15 augustus – (naar) Santa Clara

Vanochtend is het weer hetzelfde recept als eerdere dagen. We staan om 7 uur op en na het inpakken van de tassen en het ontbijt vertrekken we om 9 uur. Vandaag gaan we naar Santa Clara, de stad van Ernesto “Che” Guevara. Che is in Argentinië geboren in 1928 als Ernesto Guevara en daar zeggen ze bijna in elke zin “Che”. Het kan een aanduiding zijn voor vriend of man en is uiteindelijk de bijnaam van Guevara geworden. Santa Clara wordt de stad van Che genoemd, omdat hij hier in december 1958 naartoe was gestuurd om een trein te laten ontsporen. De trein met wapens was onderweg naar het oosten om tegen de revolutionairen gebruikt te worden. Che en zijn mannen lukten het om de trein te laten ontsporen en namen alle wapens in beslag, waarna Batista Cuba ontvluchtten.
Toen de revolutie een feit was vroeg Fidel in een vergadering met zijn volgelingen “Is er een econoom hier?” en Che stak zijn hand op. “Oké”, zei Fidel, “dan ben jij de minister van financiën en de directeur van de nationale bank”. Na de vergadering liep Fidel naar Che, die opgeleid was als dokter, toe en zei “Ik wist niet dat jij iets van economie wist”, waarop Che zei “Ik dacht dat de vraag was, is er een communist hier? En daarom stak ik mijn hand op.” Che had helemaal geen kennis van economische zaken, maar was niet wel de belangrijkste man op die plek.
In 1967 wordt Che in Bolivia gepakt na maanden van achtervolging. Als Che gepakt wordt vragen ze hem of hij weet hoe hij gepakt is. Dat weet hij niet. Ze vertellen hem dat hij zelf heeft gezegd hoe het moet. Want Che heeft gezegd dat een revolutie kans van slagen heeft als die gesteund wordt door de lokale bevolking. Daarom hebben ze voor dat Che naar Bolivia kwam de lokale bevolking tegen hem opgezet. De mensen hielpen de guerrilla niet, maar werden informanten voor de regering. Alle mannen die bij Che waren zijn ter plekke gedood en in een massagraf begraven. De handen van Che zijn afgehakt om als bewijs te dienen dat hij dood was. In 1997 is het massagraf ontdekt van 17 guerrillastrijders en die zijn herbegraven in een monument in Santa Clara. Hieronder waren ook de resten van Che.
We gaan eerst naar het mausoleum waar 38 niches zijn gewijd aan guerrillastrijders van de mislukte revolutie in Bolivia. De 17 uit het massagraf zijn hier herbegraven. We mogen geen foto’s maken en ook niet praten. De mensen worden in groepen naar binnengelaten zodat het binnen niet te druk is. Het is er donker, want er zijn geen ramen. Het is een rechthoekige kamer met aan de beide korte kanten een klein tuintje van planten en een stenen paadje. Hier kan je alleen niet lopen, want het dak loopt hier schuin naar de vloer. Er zijn allemaal plaquettes van steen met uitgehouwen gezichten met alleen een voornaam erbij. Bij de stenen plaquette van Che schijnt een licht in de vorm van een ster.
15 aug aAan de andere kant is een museum, want min of meer is opgebouwd met spullen die Che weleens heeft aangeraakt. Er ligt van alles, een kopie van zijn geboortebewijs, een tekening van een vijfjarige Che, tandartsspullen bij Che gebruikt zou hebben, een schaakbord, een pistool, een uniform en een hoop foto’s. Voor een hoop Cubanen is Che een held, maar hij heeft ook tegenstanders. Na de revolutie kregen alle mensen van het oude regime de doodstraf en Che was de commandant van het vuurpeloton. Dit heeft hem bij sommigen niet geliefd gemaakt.
Het mausoleum en museum zijn gebouwd in het enorme monument. Na het bezoek aan die twee loopt iedereen naar de bus om zijn of haar tas en camera op te halen. We mochten namelijk niets meenemen. Het monument is een grote trap met op een enorm hoge sokkel een beeld van Che. Zijn laatste brief aan Fidel is in bronzen letters op een enorm stenen zuil te lezen. Voor het monument staat een billboard met een foto van Hugo Chavez erop, hun grote vriend.
15 aug bVolgende stop is een monument van de ontspoorden treinen. Hier blijven we maar tien minuten, want veel is er niet te zien dan drie treinstellen niet in een zigzag zijn neergezet. Er komt een oude man in legeruniform aan bezaaid met medailles. Hij poseert wat voor foto’s en gaat daarna naast Janneke op een stenen blok zitten. Hij is erg trots op zijn medailles en wijst er een aan die hij van Fidel heeft gekregen.
Hierna lopen we naar het centrum van Santa Clara. Het is een aardig stad, maar niet erg bijzonder. Een aantal van de groep gaan in een restaurant eten en de rest gaat alvast rondkijken. Er blijken geen sandwiches te zijn, dus wordt het spaghetti. Het smaakt goed, maar we hebben ieder aan een half bord genoeg.
Na een uur, om half twee, gaan we het centrum van Santa Clara verder bekijken, maar we zijn er snel klaar mee. We lopen eerst terug naar een stalletje waar we op weg naar het restaurant langs zijn gekomen. We komen hier een tas en de verkoopster laat ons het labeltje in de tas zien, daar staat een naam op. Ze wijst naar zichzelf en legt in gebrekkig Engels uit dat ze een ontwerpster is van tas en kleding en dat ze de tas zelf ontworpen heeft.
Hierna lopen we naar het plein waar we op een bankje in de schaduw gaan zitten. We worden een aantal keer lastiggevallen of we zeep of shampoo hebben (gebeurt regelmatig) of ze willen het shirt hebben dat je aanhebt. Uiteraard geven we dat niet, maar we vragen ons toch af of het werkt, want ook die vraag wordt weleens gesteld.
15 aug cOm kwart over twee gaan we richting de bus, die voor een kerk geparkeerd staat. Er zijn al een hoop mensen van de groep, maar de chauffeur, Danilo, is er nog niet, dus bekijken we de kerk met z’n allen. De kerk zelf is niet zo bijzonder, maar de glas-in-loodramen zijn erg mooi. Als Danilo er is stappen we de bus is. Nog lang niet iedereen zit en Alexis zegt dat we ons vast moeten houden. De bus begint te rijden, dat gebeurt normaal nooit. We missen Naomi en Thomas nog. Blijkt dat Danilo een geintje met ze wou uithalen. Hij zag ze komen aanrennen en reed daarom twee meter verder. Als Janneke aan komt lopen rijdt hij de bus vaak een paar meter haar kant op. Het is een hele aardig man, al is communiceren moeilijk omdat hij alleen Spaans spreekt. Als Janneke in het gangpad staat om de bus uit te gaan, springt hij van zijn stoel en gaat net buiten de bus staan om Janneke een handje te geven. Als Janneke de bus in gaat staat hij naast bij stoel om haar de bus in te tillen.
Vlak voor we bij het hotel zijn vertelt Alexis dat Santa Clara de stad van de bloemen is en zo zegt hij “heeft hij een goed excuus” en geeft elke vrouw een rode roos.
15 aug dTegen drie uur zijn we in het hotel. Het zijn allemaal bungalows met zes kamers per huisje. We blijven wat op de kamer lezen, maar om vijf uur besluit Jantien om de omgeving te verkennen. Er staan veel vogelkooien met allerlei exotisch vogels op het terrein. Er is ook een vijver met een kleine krokodil en wat schilpadden. Net als ze bij de krokodil staat voelt ze een paar druppels, die binnen 20 seconden uitbreken tot een stortbui. We zoekt snel een droog heenkomen en gaan op het overdekte terras van het restaurant zitten. Het houten dak bedekt met riet is alleen niet helemaal water dicht, dus er komen hier ook grote druppels naar beneden. Na driekwartier is het om zes uur droog genoeg om naar de kamer terug te gaan.
Om zeven uur gaan we naar het restaurant. Er is een erg uitgebreid buffet en ook ruime keuze in toetjes. Tijdens het eten komen er ineens een paar modellen door de eetzaal lopen. Blijkbaar is er om negen uur een modeshow. We gaan kwart over acht, als we klaar zijn met eten, terug naar de kamer en laten de modeshow over aan de anderen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *