zaterdag 25 juli – naar Raleighvallen

We staan om 6 uur op, want we moeten om half acht klaar staan met een gedeelte van onze spullen, want er is geen plaats om alles mee te nemen het binnenland in. Wij hebben besloten om alles in Jantien haar rugzak te doen en Janneke haar tas in het hotel te laten.
25 juli bWe gaan met een klein busje, waar officieel 30 personen in kunnen. Aan de rechterkant van de bus zijn dubbele stoelen en links enkele. Aan de rij dubbele stoelen zit echter een klapstoel, die in het gangpad uitgeklapt kan worden. Je wordt dus helemaal ingebouwd.
Met alle bagage op de achterbank gaan we rond kwart voor acht rijden. We stoppen aan het eind van de verharde weg bij een benzinestation, waar ook een supermarkt is. Deze supermarkt lijkt om wat we gewend zijn. Er is van alles te krijgen, eten, wasmiddel en ook slippers, handdoeken, opblaasboten enz.
Hierna is de weg helaas niet meer verhard. Het bestaat uit rood zand wat hard is aangestampt. Een keer per week komt er een soort sneeuwschuiver om alles een beetje glad te maken. De grond hier is eigenlijk wit, maar is niet goed om een weg te bouwen. Vandaar dat ze de weg met dit rode zand hebben gemaakt wat goed aan te stampen is.
We rijden zigzaggend over de weg op zoek naar de beste route om de kuilen heen. Soms ligt er een plas water over de hele lengte van de weg. 25 juli aDe chauffeur rijdt daar steeds heel rustig doorheen, omdat hij niet kan zien wat er in de plas ligt. Tegen elf uur gaat dat fout en zitten we vast. Het busje kan niet meer voor of achteruit. Maar we hebben geluk. We hebben bijna geen andere verkeer gezien, maar nu rijdt er een DAF kiepwagen achter ons. Chafhid stapt uit met een kabel en maakt ons busje vast aan de kiepwagen. Deze trekt ons naar achteren uit de plas. De chauffeur kan het nu nogmaals proberen, maar nu met wat meer snelheid. We rijden zonder problemen door de pas.
Drie kwartier later stoppen we op de weg om even de benen te strekken en wat van de meegebrachte lunch op te eten. Hij is best warm buiten, maar lang niet zo erg als vorige jaar in Cuba of het jaar daarvoor in Japan. Het is iets boven de 30 graden, maar de luchtvochtigheid zal wel lager zijn, want het is een stuk minder benauwd.
25 juli cWe hebben echter pas 50 kilometer gehad in drie uur en we moeten er in totaal 150 km. Dat belooft niet veel goeds. Gelukkig valt het mee en wordt de weg egaler. Zelfs zo erg dat de chauffeur hele stukken 80 km/uur rijdt.
Om drie uur komen we aan bij de boot, nou ja boot, die is er nog niet. Chafhid gaat op onderzoek uit. Bij deze aanlegsteiger staat ook een huis met een picknicktafel onder een afdak. De eigenaar van het huis, hij noemt zich Piet, heeft ook een wc, waar we eerst niet op mogen, maar later tegen betaling wel. Er schijnt iets met de boot te zijn, dus wij moeten wachten… en wachten… en wachten. Ondertussen is het goed gaan regenen en hebben we met z’n allen de overdekte plaats en zitplekken van Piet overgenomen.
Om tien voor half zes komt Chafhid ons vertellen dat de boot gemaakt is. De booteigenaar was om twaalf uur naar de steiger gaan varen, toen de motor er mee ophield. Hij is toen terug gepeddeld om een andere motor te halen. Vervolgens lukte dat niet en ging hij een andere boot regelen, die weer geen benzine bleek te hebben. Maar we kunnen nu weg. Het hoost alleen heel erg, dus we wachten nog maar een paar minuten. Alle bagage wordt in een boot geladen gewikkeld in een dekzeil. Er kunnen ook nog drie mensen van de groep mee.
Kwart voor zes, na wat moeite te hebben met het starten van de bagageboot, gaan we eindelijk weg. De boottocht duurt drie uur. We zitten in een soort boomstamboten, smal en lang. We zitten twee-aan-twee op houten bankjes. Na vijf minuten weet niemand in de boot nog hoe hij/zij moet gaan zitten, maar we zijn er nog niet. We zien allerlei vogels vliegen waaronder een toekan en twee papegaaien.
26 juli f ons onderkomenTegen half acht wordt het donker. Een klein stukje van de hemel kleurt rood en dan hebben we alleen nog de maan die licht geeft. Iets onder drie uur (20.40 uur) komen we aan. De bot meert alleen met de punt aan, terwijl bij het instappen hij naast een steiger lag. Aangezien wij vrij ver naar achteren zitten moeten we over alle bankjes heen stappen. Jantien wil Janneke helpen en pakt de leuning van het bankje voor haar beet en merkt op dat deze los zit. Terwijl zij zich een weg naar de punt van de boot baant, haalt ze alle rugleuningen los, zodat de mensen na haar er makkelijker uit kunnen.
We nemen de spullen mee en lopen naar een groot huis, zonder muren. Het is eigenlijk een dak op palen. Hier staan een hoop stapelbedden met klamboes, onze slaapplaats. Er wordt vrij snel een maaltijd neergezet die bestaat uit droge rijst, kousenband en kippenpoten. Het is een eenvoudige maaltijd, maar smaakt erg goed.
Na het eten maakt iedereen zich klaar om naar bed te gaan, we zijn er vandaag een beetje klaar mee.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *