Om half acht ging de wekker en moesten we eruit. Het was allemaal nog wat onwennig en het duurde even voordat we alle spullen hadden. Om half negen had Dionne, de reisbegeleider, een praatje, waarna wij zijn gaan ontbijten. Het ontbijt is wel anders dan je gewend bent. Je kan olijven, tomaten, van die arabische pannenkoekjes en kikkererwtenmoes krijgen. Er is gelukkig ook jam en eieren, maar ze hebben alleen van dat zoete houdbare brood en heel zoet sap.
Na het ontbijt hebben we een taxi genomen naar de oude stad en zijn we er bij de souq uitgegaan. Het is een hele lang overdekte gang met aan beide kanten kleine winkels. Het ziet er heel apart uit. Ondanks dat er veel te koop is hebben we niets gekocht. Het zijn toch allemaal spullen die je niet nodig hebt, zoals bruidskleding, schoenen, hoofddoeken en waterpijpen. Na de souq loop je direct tegen de Omayyadenmoskee op, de oudste en grootste. We moesten uiteraard eerst zo’n jurk aan voordat we naar binnen mochten. Het plein vond ik heel mooi en groot, maar de moskee vond ik minder indrukwekkend. Er werd heel erg opgelet dat vrouwen in het vrouwengedeelte bleven en mannen in het mannengedeelte. In de moskee zelf staat een klein gebouwtje, waar de tombe van Johannes de Doper in ligt, maar die is slecht te zien. Iets wat ik heel opmerkelijk vond is dat ze in de moskee van die tijd-thermometers (34 graden) hadden opgehangen, van die dingen die wij langs de snelweg hebben. Dit was een gek gezicht.
Na de moskee hebben we even op een terras gezeten, waarna we door de christelijke wijk van de oude stad zijn gelopen. We begonnen honger te krijgen, maar er was geen restaurant te zien. Als je echter goed ging kijken waren ze er wel, maar het enige wat je zag was een klein bordje op een grauwe deur in een grauwe straat. Achter die deuren zijn de restaurants verborgen. We bestelden een Syrische Crook Madam (zo schrijven zij het), deze is met kip, mozarella en veel coctailsaus. Na deze hele maaltijd, je kon amper zien dat we iets gegeten hadden, gingen we verder. We gingen nu op zoek naar de Oostpoort. Die stamt uit de tijd van de Romeinen. Na een aantal keer verkeerd te zijn gelopen hebben we het toch gevonden. We hebben een slecht kaartje en het zijn een hoop kleine kronkelige straatjes. De poort ziet er precies zouit als op het plaatje. Na de poort gingen we naar de kapel van Ananias. Deze is ook klein, maar wel heel bijzonder. Hij stamt uit de eerste eeuw en ligt onder de grond, op het vroegere straatniveau. Dit is een heel bijzonder kerkje. Na deze kerk zijn we weer naar de poort gelopen, waar we een taxi naar het hotel hebben genomen.
’s Avonds gingen we weer met z’n allen eten. We gingen naar een restaurant waar allemaal voorgerechten werden geserveerd. Er was vanalles, voornamelijk vegetarisch. Ze hadden in het restaurant een tent gebouwd en daar zaten wij in op lange bankjes. Er stonde lage tafels voor die snel met allerlei eten gevuld werden. Ze hadden allemaal aparte dingen zoals peterseliesalade, vreemde pizzaatjes, een soort kaassoufle en nog veel meer. Het smaakte goed en was zeker leuk om eens te proberen.