Vrijdag 3 augustus – Hemis – Thikse – Shey – Stok

Om half acht gaan we ontbijten. We hebben om half negen een taxi geregeld naar Hemis, Thikse, Shey en Stok. We hebben dezelfde man die ons naar TakTok heeft gebracht. Jacqueline had zijn kaartje nog en het is een aardig man en hij rijdt goed. We gaan eerst naar het klooster van Hemis. Het ligt nogal verschoven en is niet op een heuvel gebouwd. Als we aankomen (9.00 uur) merken we gelijk dat we het toeristische rondje doen vandaag. De entree is 100 RS (= 1,50 euro), terwijl niet meer zijn kwijt geweest dat 30RS. Het is een mooi klooster en onze chauffeur gebruikt zijn wachttijd om rond het klooster te lopen en de gebedsmolens te laten draaien. In een kamer van het klooster zijn ze bezig met schilderen. Eén muur is nog ongeschilderd, maar daar zijn met potlood wel al de tekeningen te zien. Het is erg leuk om te zien hoe ze zoiets maken. In het midden staat een grote gouden Boeddha en er achter staan kleine zilveren stoepa’s. Er zijn nog twee kamers te bezichtigen. In een staat ook een groot gouden beeld en in de andere kamer staan de lage bankjes van de monniken. Er is ook een museum en dat is gevuld met oude religieuze voorwerpen. Oude Thangka’s (schilderingen), oude kleding, van die grote koperen toeters, enz. Er is ook een winkel bij en daar koopt Jacqueline voor Jantien een beschilderde houten draak. Die draken komen we ook steeds in de kloosters tegen. Kwart over elf zijn we bij het klooster van Thikse. Dit ligt wel op een heuvel, maar gelukkig kan de taxi een heel eind komen. Het begint met een souvenirwinkel en hoe hoger je komt hoe meer je van het klooster te zien krijgt. We kopen weer een kaartje en gaan verder. Er zijn een hoop kamers waar je in mag. In een kamer zie je een heel groot Boeddha hoofd als je naar binnen loopt. Als je verder loopt zie je dat het een hele Boeddha is, alleen “zit” hij een verdieping lager. Dit klooster heeft ook wel wat. Het ziet er heel mooi en verzorgd uit. Er was ook een monnik bezig om de kozijnen bij te werken. Om kwart over twaalf zijn we bij het Shey paleis. Het ziet er niet heel indrukwekkend uit en dat vinden we als we weggaan nog steeds. Binnen is er weer een kamer met een grote Boeddha die net als de vorige een verdieping lager “zit”. Hij is veel simpelere. Als we weggaan komt er een net een man aan die we bij de kloosters ook al gezien hebben. Hij zegt gedag, Julley, en valt vervolgens over de laatste tree. De trappen hier zijn heel lastig. De treden zijn niet even hoog en zijn niet netjes afgewerkt. Iets waar wij al bang voor waren, gebeurt die meneer. Gelukkig mankeren hij en zijn fototoestel niets. Wat wel apart is, bij Shey zijn de rotsgravures. Ze liggen naast de weg in een bocht, dus je moet er wel goed naar zoeken. Dit is iets wat je niet heel vaak ziet. Om kwart over een komen we aan bij het Stok paleis, alleen is dat helaas dicht van een tot twee uur. We gaan in de cafetaria zitten en wachten tot het weer open gaat. Er wachten steeds meer mensen en mooi op tijd gaan de deuren open. Er is een “tempelkamer” waar we de gebruikelijke dingen zien. De banken voor de monniken, Boeddhabeelden tegen de achterwand en schilderingen op de muur. Er zijn hier talismannen te koop die ingezegend zijn door de Lama. Jantien besluit er vijf te kopen. Je weet nooit en het geld gaat naar het behoud van dit paleis. De rest van de kamers is ingericht als museum. Er liggen allerlei voorwerpen, zoals grote toeters, thangka’s, een halve schedel, instrumenten om geesten mee op te roepen enz. We nemen ook een kijkje in een kamer die als keuken is ingericht. Hierna hebben we het wel even gehad en gaan terug naar de taxi en terug naar Leh. In Leh lopen we eerst langs het bureautje wat een trekking voor Jacqueline probeert te regelen. De Fransman van gisteren wil wel. We besluiten terug naar het hostel te gaan en de spullen te pakken die nodig zijn. Jacqueline gaat dan op stap met Jantien haar rugzak en Jantien neemt Jacqueline d’r schoudertas mee. We eten ’s avonds weer Dosa’s. Dat zijn die pannenkoeken opgerold over een deegroller. In de opening kan een vulling zitten, in ons geval kaasvulling. Hoewel je met je rechterhand moet eten had Jantien al besloten gewoon beide handen te gebruiken. Toen ze bezig was viel het haar op dat ze voornamelijk met links aan het eten was, terwijl ze rechts is. Jacqueline heeft al zo veel geoefend, die eet met alleen haar rechterhand. ’s Avonds blijkt dat de Fransman toch niet terug is gekomen naar het kantoor en dat de trekking van Jacqueline niet doorgaat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *