’s Ochtends gaan we ontbijten bij een hostel iets verderop. Daar hebben ze namelijk een buffet en zijn we snel klaar. Om 9.35 worden we als eerste van 8 mensen opgehaald. Twee Denen, twee Nieuw-Zeelanders, een Japanner en wij met z’n driexc3xabn (inclusief Grietje). Terwijl we bij het tweede hostel staan komt Grietje erachter dat ze haar voucher heeft achtergelaten in het hostel, dus keren we weer terug. Na een lange rit in een kleine versie van onze legertruck (twee banken tegenover elkaar evenwijdig aan de rijbaan) komen we om 12.00 bij een huisje. Daar krijgen we lunch. Om 13.00 beginnen we met lopen naar een waterval dus moeten we alles ook weer terug. Het is regentijd hier en dat is vooral te merken aan de paden. Het zijn een soort zeskamp uitdagingen om die dingen zonder vallen op de komen. We glibberen naar boven tussen de modder, rode aarde en glibberige stenen. Als Jantien op een bamboebrug gebeten wordt door mieren en op de steen erna naar haar vingers kijkt, ligt ze ineens languit op een grote gladde steen. Omdat er nergens een richel of andere oneffenheid is blijft ze liggen en na een beetje kruipen komt ze eindelijk overeind. Nog een paar meter en we zijn bij de waterval. De waterval is wel aardig, maar in Patagonixc3xab waren ze mooier en Jantien vond het de klim niet waard, Leonie vond het wel leuk.
Na 10 minuten boven gestaan te hebben, gaat Leonie als eerste naar beneden gevolgd door Jantien. Bij de bamboe brug aangekomen laat Jantien haar ene been langzaam over de steen glijden met de hoop dat ze grip krijgt, dat krijgt ze niet en ze ligt voor de tweede keer. Dit worden hele mooie blauwe kniexc3xabn. Leonie loopt glibberend naar beneden maar komt heelhuids aan. Jantien wandelt achter haar, ook glijdend en glibberend, maar heeft minder geluk. Terwijl het weer is gaan regenen moet ze over een grote boomstam stappen die op de weg ligt. Die boom is ongeveer 1.20 meter doorsnee. Terwijl ze een been over de boomstam zet hopend om grond verliest ze haar evenwicht en valt met haar rug naar achter in een hoop groen. Tijdens de val breek ook haar bamboe wandelstok, die juist zo handig is voor houvast. Na een half uur dalen zijn we weer beneden. Dit is voor het eerst dat dalen net zo lang duurt als klimmen.
Het eerste wat we moeten doen is kijken of we bloedzuigers hebben, Jantien heeft er 1 op haar been en Leonie heeft niks. Na dit avontuur snappen jullie wel dat Jantien dit helemaal geweldig vindt.
Om half twee rijden we weer weg richting het nationale park. Om half vier stappen we weer uit en iedereen krijgt een zwemvest voor de derde dag mee. Na 5 minuten komen we bij warm water bronnen, zijn wel leuk om te zien, maar we willen toch wel door, want je moet voor het donker bij je bestemming zijn. Het is weer glibberig en erg steil. Je hart doet minimaal 200 slagen per minuut in deze vochtige omgeving. Het is gelukkig niet zo warm, ik denk 25 graden, het blijft moeilijk gokken. Om een uur of vijf bereiken we het dorp. Weer moeten we checken op bloedzuigers, maar nu hebben alleen anderen ze.
Het dorp bestaat zo’n 10 hutten, dus 10 families. Om 18.00 heeft onze gids Joe avondeten gemaakt, zoet-zuur met rijst. Na het eten gaan we om een kampvuur zitten en om 19.00 gaat Jantien naar bed, zitten is te pijnlijk voor haar rug. Om 20.00 komt de rest ook. Het klinkt vroeg maar het voelt zo laat daar. Het is om 19.00 al pikdonker.
We slapen in een grote ruimte met hele dunne matjes op de grond. De matjes zijn ongeveer 2 cm dik. De hut staat op poten om zo enge beesten buiten te houden. De matjes zijn meer voor de sier, want het voelt net alsof je op de houten vloer ligt zonder.
Alles is hier van hout, behalve de wc. De wc is in een houten hutje met betonnen vloer. In het midden van de hut ligt een porseleinen sta-wc, ziet er erg vreemd uit.