en bloemen. Hiermee wast ze de haren van de vrouw. Als laatste wordt er met een kleine kalebas uit een derde pot wat Kasirie geschept en opgedronken. Kaserie is een licht roze, licht alcoholisch drank gemaakt van cassave.
De hele ceremonie heeft drie kwartier geduurd en nu mogen de toeschouwers ook een traditioneel kruidenbad nemen. Omdat Jantien het een beetje laat door had, staat ze achteraan de rij, maar dit is een ervaring die ze zich niet wil laten ontgaan. Na drie kwartier is ze aan de beurt. De vrouw vraagt wat ze wil en Jantien wil alles. De man van de vrouw voor haar in de rij filmt het hele ritueel. Het is erg leuk om mee te maken en het bloemetjeswater ruikt heerlijk. Druipend loopt ze terug naar het hotel. Het is pas half acht en in de ontbijtzaal zitten al wat groepsgenoten. Uiteindelijk is niemand anders van de groep komen kijken.
Om negen uur gaan we ontbijten en zoeken we Chafhid even op. De rest van de groep gaat een fietstoer doen. We hebben nog het probleem met het briefje dat we misschien naar het andere hotel moeten. Chafhid zegt dat het klopt en dat iedereen naar het oude hotel terug moet. Als anderen dat hiren breekt er een halve opstand uit. Niemand is van plan de spullen nu in de pakken, vlak voor de fietstocht. Chafhid gaat het ook bij de balie navragen en die zeggen dat we mogen blijven. Houden we zo.
9 aug b fort ZeelandiaHalf elf gaan we op weg naar fort Zeelandia. Het is maandag gesloten, maar zondag moet het open zijn. Helaas is het vanwege de dag der inheemsen gesloten. De poort is normaal open ook als het museum gesloten is, maar de poort is dicht. Er komen een aantal mannen om spullen op te halen. Het kost ze wat moeite om de poort toch open te krijgen en wij vragen of ze het erg vinden als we even binnen kijken. De man zei dat hij daar geen toestemming voor kan geven, maar hij gaat ons niet tegen houden. We lopen naar binnen om toch even de binnenplaats te bekijken. Verder lopen we niet, want we willen de mannen niet in problemen brengen.
We lopen hierna door naar de Palmentuin. Janneke is gisteren niet geweest en ziet het spektakel nu voor het eerst. Bij het eerste kraampje blijft ze al staan om een souvenir voor Leo, Peter en Piet te kopen, een sleutelhanger in drie kleuren met hun naam. Het duurt alleen even voordat ze klaar zijn en Janneke mag achter te tafel onder de luifel zitten terwijl we wachten.
We lopen verder en al we bij het podium komen zien we de man en vrouw van vanochtend die samen met Jantien bij de ceremonie waren. De omroeper zegt dat het officiële gedeelte zo gaat beginnen met een presidentieel bezoek, we moeten nog even wachten. Nadat hij een kwartier zegt dat we nog even moeten wachten, zegt de omroeper dat het officiële gedeelte tot nader order is uitgesteld. We horen iemand zeggen dat Bouterse pas om twee uur komt. We hoeven Bouterse niet perse te zien, maar als hij dan toch komt willen we wel de reactie van de Surinamers op hem meemaken.
9 aug c dag der inheemsenWe besluiten in ’t Vat, iets verderop, te gaan lunchen. Het is immers al kwart over twaalf. Het is gewoon weer goed eten, al is het tempo wel op z’n Surinaams. Ook als er weinig mensen zijn. Na de lunch gaan we terug naar de palmentuin waar we om half twee net het einde van het officiële gedeelte zien. Helaas, we hebben Bouterse gemist. We zien wel een dans en zangvoorstelling van een inheemse groep. Het eindigt met het weghalen van de hekken en de uitnodiging om met z’n allen de Sambura te dansen. Daar wordt direct gehoor aangegeven en mensen gaan in rijen staan. Wij doen ook even mee, maar wel van de zijkant.
We gaan terug naar het hotel en vragen wat het kost om naar Fort Nieuw Amsterdam te gaan. De receptionist zegt dat het 250 SRD kost, maar hij weet niet of het open is. Volgens de website wel, maar dat gold ook van Fort Zeelandia wat toch dicht is. Hij gaat het uitzoeken of een andere toer voor ons regelen, terwijl even naar onze kamer gaan.
De receptionist belt netjes op om te zeggen dat hij geen andere toer kan regelen, maar dat het wel open is. Wij vragen ons af of het nog de moeite waard is, want het al bijna drie uur. Het is echter tot zes uur open en morgenochtend wordt het anders zo’n haastklus. De receptionist zegt, dat als we tot kwart over drie willen wachten, hij een goedkopere taxi kan regelen. We denken zijn neef of iets dergelijks, maar het wordt wel 200 SRD.
Vijf voor half vier is onze chauffeur er in een mooie auto. Hij rijdt heel netjes en als we ergens willen stoppen moeten we dat zeggen. Hij laat ons ook het een en ander in de omgeving zien. We zien waar de twee rivieren samenkomen, waar de oude weg is weggevaagd door een van de rivieren en de oude Amerikaanse scheepskanonnen uit de 1e wereldoorlog die in de 2e wereldoorlog Suriname moesten verdedigen. Suriname was grootleverancier van bauxiet, daar wordt aluminium van gemaakt en dat hadden de Amerikanen nodig voor hun vliegtuigen.
Eerst zit Fort Nieuw Amsterdam er toch dicht uit, maar er een klein hek open, zodat je toch naar binnen kan. We betalen de entree en lopen naar binnen. Fort Nieuw Amsterdam is niet helemaal wat we verwachten. Het is een groot complex met veel gras en hier en daar staan gebouwen. Het voelt niet echt aan als fort, maar meer een kazerne als je tenten en/of barakken bedenkt op de grasvelden.
We lopen eerst naar het kruithuis. Hier is een tentoonstelling over de inzet van Suriname tijdens de tweede wereld oorlog. Volgens de tentoonstelling waren de meeste Surinamers erg boos toen Nederland werd binnengevallen en hebben zich een hoop mensen daarna vrijwillig aangemeld. Later werd er pas een dienstplicht ingesteld. Veel Surinamers, redelijk onbekend in Nederland, hebben meegevochten in de tweede wereld oorlog. Het was in ieder geval voor ons beide onbekend.
9 aug d fort nw Amsterdam gevangenisIets verderop is de oude gevangenis. Dit hebben ze ook ingesteld als tentoonstellingsruimte. Boven is er kunst tentoongesteld en beneden wordt er aandacht geschonken aan de slavernij. Het mooie aan deze expositie is dat ze geprobeerd hebben het zo neutraal mogelijk te doen. Ze citeren historische voor- en tegenstanders. Ze hebben ook maquettes van de oude plantages staan. De huizen lijken niet echt op elkaar, maar hebben elk hun eigen stijl.
Er is ook nog een oude sluis, die net niet te bereiken is vanaf Fort Nieuw Amsterdam. Maar als je tot aan het hek loopt kan je met je zoomlens een mooie foto maken.
Half zes hebben we het wel gezien en gaan terug naar de ingang. Hier staat onze chauffeur op ons te wachten. Het is nu wel wat drukker richting Paramaribo, maar onze chauffeur is goed in sluiproutes en het in zondag, wat het natuurlijk ook rustiger maakt.
9 aug e brug van WijdenboschAls we aankomen in het hotel gaan we direct eten. We hebben niets gehoord over een gezamenlijk etentje ter ere van onze laatste avond, maar dat vinden we ook niet zo erg. We hebben al genoeg gezamenlijke etentjes gehad. Voor de verandering gaan we maar weer naar ’t Vat. Het eten is gewoon goed en het is lekker dichtbij.
Na het eten maken we nog een rondje door de Palmentuin zodat Janneke de sfeer ook ’s avonds kan proeven. Het is echter wel ontzettend druk en het is moeilijk om ergens te komen. Het is nog zo vroeg dat alle kinderen nog niet weg zijn en al zo laat dat alle feestvierders met hun Parbo biertje er al zijn. Janneke koopt twee echte Indianentooien voor de kleinkinderen en wat te drinken. Hierna gaan we naar de kamer. Janneke is werkelijk gesloopt, maar het is tien minuten lopen, dus zelfs al zou ze een taxi willen, niemand neemt je mee voor zo’n kort stukje. In de kamer aangekomen laat Janneke zich op bed vallen en blijft voorlopig even liggen.

 

zaterdag 8 augustus – Saint Laurent du Maroni

Vanochtend hebben we de wekker om zeven uur gezet, maar het is eigenlijk niet te doen om tot zeven uur in je bed te blijven liggen. Je brandt je kamer uit. Het lijkt de camping wel.
8 aug aWe pakken direct alles in, want na het ontbijt van acht uur moeten we uiterlijk negen uur wegvaren. Vlak voor we gaan ontbijten loopt iedereen ineens naar de waterkant. Ze hebben een emmer met daarin een klein schildpadje. Die hebben ze gisteren meegenomen, want hij moest wat aansterken. Dat is zeker gelukt, want doelbewust kiest het schildpadje het ruime sop.
Bij het ontbijt betalen we alvast 6 euro per persoon voor de intree van de bagno in Saint Laurent in Frans Guyana. Frans Guyana is onderdeel van Frankrijk, dus vandaar dat je met euro’s moet betalen.
Ruim voor negen uur staan we allemaal klaar, alleen we hebben geen boot. De junior groep heeft alle bagage al in de enige boot met motor die er ligt gedaan. Iets later komt er een andere boot en die is voor de junior groep en moeten ze alles weer uitladen. Ze hadden onze boot ingepikt. Onze boot ligt alleen wel voor een groot gedeelte op de kant, dus we moeten hem eerst het water in duwen. Met vereende krachten gaat dat best.
Alle bagage wordt onder het dekzeil gelegd, behalve de spullen die je in St Laurent nodig denkt te hebben. Die spullen moet je zelf bij je houden in een plastic zak en hopen dat het droog blijft.
De achterkant van de boot ligt nog op de kant, dus wordt er geroepen dat Janneke beter nu kan instappen voor we de boot het water in duwen. Alberta heeft het achterste bankje al geclaimd en is ook al in de boot geklommen. Van haar mag Janneke niet op het achterste bankje, want daar zit zij al met Cas en het achterste bankje is maar voor twee personen. Cas roept dat een bankje naar voren ook goed is en Alberta klimt over de leuning naar het volgende bankje, maar gaat niet de boot uit.
Met wat hulp klimt Janneke de boot in. Zodra zij zit duwen we met z’n allen de boot verder het water in voordat iedereen mag instappen.
Gelukkig is het een rustige en droge vaartocht. Tio had gezegd dat de wind vaak verkeerd staat ’s ochtends maar dit keer niet. Tio is bij ons op het achterste bankje komen zitten, wat dus helemaal geen tweepersoonsbankje is, maar een smal driepersoons. Tio vertelt ook dat de Marowijne rivier wel drie kilometer breed is, maar uiteraard landinwaarts steeds smaller wordt.
Om kwart voor elf leggen we aan aan Franse zijde bij Saint Laurent du Maroni. Het verschil tussen Frankrijk en Suriname is dat er aan Franse zijde een aanlegsteiger is en aan Surinaamse kant varen ze zo ver mogelijk naar de kant en dan moet je van boord klimmen met je voeten in het water.
Aan alle kanten merk je dat je in een ander land bent. Er wordt rechts gereden, de stoepen zijn vrij van auto’s en zonder losliggende tegels. Daarnaast ben je ook echt in Frankrijk als je al die Franse nummerborden ziet.
8 aug b bagno St LaurentWe lopen naar de “Camp de la Transportation” oftewel de gevangenis. Van hieruit werden gevangen over de hele kolonie verdeeld om dwangarbeid te verrichten. De gevangenis is 100 jaar open geweest. De bekendste gevangene is Henri Charrière, beter bekend als Papillon. Er is ook een film gemaakt en om die reden zijn er een paar cellen opgeknapt. Voor de rest ziet het er troosteloos uit. De gids, Tio, vertelt bij elk plaats weer dat er veel te veel mensen zaten en dat de behandeling mensonterend was.
8 aug c Franse marktNa de gevangenis lopen we door naar de Franse markt. Het is een hele groot markt met voornamelijk groente. Je hoort ook de hele tijd Frans om je heen, we zijn duidelijk niet meer in Suriname. We drinken nog een orangina op het terras, alvorens we weer terug lopen naar de aanlegsteiger.
We varen in 10 minuten naar de overkant naar de plek waar onze bus geparkeerd staat. We klimmen weer met onze voeten in het water uit de boot en laden de bagage in.
We krijgen allemaal een klein doosje met daarin een stuk kip, wat gefrituurde stukjes aardappel en wat maissalade als lunch. Dit zal voor sommigen wel tegenvallen, maar wij vinden het prima. Tio deelt ook nog flesjes water uit, helemaal goed.
We rijden nu door naar Paramaribo. We stoppen maar een keer op de plaats waar de ocelot zat. Niet iedereen had hem gezien, maar nu lag hij helemaal in een hoekje, dus je zag nog niet veel.
8 aug d hoosbuiAls we bij de Wijdenboschbrug over de Surinamerivier zijn schijnt het zonnetje, maar als we eraf rijden is er een hoosbui losgebroken. De brug wordt zelf een soort rivier, zoveel water stroomt er af.
Als we om vier uur bij ons hotel komen, kunnen ze onze namen niet vinden. Na wat zoeken blijken we naar het Torica verhuisd te zijn. Er zijn drie hotels die samenwerken en wij mogen een stapje luxer. De bus is alleen al weg en we hebben geen zin om te lopen. Jane wordt gebeld en er worden taxi’s geregeld. Onze achtergebleven bagage schijnt al naar het andere hotel gebracht te zijn. Dat klopt ook, de tassen liggen al op de juiste kamers. De kamers zijn erg mooi en het hotel heeft ook een duurdere uitstraling dat het Eco resort, maar die tweede was weer gemoedelijker. We hebben alleen nog geen handdoeken en we willen toch best graag de modder en het rivierwater van ons afspoelen. We moeten er wel ruim een half uur op wachten, maar het is een goede douche.
Om zeven uur hebben we afgesproken met Peter en Benno en Ellen en Gerrit. Wij hebben ze uitgenodigd om te gaan eten om ze te bedanken voor de hulp met Janneke. Vooral bij het in en uitstappen van de bootjes. We lopen naar ’t Vat, maar daar begint om acht uur een feest, dus dat kan niet. Vandaag en morgen is namelijk de dag van de inheemse bevolking.
We lopen door en komen uit bij een restaurant met een internationale kaart waar alleen maar Surinamers zitten. De man van het restaurant verbouwd het halve restaurant om voor ons een zitje van zes personen te maken met uitzicht op de rivier. Het is erg gezellig en het eten is goed.
Opeens horen we een dreun en herkennen dit als het ritme van de Caraïben dat we tijdens de culturele avond hebben geleerd. We zien de vrouwen ook hetzelfde dansje doen als wij gisteren hebben gedaan.
Na het eten loopt Janneke naar het hotel en de rest loopt even nog een rondje door de palmentuin. Vanaf en morgen is het feest in het kader van de dag van de inheemsen. Overal in de palmentuin staan kraampjes. De meeste met eten, drinken of wollen omslagdoeken van pomponnetjes zoals op de culturele avond in Galibi. Het is een gezellige en niet zo’n sobere boel.
Tegen op de kamer is er een bruine envelop onder de deur doorgeschoven. Hier zitten twee briefjes in. De eerste is van Jane, die zegt dat de bustoer van morgen niet doorgaat vanwege te weinig belangstelling. Wij zouden dezelfde toer doen als de fietsers alleen dan met de bus van de junior groep mee. De tweede is waarschijnlijk ook van Jane, alleen is niet ondertekend. Hierop staat “mevrouw Hartog, morgen slaapt u weer in het Eco Resort. Het hotel zorgt voor de koffers.” Dit werd niet gewaardeerd. We hebben twee nachten in Paramaribo en dan wil je niet halverwege moeten verkassen. Jantien loopt naar beneden naar Peter, Benno, Ellen en Gerrit. Hij vinden het ook een raar briefje en gaan beide kijken of er bij hun op de kamer ook een ligt. Het antwoord is nee, vreemd. Jantien loopt vervolgens naar de balie en daar wordt verteld dat wij de enige waren die een briefje hebben gehad. Maar in de computer staan we gewoon voor twee nachten in het Torarica geboekt. Daar houden we het maar op.

vrijdag 7 augustus – Tijgerbank en Christiaankondre en Langamankondre

Om zeven uur gaat de wekker, maar we hebben de halve groep al voor ons raam voorbij horen komen. Om acht uur is het ontbijt met brood gebakken in het dorp, heerlijk. Voor het eerst smaakt het als echt brood en niet van dat houdbare, beetje zoete brood.
7 aug b TijgerbankOm half tien gaan we met dertien mensen naar de Tijgerbank. De anderen, waaronder Janneke, maken er op een ligstoel onder de palmboom een vakantiedag van. Tio had gezegd dat we eerst naar de Tijgerbank, een grote zandbank voor de kust, zouden gaan en dan naar de kust op zoek naar baby schildpadjes. Helaas is dit niet wat er gebeurde.
Het half uur varen naar de tijgerbank was nog natter dan gisteren. Vooral de mensen aan de zeekant waren doorweekt. Je had een continue waterspray over je heen, maar soms leek het wel of iemand naast de boot een emmer water over je heen gooide.
7 aug a vierogigevisDe Tijgerbank is inderdaad niets meer dan een grote zandbank ruim een kilometer uit de kust. De meesten gaan zwemmen, maar Jantien gaat foto’s maken. Eerst van een groep vogels en later, als de vogels zijn gevlogen, van vierogigevissen (vissen met vier ogen, twee aan de zijkanten en twee bovenop). Dit vierogigevissen zwemmen niet, maar stuiteren over het water. Jantien loopt langs het strand en de vissen springen dan een stuk verder. Dit verhaalt zich tot we bij de punt zijn en dan loopt Jantien het strand weer terug. Het is een prachtig gezicht om die vissen in grote getale over het water te zien stuiteren.
Tegen twaalf uur vind Tio het tijd om in de boot te stappen, maar in plaats van naar het strand te varen, varen we direct terug. Zover voor het schildpadden zoeken. De bootreis was net zo onstuimig als heen en alleen een klein stukje van mijn rechterheup is nog droog als we aankomen. Nu gaat het bij het uitstappen van Gerrit niet helemaal goed en die neemt nog een extra duik. Ach hij was toch al nat.
7 aug c GalibiWe zouden om een uur lunchen, maar dat werd een half uur later omdat de junior groep nog niet terug was. Om half twee mogen we eten, terwijl er nog niets bekend is over de junior groep. Als wij klaar zijn met eten komen ze aan. De gids vond het zo vervelend dat ze gisteren niets hebben gezien, dat hij vandaag niet op wilde geven. Ze hebben uiteindelijk een nest uitgegraven en een hoop schildpadjes uit hun ei zien kruipen.
Iedereen heeft zijn (puzzel)boek erbij gepakt en gaat voor het huis of onder een palmboom zitten. Om vijf uur is er een wandeling door de dorpjes Christiaankondre en Langamankondre. De grond hier bestaat uit zand, dus het is net een strandwandeling.
De huizen zijn eenvoudige huizen van steen of hout. Ze staan redelijk ver uit elkaar. Het ziet er niet echt mooi afgewerkt uit, maar in het gebruik zal het voldoen.
7 aug d winkelWe stoppen ook bij een winkeltje en iedereen maakt een foto door de deur. Als iedereen weg is maakt Jantien ook een foto en loopt daarna naar binnen. Ze zegt “Iedereen maakt een foto, maar niemand koopt wat”. Ja, daar was de man het mee eens. Hij heeft allemaal gebruiksartikelen en een pakket met bollen wol, maar daar hebben we niets aan. Hij heeft ook een kleine selectie zelfgemaakte sieraden. Hier koopt Jantien er wat van. Helaas heeft deze man ook een rekenmachine nodig om 25 + 10 + 10 uit te rekenen.
7 aug e schoolIn het tweede dorp, Langamankondre, staat de basisschool van deze twee dorpen. Voor de volledigheid, Galibi is het complex waar de toeristen verblijven en dat ligt tegen Christiaankondre aan. De lokalen bestaan uit aan een kant half hoge muren en de andere kant ramen zonder glas. Op deze manier komt er genoeg wind het lokaal in.
7 aug fOm zeven uur moeten we naar de gemeenschapsruimte van Christiaankondre lopen voor een culturele show. De mannen maken de muziek en de vrouwen dansen. Ze hebben hele mooie kleding aan. Een van de mannen die mee doet is de gids van de junior groep en die legt de verschillende dansen en liedjes uit. Dit maakt het een stuk interessanter. Nadat zij zijn uit gedanst is het onze beurt. De dans is heel simpel en bijna iedereen gaat op de dansvloer staan. Janneke offert zich op om de foto’s te maken. Na een uur is het voorbij. Het was een zeer geslaagde show.
Nu is het etenstijd. We lopen in het donker, want het wordt hier heel donker, naar ons eethuis. Hier kunnen we dit keer kiezen uit nasi, kip, vis en/of macaroni.
Na het eten houden wij het voor gezien. We gaan eerst even onder de douche, even afspoelen en dan in bed wat lezen. De douche heeft trouwens maar een kraan, hij kan aan of uit. De kou is net van het water af, maar de lucht is zo warm, dat maakt niet uit. Het water komt uit de bron van het dorp en is gelukkig geen rivierwater. Dat zou ook best vervelend zijn, want de rivier heeft brak water, aangezien we zo dicht bij de zee zijn.

donderdag 6 augustus – naar Galibi

Om kwart over zes gaat de wekker. We moeten weer inpakken, nu voor twee nachten. De Djoser junior groep is ook in Paramaribo en gaat vandaag ook naar Galibi. Zij zouden om acht uur vertrekken en wij om kwart over acht. Om tien voor half negen komt er een bus aan en het blijkt onze bus te zijn. De junior bus volgt vijf minuten later.
We gaan nu met een volledig verzorgde toer en dus niet met onze eigen chauffeur of onze reisbegeleider Chafhid. We hebben nu Tio, wat oom betekent maar dat is hij (nog) niet. De bus is wat anders ingedeeld dan de vorige dus nu moeten er twee mensen op klapstoelen zitten in plaats van een.
We rijden nu richting het oosten en gaan de brug over de Surinamerivier over. Deze brug ligt er sinds 2000, daarvoor moest je met een pont over. Sinds de brug er ligt is de andere oever (van Commewijne) meer ontwikkeld. Hier staan ook mooie huizen met tuin van de mensen die elke dag naar Paramaribo forensen.
6 aug a ocelotHalf tien is al de eerste stop. Er staat thee en koffie klaar en een “vleesbroodje”. Een vleesbroodje blijkt een Surinaams saucijzenbroodje te zijn. Het lijkt met gekruid kip gevuld te zijn. Bij de wc is een hok waar een ocelot (een katachtige) zit. Hij krijgt binnenkort een groter hok verteld Tio. Tio verteld ook dat zijn neef de moeder heeft doodgeschoten. De neef zag de ocelot pas toen ze al helemaal in de aanvalshouding stond en de neef heeft direct geschoten. Toen zag hij pas het jonkie en die heeft hij meegenomen.
6 aug b casa blancaDe rijden door tot Moengo. Hier zit al sinds het begin van de twintigste eeuw het Amerikaanse bedrijf  Suralco. Ze verwerken bauxiet tot aluminium. Ze blijven nog twee jaar zitten, want Bouterse heeft gezegd dat ze alleen mogen blijven als ze 50% van de winst afstaan en dat willen ze niet, dus gaan ze weg. Ronnie Bronswijk woont hier ook en hij is ook bezig dit gebied te ontwikkelen. Hij heeft opdracht gegeven tot het bouwen van een grote boerderij op een plek waar er vroeger ook een stond. Dit levert werkgelegenheid op voor de bevolking.
In het stafdorp van Suralco staat ook Casa Blanca. Dit huis, waar het tegenwoordig schijnt te spoken, heeft koningin Juliana overnacht toen ze Suriname bezocht.
6 aug c moiwanaWe stoppen ook bij het monument van het dorpje Moiwana. Dit is een monument voor de 38 mensen die door het leger in 1986 zijn vermoord. Elk blok stelt een persoon voor en de namen staan er ook op. Een klein kind heeft een heel klein blokje, een zwangere vrouw een hele dikke.
We zijn nu tien minuten van Albina vandaan. Hier stoppen we even om wat inkopen te doen en dan rijden we een klein stukje naar de opstapplaats van de boot. Eerst scheept de junior groep in. Wij moeten nog even wachten op onze boot, die tien minuten later aankomt. We laden de bagage voor op in een dekzeil. Ook de kleine tassen deze keer, want door de golven van zee heb je meer langs van opspringend water. De boten zijn ook groter, dieper en vooral breder dan de korjalen. We zitten nu met z’n drieën naast elkaar.
Als we in mogen stappen moet iedereen eerst wachten tot Janneke zit. Ze moet op de rand gaan zitten en dan draaien en haar benen over de rand gooien. Dit lukt zonder problemen. Nu mag de rest. We moeten wel door het water naar de boot, dus iedereen is blij met z’n slippers.
6 aug d AlbinaOm tien voor twee gaan we weg. Onderweg krijgen we nog een stortbui over ons heen. We duiken weg in poncho’s en regenjassen. De druppels zijn zo groot dat het aanvoelt als hagel. Na een kwartier is het weer droog en binnen tien minuten is het weer heel warm in de boot.
Tegen drie uur leggen we aan. We moeten weer uit de boot klimmen het water in. Het water komt niet eens tot je knieën dus dat is goed te doen. Janneke mag blijven zitten en wordt wat dichterbij de kant afgezet. Ze moet weer op de rand gaan zitten, maar Gerrit tilt haar gewoon de boot uit.
We gaan naar een prieel voor een welkomstdrankje en instructies. We delen een kamer met Marieke en Liesbeth. Nadat de spullen op de kamer liggen moeten we terug voor de (late) lunch. Het is een warme maaltijd met kip, vis, kousenband, witte rijst en aubergineprut.
Na de lunch hebben we vrij en wij besluiten het souvenirwinkeltje onveilig te maken. Het is pas de tweede die we zien. De eerste is in het hotel in Paramaribo. We kopen wat kettingen. Op het kaartje staat bij elke ketting wie hem gemaakt heeft. Deze vrouw kan trouwens wel goed rekenen. Wat wel grappig is dat als ze 15 en 25 moet optellen, maakt ze wel de bewegingen met haar handen of ze het optelt voor ze op 40 komt.
Om zeven uur is het etenstijd. Zoals afgesproken mogen nu de Junior groep eerst opscheppen. Je hoeft alleen niet nu bang te zijn dat er iets niet meer is, want er is alleen soep en witte rijst. Je kan de witte rijst in de soep doen, maar die is al aardig gevuld. In de soep zitten stukken aardappel, macaroni, mie en groente. Dit is een aardig gevuld soepje dus de rijst laten de meesten gewoon staan.
6 aug e GalibiAan het eind van de maaltijd zegt Tio dat ze nog voor een van ons een verrassing hebben. Alberta is namelijk jarig. Vanochtend hadden we al gezongen, maar we zetten nog eens in. Alle verjaardagsliedjes die we kennen worden gezongen. Als we klaar zijn wil Tio met nog twee andere ook een lied zingen in hun eigen taal. Ze hebben er een trommel en een soort rammelaar bijgehaald. Wij wisten van geen ophouden, maar zij helemaal niet. Op den duur gaan ze ook over op het Nederlands en vallen wij weer bij. Tien voor acht zijn we klaar en kan Alberta de taart aansnijden. We moeten alleen wel om acht uur klaar staan, dus de taart wordt al lopend naar de kamers opgegeten.
Janneke blijft thuis, net als nog twee anderen. De rest gaan in het donker aan boord. We moeten wel weer eerst tot je knieën het water in. De meesten hebben zich in regenjassen of poncho’s gehesen.
We varen nu richting de kust dus het wordt alleen maar erger met de golven. Je krijgt een continue spray van zout water in je gezicht en soms een hele golf. Na ruim een half uur komen we nat op onze bestemming aan. Uitstappen is niet zonder gevaar, want Liesbeth gaat kopje onder, terwijl ze uit de boot wil. De boot schommelt best hevig en dat maakt het uitstappen er niet gemakkelijker op. Gelukkig is het warm, bijna 30 graden, dus het droog wel.
Jantien had haar slippers in haar handen, maar voor ze ze aan kan doen is de groep al in beweging. Dan maar op blote voeten. Het heeft veel weg van een middelbare school strandwandeling. We worden op een hoog tempo over het strand gejaagd. Je moet alleen goed opletten waar je loopt, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De meesten hebben geen zaklamp en dat gaat best redelijk. Sommigen schijnen soms op obstakels, maar als het licht weer uit gaat, zie je even helemaal niets.
We vinden een spoor van gisteren en een van vandaag, maar die laatste gaat direct de zee weer in. Helaas geen schilpadden voor ons. Tio komt wel een uitgekomen nest tegen en gaat daar in graven. Onderin de kuil vindt Tio nog een schildpadje. Tio zegt dat dit vaak gebeurd met de onderste eieren. Die schildpadjes komen in de verdrukking. De meesten van ons denken zelfs dat hij dood is, maar als hij wat water over zich heen krijgt komt er leven in.
Tio helpt hem een klein stukje verder, maar vanaf daar moet hij het echt zelf doen. Tio vertelt dat de schildpadjes op deze manier hun vinnen kunnen testen en leren te bewegen voor ze gaan zwemmen. Ons schildpadje haalt veilig de zee, nu maar hopen dat hij niet direct door andere beesten wordt opgegeten.
Het is ondertussen tien uur geweest en we gaan weer de boot in. De boot is tijdens onze strandwandeling met ons meegevaren, dus we kunnen zo instappen. Terug hebben we wind mee, dus bijna geen opspattend water. Nu kan je goed genieten van de prachtige sterrenhemel. Je ziet zo ontzettend veel sterren en de nevel van de melkweg is ook zichtbaar.
Als we aankomen is het bijna elf uur, tijd om naar bed te gaan.