McLeod Ganj We hadden weer om 10 uur afgesproken en kwamen elkaar om die tijd tegen op de trap. We gingen bij hetzelfde tentje als gisteren ontbijten. Na het ontbijt is Jacqueline uitgecheckt. Jantien houdt haar kamer aan, ook al stappen we vanavond in de nachtbus. De kamer kost 330 RS = 4,95 euro. Voor die prijs houdt ze liever nog een kamer voor de dag. We gaan eerst kijken of we de bus van Manali naar Leh kunnen boeken. Dit kan online, maar vaak heb je daar een Indiase creditcard voor nodig. We gaan naar een kantoortje dat privé-bussen, dus niet vanuit de overheid geregeld, boekt. Hij had aangegeven dat hij voor een kleine vergoeding de kaartjes voor de overheidsbussen boekt. Helaas lukt dit niet. Hij zegt dat er voor dinsdag geen plaatsen zijn. Dit vinden we gek, want op een andere site is de bus helemaal leeg. Later blijkt dat er helemaal geen bus gaat op dinsdag. We lopen door op weg naar Bhagsu. Dit is een dorpje 2 km van McLeod Ganj aan de andere kant van de berg. Het is niet echt een rustige wandeling. Er komen veel toeterende auto’s langs en er loopt een jongen bij ons in de buurt met hardop muziek van zijn telefoon. We lopen er wel makkelijk naar toe. Aangekomen in Bhagsu ben je in een andere wereld. Er zijn veel dure/duurdere hotels, bredere wegen en meer auto’s. Het gemoedelijke wat McLeod Ganj heeft is hier nergens te bekennen. We lopen door de winkelstraat, langs een tempel en komen dan bij de waterval. In de waterval zijn best veel mannen, vrouwen ziet je uiteraard niet in het water. Het is zo’n 28 graden, dus het water zal best verfrissend zijn. Onderweg naar het begin van de waterval wordt ons vaak gevraagd om op de foto te gaan. In het begin doen we dit wel, maar na zo’n 30 foto’s zijn we het zat. In Bhagsu lijken alleen Indiase toeristen te zitten. De buitenlandse toeristen zitten blijkbaar in McLeod Ganj. We lopen niet helemaal naar boven, want daar moet je over een grote steen klimmen, waar een rij voor staat om dat te doen. We besluiten terug te lopen naar McLeod Ganj. In een klein uurtje zijn we er. We stoppen bij een winkel met kettingen waar we al eerder zijn geweest. Jacqueline had ze opdracht gegeven voor twee
armbanden en die hebben we opgehaald. We lopen door, halen de laptop en gaan wat eten in Jimmy’s Italian kitchen. Hier hebben ze gratis wifi, vandaar de laptop. Jacqueline probeert nu zelf om de buskaartjes naar Leh te boeken, maar het loopt vast. Er staat echter een telefoonnummer op de site en die belt ze. De man zegt dat hij de kaartjes wel kan boeken, maar dan moeten we naar Dharamsala, 10 km met de weg de berg af. We besluiten een gedeelte taxi (jeep) te nemen, 10 RS = 0,15 euro. We zitten met z’n tweeën naast de bestuurder, waar eigenlijk drie mensen moeten zitten, hoe? Stapelen lijkt de enige oplossing. Achter ons zitten vier mensen en op de achterbank weer vier. In een klein half uur is de taxi beneden. We moeten even zoeken naar het hotel waar het boekingskantoor zit. De man vertelt dat er om de dag een bus van Manali naar Leh gaat met een overnachting in een tentenkamp bij Keylong. De bus doet er namelijk twee dagen over om de 475 km af te leggen. De overnachting en eten zijn inclusief voor 2000 RS = 30 euro. We kunnen kiezen uit maandag, maar dan op de achterste bank van de bus of woensdag met de keuze waar we willen zitten. Jacqueline ziet de achterbank eigenlijk niet zitten. Jantien wil graag naar Ladakh en niet te lang in Manali blijven. We besluiten voor maandag te gaan. De man probeert de tickets te boeken, maar krijgt dezelfde foutmelding als Jacqueline ’s middags. De plaatsen worden nu wel door het systeem een half uur vast gehouden. We besluiten iets te gaan drinken en om kwart over 5 weer naar het kantoor te gaan. Eigenlijk zijn ze dan al dicht, maar voor ons blijven ze open. We drinken wat in een klein wegrestaurantje, waar op de tv de cricket wedstrijd India-Sri Lanka te zien is. Als we om kwart over vijf het kantoor binnen stappen is alles gelukt. We betalen de kaartjes en gaan op zoek naar een gedeelte taxi omhoog. We mogen nu niet op de voorste bank zitten, want dan past er geen derde bij. Als er drie Indiase vrouwen op de voorkant worden gezet, valt op dat er een ongeveer op de schoot van de chauffeur zit en een met de rug tegen de deur aan zit. Zij passen dus ook niet normaal met z’n drieën op de voorbank. We zitten nu helemaal achterin tegen elkaar aan gepropt. In weer een klein half uur rijden we naar boven. Jantien gaat naar de hotelkamer, terwijl Jacqueline nog wat rond gaat lopen. Om half zeven zien we elkaar weer in de hotelkamer van Jantien. Ze heeft ondertussen alles in de rugzak gekregen, die aanmerkelijk lichter is dan de vorige keer. Dit komt natuurlijk omdat er spullen naar huis gestuurd zijn. Jantien checkt uit en we lopen richting de bus. Het is maar vijf minuten lopen. We moesten er om 20 uur zijn, maar dat halen we ruim. De bus staat er, maar we moeten wachten voor we erin mogen. De bus blijft half leeg, maar we hebben redelijke plekken, aan de voorkant van de bus. De man die de tassen in de bus legt zegt tegen iedereen dat het 10 RS (= 0,15 euro) kost per tas. Iedereen vindt dit vreemd, maar later komt hij het geld wel ophalen in de bus. We betalen maar en laten het verder. Om stipt 20.30 rijdt de bus weg. Het is een rit met veel bochten en ik heb niet het idee dat er iemand geslapen heeft. Om de twee uur stopt de chauffeur om wat te eten of thee te
drinken. De meesten blijven na de eerste stop gewoon in de bus zitten. Het is best warm in de bus, maar met een aantal ramen open is het goed te doen. De stoelen kunnen erg ver naar achteren, maar vanwege de vele bochten in de weg ligt dit toch niet zo fijn. Je ligt namelijk niet stabiel en je moet jezelf op z’n plek houden. Dit alles maakt het ongeveer onmogelijk om te slapen.
Category Archives: 2012 India
Vrijdag 20 juli McLeod Ganj
McLeod Ganj Om 10 uur hadden we afgesproken om te gaan ontbijten. Toen Jantien alleen om 9 uur uit het raam keek zag ze de wolken naar beneden komen. Het uitzicht werd steeds minder. Iets voor tienen begon het te regenen. Die regen werd steeds harder, tot het een enorme hoosbui werd. We zaten eerst voor de kamer onder een afdak, maar al snel was dat niet droog meer. Toen we in de kamer zaten zagen we al water onder de deur door komen. We hebben een tijd gewacht en uiteindelijk besloten om toch naar een restaurant te gaan om te ontbijten. We liepen snel naar een tentje 50 meter van ons hostel. Tijdens het ontbijt ging het gelukkig steeds minder hard regenen en toen wij klaar waren (11.30 uur), was de regen gestopt. We gingen naar de Namgyal tempel. Dit is de tempel die bij het complex van de Dalai Lama hoort. Helaas is hij op dit moment niet in McLeod Ganj, maar geeft hij lessen in verschillende steden in Ladakh. Het gebouw zelf is niet heel bijzonder, maar de sfeer is er goed. Je ziet veel monniken en nonnen rondlopen. Ook zitten er veel oudere mensen gezellig bij elkaar. Hierna hebben we wat souverniers gekocht en wilden we naar het Tibet museum, wat helaas dicht was vanwege de lunch. We besloten om wat rond te lopen. We namen de weg langs het tempelcomplex. Omdat we niets interessants tegenkwamen besloten we om weer terug te gaan. Toen we bij het museum kwamen ging het net open. Hier wordt aan de hand van ooggetuigen de recente geschiedenis van de Tibetanen verteld. Het tempelcomplex ligt lager dan het centrale plein van McLeod Ganj.
Aan beide kant van de weg ernaar toe zijn allerlei kraampjes en winkeltjes. We hadden op de heenweg al het een en ander gekocht, maar ook op de terugweg hebben we ingeslagen. Om half vijf hebben we de bus naar Manali geboekt voor morgenavond. Er gaan alleen maar nachtbussen. De reguliere bus vertrekt om vier uur ’s middags, maar dan kom je om drie uur ’s nachts aan in Manali. De privé bussen vertrekken om 20.30 en komen tussen 5 en 6 uur ’s ochtends aan. Ook niet ideaal, maar prettiger dan de reguliere bus.
Jantien terug gegaan naar het hotel en heeft de ansichtkaarten geschreven. Jacqueline is op zoek gegaan naar een dik vest voor Ladakh. Ze had er al een aantal gezien, maar die hadden er rendieren opstaan. Uiteindelijk is het gelukt er een zonder dieren of andere patronen te vinden. Om 19 uur gingen we eten. We wilden naar Jimmy’s Italians kitchen. Na wat zoeken hebben we het gevonden. We blijken er elke keer langs te lopen, maar het bord is ons gewoon niet opgevallen. Na het eten heeft Jantien haar spullen weggebracht om verstuurd te worden. Nu maar hopen dat alles heel aankomt.
Donderdag 19 juli McLeod Ganj
McLeod Ganj is de plaats waar de Tibetaanse regering in ballingschap zetelt. Alles draait hier ook om de de Dalai lama. Je ziet zijn foto’s ontzettend veel en ook op de tv in de lobby komt hij steeds langs. We hadden geen wekker gezet en zijn rond tienen opgestaan. Ondertussen was er nog een kamer vrij gekomen in het hostel en die heeft Jacqueline genomen. Na het ontbijt gingen we op zoek naar een tandarts, aangezien een vulling van Jacqueline los was gekomen. De tandarts hadden we snel gevonden en ze kon er ’s middags al terecht. Nu gingen we wat door de straten slenteren om de boel wat te verkennen. Jantien voelde zich echter niet goed en is al snel terug naar haar kamer gegaan. Jacqueline ging in haar eentje op onderzoek uit. Jantien had ondertussen besloten haar tas wat af te slanken. Alles wat niet direct noodzakelijk is stuurt ze terug naar Nederland. De tas zal uiteindelijk wel lichter worden, als al het eten op is, maar tot die tijd is de tas gewoon te zwaar om mee rond te lopen. Rondlopen gaat trouwens nog wel, maar op je rug krijgen is een groot probleem. Ze heeft dus op haar kamer spullen uitgezocht, die teruggestuurd kunnen worden. De leesboeken gaan ook
terug. Na een paar uur kwam Jacqueline langs met een cadeautje. Het is een klein, licht leesboekje ter vervanging van de boeken die naar Nederland teruggaan. Om half vier is Jacqueline naar de tandarts gegaan en heeft Jantien wat op het internet gesurft. ’s Avonds zijn we gaan eten bij Tibetan café. Dit is een leuke tent, waar ook veel monniken zitten. Na het eten heeft Jantien nog even naar huis gebeld en daarna was het bedtijd.
Woensdag 18 juli Dharamsala/McLeod Ganj
woensdag 18 juli – naar Dharamsala/McLeod Ganj Om 6.30 ging de wekker. We hebben alle spullen weer in de rugzakken gepropt, wat thee gedronken en zijn om 7.45 richting het treinstation gegaan. Hier kwamen we om 8.15 aan. Jacqueline ging in de lange rij voor de kaartjes staan, terwijl Jantien naar de wc ging. Iedereen die voor wilde dringen werd resoluut teruggestuurd. Jacqueline werd echter gevraagd wat ze wilde en mocht ze voor. Op deze manier hadden we snel een kaartje, zodat we de trein van 8.30 hadden. Dit keer hadden we blijkbaar de stoptrein, want het kaartje was goedkoper en de trein stopte op alle stations. Toen we binnenkwamen waren er net mensen uitgestapt dus konden we gewoon zitten. De treinreis duurde nu 2,5 uur, dus een uur langer dan heen. Bij het uitstappen bleven de mensen achter ons netjes wachten tot we onze tassen uit het bagagerek hadden getild (uiteraard met hulp). De mensen in Punjab zijn echt erg behulpzaam en aardig. In andere delen van India hoef je dit niet te verwachten. Daar gaat iedereen tegelijk de trein uit, ook al kan dat niet. Daar is het een ware vechtpartij, maar hier wordt er netjes op elkaar gewacht. We namen een tuktuk naar het busstation. Onderweg was het weer een enorme verkeerschaos en erg heet tussen al die warme voertuigen. Op het busstation wist niemand hoe laat de bus naar Dharamsala zou gaan. Iedereen zei iets anders. Het wisselde tussen 12 uur en 14.30. Gelukkig bleek het 12.15 te zijn. De grote rugzakken moesten op het dak. Je moest dus met je rugzak op je rug de ladder achterop de bus beklimmen en vervolgens je tas op het dakrek leggen. Dat valt best tegen, zeker als die rugzak in het geval van Jantien ruim 20 kg is. In de bus is het bloedheet. De ramen staan wel open, maar er komt bijna geen wind door. De bus is half gevuld dus Jacqueline zit in haar eentje op een bank voor twee personen en Jantien op een bank voor drie personen. Het eerste uur schiet het niet op. We stoppen elke keer bij garages langs de weg om een band te kopen. Uiteindelijk wordt er een gekocht en ook op het dak gehesen. Onderweg staan er verschillende mensen te zwaaien naar de bus dat ze ook mee willen, maar ze worden op dit stuk allemaal genegeerd. Om 15.15 komen we bij het busstation van Phankarot. Hier stappen meer mensen in en de bus is nu helemaal vol. Er moeten zelfs een paar mensen staan. Nu stopt de bus wel voor iedereen die nog in wil stappen of onderweg uit wil stappen. Gelukkig gaan we langzaam omhoog, dus wordt het was koeler. Om 19.15 komen we eindelijk aan bij het busstation van Dharamsala. Het is een ontzettende troosteloze bedoeling. Het heeft er geregend, het wordt donker en alles is van beton. Er gaat een bus naar het 10 km verder en hoger op de berg gelegen Mcleod Ganj, alleen gaat die pas over vijf kwartier. We besluiten een taxi te nemen met twee Fransen en voor 50 RS = 0,75 euro gaan we naar onze eindbestemming. Ondertussen is het donker en nu moeten we nog op zoek naar een kamer. Het hostel van onze keuze is helaas vol, dus gaan we naar het hostel waar de Fransen zijn afgezet. Hier hebben ze nog 1 kamer en die nemen we. We zijn allebei ontzettend vies van het zweet en alle uitlaatgassen die de bus zijn ingewaaid. We nemen een douche van koud water en gaan slapen.
dinsdag 17 juli – (naar) Bhupinder
’s Ochtends om 6 uur zou de wekker bij Jantien moeten gaan, maar om een of andere reden ging hij niet af. Om 6.15 keek ze op de klok en ging er snel uit om de spullen in te pakken. Iets voor 7 uur kwam Jacqueline vertellen dat ze net wakker was en dat ze haar wekker verkeerd had ingesteld. Snel pakte ze haar spullen en iets voor half zeven gingen we een tuktuk zoeken om ons naar het treinstation te brengen. Daar kochten we 2 kaartjes naar Phagwara. Omdat we de kaartjes op de dag zelf kochten kan je alleen kaartjes krijgen voor “second class seating”. Dit is de plek waar alle Indiërs zelf ook zitten, maar meestal geen toeristen. De trein stond eral en alle zitplaatsen waren al bezet. Toen wij binnenkwamen met onze tassen keken de Indiërs vreemd op. Uiteraard kunnen wij een duurder kaartje betalen, nu 42 RS = 0,63 euro, maar dat kan niet meer op de dag zelf. Toen we onze tassen op het bagagerek aan de zijkant wilden tillen stond direct een man op om ons te helpen. We moesten toen ook op zijn plaats gaan zitten. De trein heeft aan een kant een bank van officieel 4 zitplaatsen met grote bagagerekken erboven en aan de andere kant van het gangpad een enkele zitplaatsen met een bagagerek evenwijdig aan de trein.
De man die voor ons op stond, klom op het grote bagagerek en ging daar liggen. Als die rekken niet vol zijn, worden ze gewoon als zit/ligplaats gebruikt. We zaten nu met z’n vijven op de grote bank. Dat kan makkelijk, alleen is het erg warm en iedereen zit tegen elkaar aan geplakt.
Na anderhalf uur kwamen we in Phagwara aan. We werden weer geholpen met de tassen en we liepen het perron op. Binnen een paar minuten had Bhupinder, een leerling van Jantien, ons al gevonden. We waren ook moeilijk te missen, als de enige toeristen met enorme rugzakken.
Met de auto reden we in een half uur naar het huis van Bhupinder. Zijn vader was nog in Nederland, maar zijn moeder en broertje waren er wel. We kregen direct iets te eten en te drinken. Dat laatste is geen overbodige luxe, want het is gewoon erg warm. De thermometer in de auto is niet onder de 36 graden geweest.
We hebben in de buurt een kleine wandeling gemaakt tussen de rijsvelden, maar zijn daarna weer naar binnen gegaan. Je hebt het gevoel dat je smelt. Na twee siësta gehouden te hebben, zijn we er met de auto op uit gegaan. We hebben een tempel bezocht, die erg groot en leeg was. Het deed ons denken aan een moskee, omdat het een enorme, lege ruimte is onder een koepeldak. De Sikh tempels in Delhi en Amritsar zien er anders uit. Hierna zijn we de bergen ingereden op zoek naar apen, maar die hebben we helaas niet gevonden. Terug in het huis bood Bhupinder’s moeder aan om xf2nze was te doen. Hier maakte Jantien dankbaar gebruik van, broeken en shirts worden snel vies van het zweet in deze hitte.
Voor we gingen eten ging de familie nog wel langs de tempel. De moeder van Bhupinder wil niet eigenlijk geen auto rijden en z’n vader was er niet, dus rijdt Bhupinder, die pas bij thuiskomst begint met zijn rijlessen. Hij heeft ze zonder problemen heen en weer gereden.
Het eten was heerlijk, al hadden ze speciaal voor ons het veel minder pittig gemaakt. Na eten hebben we nog naar het oude huis van de opa van de vader van Bhupinder gegaan. Dat is echt een oud Indiaas huis op het platteland. De stallen en het huis zijn als het ware gexefntregreerd.
Om 22 uur zijn we naar bed gegaan, zodat we nog een paar uur konden genieten van de airco. De stroom valt hier namelijk regelmatig uit en ’s nachts eigenlijk altijd.