9 augustus – Cusco – Heilige vallei

Img_4476_webOm 7.00 uur gingen we al weer op weg, dit keer naar de Heilige Vallei. Als eerste gingen we naar de ruxc3xafnes van Pisac. Pisac was een veel grotere en misschien wel belangrijkere stad dan Machu Picchu, maar deze is wel compleet door de Spanjaarden verwoest. Het gebied waarover de ruxc3xafnes verspreid liggen is inderdaad veel groter, maar van de gebouwen is veel minder. Dit maakt het minder indrukwekkend dan Machu Picchu. Ook is Pisac veel beter te bereiken, dus de omgeving heeft minder mystiek. Desondanks was het zeker interessant om te zien. Na een korte rondleiding was het al weer tijd om verder te gaan. De volgende stop was de markt van het huidige Pisac. Hier kwamen we nog iemand tegen die we kenden van de "dead road" in Bolivia. Na een korte wandeling over de markt gingen we met z’n vijven (Janine, Karin, Peter, Leonie en Jantien) op het terras zitten met apfelstrudel met ijs.

P1090621_webDe volgende stop was Urubamba. Deze ruxc3xafnes waren echt anders dan we hiervoor hadden gezien. Daarnaast waren er in de berg tegenover de ruxc3xafnes twee "gezichten" (de oude man, soort Atlas en de Inca) uitgehakt, zoiets hadden we nog niet gezien. Wel moesten we weer veel treden omhoog wilden we bij de belangrijkste plaatsen komen. Na de ruxc3xafnes gingen we op het plein van Urubamba eten. Eigenlijk wilden we buiten zitten, maar onze gids had een plekje binnen in gedachten. We konden twee grote klapdeuren open zetten en er waren dakramen. Waarschijnlijk was dit inderdaad een betere plek dan beneden, want nu hadden we geen last van stof en uitlaatgassen.

P1090743_webNa de lunch gingen we naar onze laatste stop, de zoutpannen van Salineras. Dit was wel het hoogtepunt van deze trip. Uit de berg komt een klein, warm en heel zout stroompje water. Dat water wordt naar allerlei pannen, hele ondiepe waterbakken, geleid. Als er een laagje water in staat wordt de pan afgesloten met een klein dijkje en wordt er gewacht tot de zon het water verdampt heeft. Daarna blijven er drie soorten zout over. De bovenste laag is geschikt voor consumptie, de tweede laag is voor de dieren en de derde laag is voor de industrie. Het is een heel machtige gezicht om tussen al die witte vlakken door te lopen. De zoutpannen bestaan trouwens al heel lang, al voor de Inca’s werd er op deze manier zout gewonnen.

Ondertussen was het aardig en laat en om zes uur waren we weer terug bij het hotel. ’s Avonds zijn we na wat zoeken en discussie in een restaurant aan het plein beland. Het restaurant was van het plein goed te zien, maar je hebt een plattegrond nodig om de ingang te vinden. We moesten door een winkel, langs een hoop computers, links afslaan en daar ergens de trap op. Na het eten had Leonie geen zin om terug te lopen, ook omdat ze zich niet zo lekker voelde. Jantien besloot om samen met haar een taxi te nemen, maar Peter wilde laten zien dat hij het lopend sneller kon, dus die zette de pas erin. De taxi had wat last van wat opstoppingen in de kleine straten, dus Peter had inderdaad gewonnen, maar voor xe2x82xac0,75 vonden Leonie en Jantien het eigenlijk wel best zo.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *