Zondag 5 augustus Lamayuru – Alchi – Likir – Spituk

Jantien heeft om 8 uur afgesproken. Als ontbijt heeft ze weer een notenreep genomen. We rijden direct naar de ingang van het klooster van Lamayuru. Er is een kaartjeskantoor, maar dat is dicht. Jantien loopt verder en ziet alleen een dichte deur. Op dat moment komen twee meiden, enigszins hijgend, aan lopen. Ze zijn de heuvel opgelopen. Ze weten de ingang te vinden, die zit namelijk om de hoek. Je komt binnen op een kleine binnenplaats. Hier zijn mooie muurschilderingen en de uitleg staat er gelukkig ook bij. Jantien loopt de trap op en daar is nog een kamer. Er is een monnik gebeden aan het opdreunen. Het heeft is magisch, zo’n monotoon geluid dat op de achtergrond klinkt. De twee meiden gaan gebiologeerd voor de monnik in lotushouding zitten. Jantien gaat naar beneden. Onderweg komt ze een monnik tegen die haar een kaartje verkoopt. Hij heeft ook de kamer beneden open gedaan. Die kan Jantien nu rustig bekijken. Volgende stop is Alchi. De chauffeur remt ineens heel hard en rijdt achteruit. Hij blijkt de afslag voor Alchi voorbij gereden te zijn. Hij reed volautomatisch naar Leh, dat hij vergeten was af te slaan. Jantien wordt op een pleintje afgezet en moet naar beneden lopen. Het is duidelijk een toeristisch klooster, want aan weerszijden zijn souvenirwinkels. Alchi ligt niet op een berg en daarom kan je het niet zien liggen. Het is wel een bekend klooster, vanwege zijn muurschilderingen en houtsnijwerk. Het is inderdaad anders dan andere. Als Jantien naar beneden loopt kan ze kiezen, links of rechts. De groep Fransen voor haar kiezen links, dus zij volgt. Dit is de route om het klooster heen met een ingang aan de rivierkant. De andere kant was korter, maar dit heeft wel een mooie entree. Het klooster is erg mooi en omdat het niet op een heuvel ligt heeft het iets weg van een tuin met veel huisjes. Die huisjes zijn allemaal tempels. De toegang tot die tempels is alleen erg laag. Eén deur komt maar tot Jantien haar schouder, terwijl ze met haar 1,62 m echt niet groot is. Je moet je dus een beetje de tempels inwringen. De tempels zelf zijn ook klein, zo’n 10 m2. Het schilderwerk, de beelden en het houtsnijwerk zijn echter bijzonder en anders dan bij andere kloosters. Tegen 11 uur loopt Jantien weer richting de taxi. Een half uur later zijn we bij het klooster van Likir. Naast het klooster staat in de buitenlucht een grote, gouden Boeddha. Dit was de grootste Boeddha buiten een klooster, totdat ze er een in Diskit, in de Nubravallei, hebben gebouwd. Het bijbehorende museum is helaas dicht, maar je kan gelukkig wel de tempels bekijken. Ook deze zien er mooi uit, met mooie muurschilderingen, maar niet echt iets wat ze nog niet gezien hebben. In principe is de toer nu afgelopen en moeten we alleen nog terug naar Leh. De chauffeur had echter aangeboden ook langs het klooster van Spituk te rijden. Dit ligt tegen het vliegveld van Leh aan. Jacqueline is hier al met de bus naartoe geweest. Om half twee zijn we bij het klooster. Dit klooster is het grootste doolhof van allemaal. Het is niet duidelijk waar je heen moet. Iets later komt er een grote groep Ladakhi vrouwen aan. Die is Jantien maar gevolgd. Het enige nadeel was, dat ze sneller door de tempels renden, dan Jantien van plan was. Spituk is een heel leuk klooster en de onduidelijkheid van de route helpt daaraan mee. Om half drie in Jantien weer in Leh. Ze betaald de toer en gaat richting het hostel. Jacqueline ziet haar lopen, maar roepen heeft geen zin. Ze is aan het bellen met haar zus Liesbeth, die vandaag jarig is. Samen gaan we wat eten. Alhoewel Jantien eet en Jacqueline zit er gezellig bij. Zij heeft net een enorme salade op bij het “Book lover’s retreat”. Jacqueline heeft vandaag voornamelijk door de straten van Leh gezworven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *