17 juli – Butuceni en Trebujeni

Om 7.30 gaat de wekker. Ik heb de tijd want ik moet pas om half tien bij de receptie zijn voor de ochtendwandeling met gids. Ik heb beter geslapen dan in Chisinau, maar ben toch al ruim voor de wekker wakker. Het bed is echter wel veel harder, heerlijk, en het de zon schijnt niet door de gordijnen.
Het is zo’n 8 minuten lopen naar het restaurant. Het is heerlijk rustig in het dorp en meer dan een motorrijder kom ik niet tegen. Het dorp is trouwens een stoffige straat met aan weerskanten huizen, meer niet. Aangezien het brood hier heel droog is neem ik een o.a. bolletje rijst als ontbijt. Best apart, maar smaakt goed. Het lijkt een beetje op rijstebrij. Om half tien verzamelen de meeste groepsleden zich bij de receptie. We lopen met onze gids, Violette, naar het traditionele huis, iets voorbij het restaurant. Liks van de deur is een hele kleine kamer, waar een gezin wel met 10 kinderen woonden. Het fornuis staat midden in de woonkamer en er achter/boven op een verhoging sliepen de kinderen. Rechts van de deur is de gastenkamer. Die werd door het gezin niet gebruikt. Er is ook geen verwarming, dus ’s winters wilde je er waarschijnlijk ook niet zijn. Behalve als gastenverblijf werden er ook de mooie kleden en belangrijke spullen bewaard. Er is ook nog een andere “woonkamer” met dezelfde indeling alleen uitgehakt uit de rots en met een rond plafond. Dit is de zomer keuken, maar daar woonde de familie in de zomer. Het grootste verblijf is een uitgehakt wijnkelder. Dit deed tevens dienst als koelkast. Dat staat er nog een kippenschuur op het erf en dan hebben we alles gehad.
We lopen via een trap aan de achterkant omhoog naar de rotskerk. Dit hebben we gisteren al van het uitzichtpunt gezien. Van ver lijkt het een heel klein kapelletje, maar het is eigenlijk de de ingang van de trap naar beneden, de rots in. De deur is alleen helaas dicht. We lopen door naar het klooster om dat te bekijken en om de sleutel te hangen. Het klooster ziet er mooi uit, maar dat van gisteren was mooier en groter. We lopen nu met een monnik terug naar de ingang van de rotskerk. Dit is helemaal uitgehouden uit de rotsen. Er zijn ook allemaal kleine uitgehouden cellen voor de monniken. Deze worden nu niet meer gebruikt. Iedereen heeft moeite met rechtop staan, maar op het stuk wat net wat hoger is, kan ik precies staan, dus de plafondhoogte zal tussen de 1,50 en 1,65 m liggen.
Het is nu elf uur en de toer met gids is afgelopen. Ze loopt nog wel een stuk met ons mee, want ze moet naar het museum en dat is onderaan de richel waar de rotskerk en het klooster op staan. Marika, Marijke en ik besluiten om te gaan wandelen naar het andere dorp. Er zijn twee manieren om dat te doen. Een is langs de voet van de richel te lopen en de ander is door de akkerbouw heen de bandensporen volgen. We willen eigenlijk met de eerste optie beginnen, maar kunnen het begin van het pad niet vinden en besluiten via de tweede optie te beginnen. Dan moeten we eerst de brug over en dan staan we direct bij het museum, dat we dan maar besluiten direct te bezoeken. We betalen het wereldbedrag van 10 LEI (50 cent), maar daar krijg je ook wat voor. Het museum is één kamer met zo’n 8 à 10 vitrines met archeologische vondsten. Na een kwartier, inclusief wc-bezoek, staan we weer buiten. We lopen verder op de weg en na 50 meter begint het pad met de bandensporen. Aan de linkerkant groeit maïs en aan de rechterkant staan een hoop fruitbomen, zoals perzik, pruim en appel.
Na een uur zijn we aan het einde en staan we weer bij de grote weg. Aan de andere kant van de weg zijn de ruïnes van een Romeins badhuis. Na een kort bezoek lopen we de brug over en zijn we in Trebujeni. We gaan op zoek naar een plek om te lunchen en zien bordjes van twee “casas” rechts en een bord van “Villa Roz” links. Daar hebben ze alles, je kan er eten, ze hebben kamers, je kan er met je caravan of tent terecht, in ieder geval volgens het bordje. Er is wel een dicht hek. Gelukkig is het niet op slot en Marijke gaat poolshoogte nemen. Er komt een man naar buiten, Alex, en hij zegt dat als we 40 minuten hebben we hier kunnen eten. Alles komt uit eigen tuin, maar ze moeten het nog maken. We zullen soep en salade krijgen. Als we de tuin in lopen zitten Rian en Henri er al. Zij blijken mij ook een mail gestuurd te hebben dat ik hier naar toe moest voor de lunch. Zij hebben die al op en het smaakte goed. Het is een heerlijke plek waar ze zitten. Het is overdekt en de wind zorgt voor de rest van de verkoeling. Uiteindelijk blijven we hier 2,5 uur zitten. Hans, Carien en Olivier komen ook nog aanwaaien voor de lunch. Alex, onze ober, is een Oekraïner die hier helpt of eerlijk gezegd de boel runt. De eigenaresse schrikt van zoveel klanten en zegt gewoon dat er niets gegeten kan worden. Ze komt nog wel zelf de polenta brengen en heeft zich voor de gelegenheid in een traditionele blouse gestoken. Ze snijdt voor ons de polenta met een stukje touw in mooie partjes en verdwijnt dan weer. Aangezien we geen wijn willen krijgen we verse vruchtensap. Eerst een kan met bessensap en daarna met abrikozensap. Beide zijn heerlijk. De volledige maaltijd kostte ons 495 LEI (25 euro). Alle drank kregen we van het huis. We besluiten om iedere 100 LEI (5 euro) te geven, dus krijgen ze 105 LEI fooi. Dat hebben ze wel verdiend.
Om 15.20 besluiten we terug te lopen. We hebben eigenlijk weinig van het dorp gezien, maar het is niets anders dan ons “eigen” dorp. Er is nog wel een kerk in de verte te zien, maar Marijke wil er niet heen lopen om er dan achter te komen dat die dicht is. Dit blijkt later ook echt het geval te zijn horen we van anderen. We nemen nu de weg langs de voet van de richel terug. We komen dan vrij snel langs een aantal grotten halverwege de helling. We besluiten deze wel te bekijken. Het is overduidelijk dat dit vroeger zee was, want er zijn veel schelpen zichtbaar. Waar de grotten voor dienden weten we niet, maar het is een soort galerij flat van uitgehakte “appartementen”. Als we bij de gotten staan zien we Marion en Jacqueline richting Trebujeni lopen en Hans, Carien en Olivier weer op de terugweg.
Wij gaan via hetzelfde pad weer naar beneden en vervolgen onze weg. Marijke is onze gids en loopt voorop. Het is een heel smal pad en je kan alleen achter elkaar lopen. We komen nog een kapelletje tegen waar uit twee pijpen water stroomt, dit zou je kunnen drinken, maar ik gebruik het even om mijn hele stoffige voeten (ik heb sandalen aan) even af te koelen en af te spoelen, heerlijk. Onderweg komen we langs een stier, een paar koeien en een paard. Alle beesten staan wel vast met een ketting, al is die best lang. De beesten kijken niet op of om als wij langs lopen, ze zijn het blijkbaar gewend.
Ik loop steeds als laatste en dat heeft een reden. Hans, Carien en Olivier hadden een slang gezien op hun wandeltocht heen op deze route. De slangen zijn hier volkomen ongevaarlijk, maar ik heb het niet zo op die beesten. Als ik achteraan loop moeten alle slangen al verdwenen zijn voor ik er ben. Helaas. Op eens zie ik een zwarte of donker grijze slang een meter voor me richting rivier en van mij af wegvluchten. Het deed niets, maar leuk vind ik het niet.
We komen ook langs een appelboom en deze staat niet op iemand erf, dus vinden we het tijd voor een appel-pauze. De appels zijn bijna rijp, maar een beetje zuur is best lekker.
Wat opvalt is dat de route zo schoon is. Er ligt eigenlijk geen rommel. Als we dan een lege wijnfles zien liggen besluit ik die ook mee te nemen. Helaas ligt er iets verder ook nog een bierblikje wat ik dan ook maar mee neem. Een uur en drie kwartier nadat we uit Trebujeni zijn vertrokken zijn we weer in Butuceni. Ik gooi de fles en het blikje weg en we gaan naar onze kamers. Het is tijd voor een duik in het zwembad. Het water is best fris als je erin gaat, maar na 30 seconden is het heerlijk na de wandeling. Het was tijdens wandeling af en toe best heet, maar over het algemeen is het een lekkere temperatuur hier in Moldavië.
Om zeven uur besluiten we te gaan eten in het kleine restaurant in de buurt van onze huisjes. Rian, Henri en Marion, zitten er al met een fles bier. Het blijkt dat de kaart ongeveer een derde is van het andere restaurant. Ze drinken hun bier op en we lopen naar het grote restaurant. Het is hier drukker dan gisteren. Buiten is eigenlijk alleen nog plaats in een beetje een uithoek van het restaurant. Er is niet één terras, maar er zijn meerdere plekken gerealiseerd om te gaan zitten. Marika gaat alvast menukaarten halen. Nadat iedereen zijn keuze gemaakt heeft gaan Marika en ik het bij de balie bestellen. De kersentaart (placinta heeft het) is er niet meer, maar nog wel kersendumplings, dan proberen we die. Helaas blijkt nu de patat, coca cola en witte wijn er (nog) niet te zijn.
Het eten komt nu een stuk sneller en de kersendumplings smaken heerlijk. Zelfde kersensoort als gisteren, beetje zuur maar juist wel lekker in zo’n gerecht. Om het afrekenen ook niet te lang te laten duren ga ik bij de balie om de rekening vragen. Daarna rekenen we allemaal uit wat we gegeten hebben en leggen het geld op tafel. Aangezien we de rekening nog niet hebben gaan we maar met het geld naar de balie/kassa. Ze blijken andere dingen aan het doen en onze rekening wordt ter plekke alsnog gemaakt. We betalen en vertellen aan de anderen dat het klopte. Zij blijven zitten, terwijl Marika en ik terug naar onze kamers gaan. Ondertussen is het ook al weer bijna half tien.
Op de kamer nog even naar huis gebeld, was binnen gehaald en alvast een gedeelte van mijn tas ingepakt.

16 juli – Cricova en Curchi klooster

Om 7 uur gaat de wekker. Gisteren is het nogal laat geworden en ik heb nog geen tijd gehad om foto’s te uploaden. Dat doe ik nu vanochtend maar. Om 8 uur ga ik ontbijten. Na het ontbijt heb ik ook nog even tijd om de slechte foto’s weg te gooien en om 9 uur pak ik mijn spullen en ga ik naar beneden. Om 9.15 gaan we weg. We hebben een soortgelijk busje als gisteren, maar nu met ruimte voor de bagage.
Na een half uur rijden zijn we in Cricova. Dit is een bekende wijnkelder, de 2e van Moldavië. Ze produceren hier wijn, maar er ligt ook veel wijn opgeslagen. Het is een grottenstelsel dat een overblijfsel is van de steenwinning voor Chisinau. Sinds de 15 eeuw wordt namelijk al kalksteen gewonnen. In 1947 hebben ze een gedeelte omgebouwd tot wijnkelder. De temperatuur is het hele jaar redelijk constant, zo’n 12 graden en de luchtvochtigheid is altijd zo’n 90%. Het gangenstelsel in 120 km lang en op het diepste punt, waar de mousserende wijn wordt geproduceerd, ben je 100 m onder de grond. In de gangen kunnen auto’s rijden, maar wij gaan met een treintje. Ik heb ook een medewerker op de fiets voorbij zien komen.
Om 10 uur begint onze toer. Iedereen heeft zijn trui, jas of vest aangedaan tegen de kou. Als we de grot inrijden met het treintje is het direct koud. Dit komt meer door de koude wind, dan de temperatuur alleen. Onze eerste stop is bij een hele boel vaten. De meeste hebben een redelijk formaat, maar sommige zijn echt groot, meer dan 2 meter in diameter. We krijgen uitleg van een gids die een goed verstaanbaar verhaal verteld.
Bij de volgende stop is een gedeelte van de productielijn van de mousserende wijn. Hier wordt nog op de traditionel manier mousserende wijn gemaakt. We komen in een hal waar de flessen om de 1 a 2 dagen een kwart slag gedraaid worden om het sediment eruit te kunnen halen. Dit is allemaal handwerk en wel door vrouwen. Volgens de gids heeft dat twee redenen, vrouwen zijn subtieler en daarom beter geschikt voor dit werk en vrouwen kunnen blijkbaar makkelijker voldoening halen uit hun werk als het 40 jaar hetzelfde is. Ze vertelde ook dat er moeders en hun dochters in dienst waren en daar dus allemaal hetzelfde werk doen.
Dan stoppen we voor een promotiefilm, nou daar hebben ze zich op uitgeleefd. We krijgen allemaal een glas mousserende wijn, die ik af sla en gaan in een kleine bioscoopzaal zitten. De voice-over is echt zo’n zware, zwoele Hollywood mannenstem. Ze beginnen met de vraag “wat is wijn” en geven daar direct een aantal antwoorden op, zoals “het lichaam van God”, “levenselixer”, “de weg naar geluk” en verzin er nog maar een paar. Informatief maar heel erg over de top.
We gaan door naar onze laatste stop. Hier is een klein museum en zijn ook de flessen opgeslagen. Ook bekende mensen hebben hier wijnen liggen, zoals Angela Merkel, Vladimir Poetin en John Kerry. De gangen voor de opslag van de wijnen is in de vorm van een fles aangelegd. Als je er loopt het je dat niet echt door, maar als je het weet zie je het ook.
We sluiten af met een wijnproeverij. We hebben allemaal een flesje water, een bord vol eten en drie lege wijnglazen. Achtereenvolgens krijgen we een witte, een rosé, een rode en een mousserende wijn om te proeven. Ik hou het bij water en het bord eten. Er liggen walnoten, crackers en drie bladerdeeg gevuld met kaas, kool of aardappel. Het is ondertussen 12 uur, dus ik heb best wel trek. Nu nog een bezoekje aan het winkeltje en dan lopen we de grotten weer uit.
Na een half uur rijden komen we op de lunchplek aan. Het is een mooie plek, maar ik hoef echt nog niet te eten. Marika denkt er net zo over en wij gaan in de buurt wandelen. We beginnen aan de andere kant van de weg. Daar hopen we een mooie foto te kunnen maken van een veld met zonnebloemen. Die zie je hier namelijk overal. De weg die we moeten oversteken is een vierbaans geasfalteerde weg, de Moldavische versie van een snelweg. De weg heeft echter wel gelijkvloerse kruisingen. De weg is echter heel overzichtelijk en niet zo druk, dus na even wachten kunnen we makkelijk oversteken. We komen een hek tegen, maar dat staat open, dus we lopen door. Links op de heuvel staan er allemaal bomen op een rij, we weten alleen niet welke bomen want er hangt niets (meer) aan. Jacqueline, de reisbegeleidster, gokt dat er perziken aan hingen, want die worden hier overal verkocht. Rechts zijn de zonnebloemen. Helaas staan er nog best veel bomen in het zicht. We keren terug en lopen aan de kant van het restaurant nog een rondje.
Iets na twee uur gaan we weer verder. Op naar het weefmuseum. Er is een hele traditie van tapijten weven in deze regio die langzaam verdwijnt. Vandaar het museum. Mensen kunnen het hier ook leren, maar omdat veel het toch moeilijk vinden en er het geduld niet voor hebben wordt er tegenwoordig ook borduren onderwezen. Ik vond dit niet echt de moeite waard. De eigenaresse van het museum heeft haar best gedaan, maar ik heb het eerder gezien en de kleden vind ik gewoon niet zo mooi. Sorry. Het bezoek duurt toch nog drie kwartier omdat een gedeelte van de groep naar de Franstalige uitleg van de eigenaresse wilde luisteren. De familie Schmidt heeft zijn de frisbee tevoorschijn gehaald om de tijd te doden.
Als laatste stop vandaag hebben we het klooster van Curchi. Dit klooster is rond 1775 gesticht. In de Sovjettijd is het gebruikt als psychiatrisch ziekenhuis. Daarna is het verder verwaarloosd tot 1999. toen is het helemaal weer opgeknapt. Het ziet er ook echt mooi uit. Ik ben niet de enige die dat vind, want er was een bruidspaar foto’s aan het maken. We komen ook nog een monnik tegen die rustig op een randje zit. We mogen hem fotograferen en hij probeert een praatje te maken, maar meer dan Moldavisch (Roemeens met ander accent) spreekt hij niet. Ik ben ook nog even langs de “magazin” geweest. Dit heeft niets met tijdschriften te maken. Zet een “j” achter de “i” en je krijgt “magazijn”. Het betekent dus gewoon winkel.
Om kwart voor vijf gaan we weer rijden. Op dat moment gaat het ook een heel klein beetje regenen, maar het stopt weer snel. Het is nog drie kwartier naar Butuceni. Dit heet een openluchtmuseum, maar het is meer een nationaal park waar ook mensen wonen. Als we de laatste heuvel overgaan hebben we een heel mooi uitzicht op het dal en het klooster en de grotten. We willen hier wel een foto van maken, maar we zijn er al voorbij. De chauffeur draait bij de eerste zijweg en rijdt weer omhoog, zodat we toch onze foto kunnen maken.
Weer op weg naar beneden worden we aangehouden door een jonge man, die een Nederlander blijkt te zijn. Hij is op weg naar Chisinau en daar komen wij nou net vandaan. Hij gaat verder lopen op zoek naar een rit naar de hoofdstad.
Iets voor zes uur komen we aan. Er zijn twee locaties. We stoppen bij de eerste en lopen achter de bus aan naar de tweede, waar ook de receptie zit. Niet echt handig zo, maar we werden opgewacht bij de eerste locatie en de meesten waren blij dat ze de bus uit waren. Een aantal mensen blijven bij de locatie bij de receptie, de rest gaat weer terug naar de eerste locatie. Bij beide locaties is een zwembad. Bij de eerste (en ook mijn locatie) een buitenbad, bij de receptie een binnenbad en een bubbelbad. Er zijn nog twee andere locaties, waarvan een met en een zonder zwembad. Mijn “kamer” heeft uitzicht op een pergola met druivenranken en net daaronder zichtbaar is het zwembad. Ik heb een eigen buitendeur, heb ik in Nederland niet eens 😉 , met daarachter een gang met inbouwkast en rechtdoor een mooie badkamer. Als je naar links gaat kom je in de kamer met tafel met stoel, een tweepersoonsbed, een open haard met de airco erboven. Het enige wat mist is een keuken en het is gewoon een appartement.
Om zeven uur heb ik afgesproken om te gaan eten bij het restaurant dat bij de accommodatie hoort. Dat is 200 m na de receptie. Er zijn hier in totaal vier restaurants, waarvan er twee dicht zijn. Uiteindelijk zijn we met z’n zevenen, Henri en Rian, Marika, Marijke, Marion, Jacqueline en ik. We kunnen buiten onder een kersenboom eten, maar kiezen er uiteindelijk voor om onder een rieten dak te eten. Op de kaart staan zo te zien allemaal kleine gerechten, maar sommige zien er weer wat groter uit. De meeste bestellen een gerecht en besluiten later bij te bestellen. Marika en ik bestellen allebei een bladerdeeg gerecht met kersen. De anderen vinden dat dit een toetje is, maar daar ziet het er weer te groot voor uit. Iedereen heeft ondertussen eten gehad en al op en Marika en ik hebben nog niets. Dan komen er twee bladerdeeg gerechten en die worden bij ons neergezet. Die bij Marika is inderdaad kersen, maar bij mij is het gevuld met pompoen en die was van Jacqueline. Ik wacht nog wel even. Vijf minuten later komt de serveerster met een telefoon mijn kant op en daar is via “google translate” te lezen dat de kersen bladerdeeg op is. Daar zit je dan een uur op te wachten. Ik krijg de helft van Marika en zij en ik bestellen er nog wat bij. Dat komt gelukkig wat sneller. Ondanks alles is het kersengerecht wel heel lekker. Het zijn volgens Marika geen kersen maar krieken, ze zijn wat zuurder dan gewone kersen.
Na het eten lopen we terug en zit de dag er weer op.

15 juli – Gagaoezië

Om half zeven gaat de wekker. We gaan pas om 8 uur weg, maar ik wil internet op mijn telefoon aan zetten en dat is gisteren niet gelukt. Helaas lukt het nu ook niet. Na een half uur klooien ga ik toch maar ontbijten. Het ontbijt is best simpel, maar genoeg. Er is nieuws over mijn tas, die schijnt in Wenen te zijn en vandaag met de vlucht mee te komen. Duimen maar!
Om 8 uur zitten we allemaal netjes in de bus en gaan we naar Gagzoezië in het zuiden van Moldavië. Dit is een autonome regio bewoond door een volk dat oorspronkelijk uit Turkije komt en oosters orthodox is. Het is twee uur rijden, maar de weg hier is goed. Het is een mooie glooiende asfalt weg die er pas vier jaar ligt. Tegen 10 uur komen we aan in de hoofdstad van Gagaoezië Comrat. Hier beginnen we bij een beeld van Lenin. Lenin staat in zijn gebruikelijke lopende pose. Daarna lopen we naar een vrij triest uitziende rij met bustes. De bustes zijn best mooi onderhouden, maar de fontein niet. Achteraan staat zelf een half afgebouwd gebouw. Vanaf hier kunnen we wel goed uitkijken op de kerk, onze volgende stop. In de kerk heeft, net als veel andere kerken hier, van die gouden bolle torens op het dak. In de kerk is een dienst bezig, die van 9 tot 11 uur duurt. Wij mogen gewoon naar binnen en rond lopen en foto’s maken. Het is een mooie, maar niet zo’n grote kerk. Er zijn geen kerkbanken, maar de dienst wordt staand gehouden. Ze schijnen ook steeds op een andere plek in de kerk te staan gedurende een dienst. We spreken af om om 11.15 weer bij de bus te zijn. Tegen 11 uur loop ik met de gids en nog twee reisgenoten naar de bus die een stuk verderop geparkeerd staat. Ik vond het verder dan verwacht, want ik had begrepen dat de bus voor de kerk zou komen. Dat hadden meer mensen verwacht. Na dat ik uit de supermarkt kwam, waar de bus stond, rijden we met de bus naar de kerk voor de rest van de groep.
We rijden door naar de lunchplek. Dit is bij een voormalig Russisch staatsbedrijf. Het is een uur rijden op nu wat minder goede wegen. Als we aankomen is het hek dicht. De bus keert en iets ervoor kunnen we het lunchgebouw in. Het was alleen leuk geweest als we ook iets van de fabriek hadden kunnen zien, maar omdat het zondag is kunnen we dat niet. Wat daar nog het verrassendste aan is, is dat deze reis altijd op zondag hierheen gaat en dat iedereen (gids, reisbegeleider en chauffeur) verbaasd was dat het dicht is.
We komen binnen in een troosteloze hal, maar dan gaat er ineens een deur open en is daar nog een zaal. Op de muur zijn grote werkende (wijn)boeren te zien. En er staan heel veel stoelen. In de hoek staat een tafel los en er komen direct twee vrouwen aan die stoelen aanschuiven en de tafel gaan dekken. In plaats van de standaard waterkaraffen op tafel staan hier karaffen met rode wijn. Het water komt pas als we er om vragen. We krijgen een uitgebreide lunch. We beginnen met soep en daarna komen de schalen met eten. Er is een soort couscous met vlees, salade, alleen vlees, plaatselijk kaas en gözleme (gevulde pannenkoekjes). Hun eigen wijn verkopen ze ook voor het wereldbedrag van 20 LEU (1 euro).
Als laatste rijden we naar Belsama, weer een uur rijden. Hier gaan we naar het museum. Als je er zo’n stuk voor moet rijden verwacht je echt wel een museum. Als we er aan komen moeten we met z’n allen op de foto. Blijkbaar komen hier nooit zoveel toeristen. Het museum is hangt van knulligheid aan elkaar. Er loopt een mevrouw mee, die weer vertaald wordt door onze plaatselijke gids Dimitri. De vrouw is zo enthousiast dat er geen einde aan haar verhaal lijkt te komen. Meerdere mensen gaan al in de volgende kamers kijken en ik ook. In de laatste kamer staan allemaal stoelen voor een scherm. Uiteindelijk krijgen we niets op het scherm te zien, maar krijgen we een korte versie van een ceremonie die 2 maanden voor het huwelijk wordt gehouden. De korte versie duurt toch nog ruim een kwartier. Ze pakken helemaal uit. Als we weg gaan staan ze ons ook bij de deur uit te zwaaien.
Kwart voor vier rijden we weer richting Chisinau. Het is weer twee uur rijden. De meesten in de bus beginnen allemaal wat weg te zakken. Je wordt best moe van zo’n dag in een bus. Iets na 6 uur komen we bij het hotel en is de WK-finale Frankrijk-Kroatië net begonnen. Maar nog veel leuker nieuws is dat mijn tas tegen de balie aan ligt. Jippie! Ik ga snel naar boven om mijn tas op de kamer te leggen, andere schoenen aan te doen en mijn schoudertas te pakken. Als ik weer in de lobby kom is het al 1-1. Ik blijf uiteindelijk de hele eerste helft in de lobby kijken en ga in de rust met de Hans, Carien, Olivier, Eduard en Lieselotte naar het operagebouw. Hier kan je vanaf de trappen en het plein ervoor de wedstrijd op een groot scherm kijken. Het is heel druk, wat best apart is want Moldavië deed niet eens mee. Het is een leuke en spannende wedstrijd waar de ambiance zeker aan meedraagt. Frankrijk wint uiteindelijk met 4-2.
Nu gaan we wat eten bij de restaurant wat door de Lonely Planet aanbevolen is. Nou die aanbeveling maken ze waar. Het is echt lekker. Het is vooral binnen leuk aangekleed, maar we zitten buiten. Zelf bij weggaan om half elf is nog zo’n 21 graden. Dan is het tijd voor de administratie en dan is het wel tijd voor bed.

14 juli – naar Moldavië

Om 3 uur gaat de wekker. Even de laatste dingen inpakken en om 4 uur word ik opgehaald door mijn vader. We rijden zonder moeite naar Schiphol. Wel wat wegwerkzaamheden, maar dit levert geen oponthoud op. Ik moet op Schiphol inchecken bij 1A, dat is voorbij de gewone balie 1. Je moet een gang door en dan iets daar nog een hal met incheckbalies.
Ik word naar de automaat gestuurd om mijn tas af te geven. Inchecken heb ik gisteren al online gedaan. Het gaat niet goed bij de mensen voor mij en die moeten alsnog naar de balie. Ik word daarna naar hetzelfde apparaat gestuurd. Bij mij gaat het op dezelfde manier fout. Er komt geen klein bonnetje uit waarmee je aan kan tonen dat het jouw bagage is. Ik moet dus ook naar de balie en het apparaat wordt uitgezet. De “tag” die ik om mijn tas had gedaan mag blijven zitten, maar ik krijg nu wel een “claim-bonnetje”. Wat later heel handig blijkt te zijn.
Direct ernaast is de controle. Iedere tas moet nog even extra geïnspecteerd worden, behalve de mijne. Ik haal dan ook bijna mijn hele tas leeg als die door de scanner gaat. Vloeistoffen, laptop, snoeren alles gaat al in een extra bak. Het schijnt te helpen.
Nu kan het lange wachten beginnen, te beginnen met 2 uur wachten bij de gate. De vlucht zit helemaal vol en voor we mogen instappen wordt iedereen met een trolley gevraagd of die ingecheckt kan worden. Velen doen dat. Wat ik er van gezien heb, kon nu ook alle handbagage mee. Ik zit aan het raam en er is veel te zien. In het begin nog een wolkendek, maar dat klaart later op.
Ruim anderhalf uur later landen we in Wenen. Heel toepasselijk wordt er in het vliegtuig de weense wals gedraaid. Het is nu 9.00 en pas om 12.40 vliegen we weer verder. Er is ook een latere vlucht naar Wenen, maar dan is de overstap maar 35 minuten en dat is tekort. Hoewel het vliegtuig naast een slurf parkeert, wordt er toch een trap aangesloten en moeten we met de bus. Net uit de bus de terminal in ontstaat een grote opstopping. Het is onduidelijk waarvoor tot jezelf in de terminal staat. Er is daar een scherm met alle gates voor de aansluitende vluchten. Ik moet naar gate G en begin met de wandeling. Bij de paspoortcontrole werkt de gezichtsherkenningsrobot goed en kan ik zo door lopen. Ik ga ergens aan het begin van gate G zitten wachten. Om 11 uur is de gate pas bekend. Na een lunch van meegebrachte sandwiches ga ik nog even langs de winkels en breidt mijn badeenden collectie met twee nieuwe eenden uit.
Ondertussen is de gate bekend en ga ik daar maar wachten.
Om 12.40 zit ik in het vliegtuig, weer naast het raam. We vliegen nu met Adria, een Sloveense maatschappij. Het is een klein vliegtuig en er kunnen zo’n 80 mensen in. We moeten alleen een half uur wachten, want we blijken nog niet te mogen. Na een half gaan we dan toch en vliegen zonder problemen naar Chisinau (spreek uit: Kisinau). Speciaal voor ons vliegtuig wordt de paspoortcontrole even opengedaan. Het is hier allemaal heel klein. Er zijn wel meerdere bagagebanden, maar veel stelt het allemaal niet voor. Als de band gaat lopen is er het normale gedrang om zo snel mogelijk bij de koffer te komen. Helaas wordt het steeds rustiger, maar mijn tas is er nog niet. Op den duur staat er nog een vrouw in het rood en ik en dan stopt de band. Helaas geen tas. We worden bij een balie ernaast geroepen en er worden formulieren ingevuld. Ik had het idee dat die andere vrouw thuiskwam, dus daar is het missen van de bagage misschien wat minder erg, maar voor mij is het best vervelend. Het is onbekend waar de tas is. Iemand anders van de groep heeft schade aan zijn tas en daar meld ik even tegen dat ik er ook aan kom als dit geregeld is. Helaas gebeurt er niets anders dan formulieren invullen. Ze eindigen met dat ze hopen dat mijn tas er morgen zal zijn en ze wensen me een fijne dag. Iets van compensatie krijg ik niet. Schrijf maar een brief naar de luchtvaartmaatschappij, Austrian Air, krijg ik te horen.
Ik loop maar naar de uitgang die ik in eerste instantie niet kan vinden. De deur lijkt dicht te zitten, maar hij klemt alleen maar. De groep staat netjes op mij te wachten. De plaatselijke agent vraagt direct naar het formulier wat ik heb ingevuld zodat zij er achteraan kan gaan.
We gaan met de bus naar het hotel. Het hotel ligt in de parlementaire wijk. Het parlement is nog geen 5 minuten lopen. Helaas is er ook niet heel veel in de buurt. De hoofdstraat is echter niet zo ver en daar is genoeg te vinden.
Om half zes (het is hier 1 uur later dan in Nederland) is er een stadswandeling met een gids. Ik heb op de stadswandeling meer vlaggen van de EU gezien dan er ongeveer in heel Nederland hangen.
Op drie na gaat iedereen mee. Ik wil alleen even mee, zodat ik weet waar ik wat spullen kan kopen. De gids lijkt mij echter vergeten, dus na de derde keer zigzaggen vraag ik naar de winkels. Ja, daar komen we ook langs. De reisleidster, Jacqueline, mengt zich in het gesprek en vraagt of de winkels nog wel open zijn. Ja, waarschijnlijk wel. Ik krijg dan toch uitleg hoe ik bij de winkels kan komen.
Ik word naar een soort warenhuis gestuurd met allemaal kleine winkeltjes. Hier is echter niets wat ik zoek en alles gaat dicht of is al dicht. Ik ga snel weer naar buiten en gelukkig zitten er ook winkels aan de buitenkant. Een kleine winkel met een paar kledingrekken valt op vanwege de 50% kortingsstickers. Daar ga ik maar naar binnen. Ik koop 2 T-shirts die even groot zijn, alleen is de ene een XS en de andere een M. Jaren geleden dat ik in een XS shirt paste.
Nu nog een tandenborstel. Ik loop verder en zie een apotheek. Deze is gelukkig nog open. Na wat uitbeelden heb ik een tandenborstel, tandpasta, deo en zonnebrand. De verkoopster snapt dat ik mijn tas kwijt bent en helpt nog mee met suggesties als shampoo en douchegel. Maar die laat ik voorlopig even. Ik krijg wel 7 pakjes vitamine C gratis. Ik heb zoveel gekocht, dat zal ze niet zo snel weer hebben. Ik ben namelijk zo’n 35 euro kwijt en dat terwijl hier alles goedkoper is. Helaas zijn Sensodyne en Nivea hier net zo duur als bij ons.
Ik loop met mijn aankopen richting het restaurant waar ze na de wandeling gaan eten. Ik kom langs een boekwinkel en daar vraag ik maar gelijk naar een Russische bijbel, die heeft Janneke nog niet. Ze hebben er maar een. Deze lag ook tentoongesteld. Het is een hele luxe uitvoering met een stoffen kaft, goudkleurige bladuiteinde en mooie prenten binnenin. De caissière aait de bijbel ook even voor ze hem aan mij geeft.
Ik loop weer verder en kom precies in de groep terecht. We lopen door naar het restaurant. We worden eerst binnen neergezet en daarna op verzoek buiten. Iedereen zit namelijk ook buiten, binnen is het best benauwd. We besluiten een meer gangenmenu van plaatselijke gerechten te nemen. We krijgen eerst brood met een salade van komkommer, tomaat, paprika en sla. Er zijn maar twee borden met salade dus per persoon is het niet zo veel. Iedereen heeft echter best honger en men stort zich op het brood. Daarna komt er nog een gang met een soort gevulde pannenkoek, dan plaatselijke polenta en als laatste enorme borden met een berg vlees. Best veel eten dus. Met het afrekenen was het nog een beetje een probleem, wie betaalt wat. Maar iedereen betaalde gewoon 300 Leu (15 euro) voor het eten en zijn eigen drinken. Na het betalen zijn we terug gelopen naar het hotel.
Op de hotelkamer heb ik mijn sokken, T-shirt en onderbroek maar gewassen, want het is niet zeker dat ik morgen mijn tas weer heb.

Naar Moldavië

Van 14 t/m 21 juli zal Jantien een rondreis door Moldavië maken. Zij doet dit met een groepsreis van Djoser. De route ziet er als volgt uit:

Dag 1 Amsterdam – Chisinau
Dag 2 Chisinau, excursie Gagaoezië & Comrat
Dag 3 Chisinau – Cricova – Clisova Noua – Orhei Vechi – Butuceni
Dag 4 Butuceni
Dag 5 Butuceni – Rudi – Soroca
Dag 6 Soroca – Transnistrië – Tiraspol
Dag 7 Transnistrië – Noul Neamt – Asconi – Chisinau
Dag 8 Chisinau – Amsterdam