donderdag 6 augustus – naar Galibi

Om kwart over zes gaat de wekker. We moeten weer inpakken, nu voor twee nachten. De Djoser junior groep is ook in Paramaribo en gaat vandaag ook naar Galibi. Zij zouden om acht uur vertrekken en wij om kwart over acht. Om tien voor half negen komt er een bus aan en het blijkt onze bus te zijn. De junior bus volgt vijf minuten later.
We gaan nu met een volledig verzorgde toer en dus niet met onze eigen chauffeur of onze reisbegeleider Chafhid. We hebben nu Tio, wat oom betekent maar dat is hij (nog) niet. De bus is wat anders ingedeeld dan de vorige dus nu moeten er twee mensen op klapstoelen zitten in plaats van een.
We rijden nu richting het oosten en gaan de brug over de Surinamerivier over. Deze brug ligt er sinds 2000, daarvoor moest je met een pont over. Sinds de brug er ligt is de andere oever (van Commewijne) meer ontwikkeld. Hier staan ook mooie huizen met tuin van de mensen die elke dag naar Paramaribo forensen.
6 aug a ocelotHalf tien is al de eerste stop. Er staat thee en koffie klaar en een “vleesbroodje”. Een vleesbroodje blijkt een Surinaams saucijzenbroodje te zijn. Het lijkt met gekruid kip gevuld te zijn. Bij de wc is een hok waar een ocelot (een katachtige) zit. Hij krijgt binnenkort een groter hok verteld Tio. Tio verteld ook dat zijn neef de moeder heeft doodgeschoten. De neef zag de ocelot pas toen ze al helemaal in de aanvalshouding stond en de neef heeft direct geschoten. Toen zag hij pas het jonkie en die heeft hij meegenomen.
6 aug b casa blancaDe rijden door tot Moengo. Hier zit al sinds het begin van de twintigste eeuw het Amerikaanse bedrijf  Suralco. Ze verwerken bauxiet tot aluminium. Ze blijven nog twee jaar zitten, want Bouterse heeft gezegd dat ze alleen mogen blijven als ze 50% van de winst afstaan en dat willen ze niet, dus gaan ze weg. Ronnie Bronswijk woont hier ook en hij is ook bezig dit gebied te ontwikkelen. Hij heeft opdracht gegeven tot het bouwen van een grote boerderij op een plek waar er vroeger ook een stond. Dit levert werkgelegenheid op voor de bevolking.
In het stafdorp van Suralco staat ook Casa Blanca. Dit huis, waar het tegenwoordig schijnt te spoken, heeft koningin Juliana overnacht toen ze Suriname bezocht.
6 aug c moiwanaWe stoppen ook bij het monument van het dorpje Moiwana. Dit is een monument voor de 38 mensen die door het leger in 1986 zijn vermoord. Elk blok stelt een persoon voor en de namen staan er ook op. Een klein kind heeft een heel klein blokje, een zwangere vrouw een hele dikke.
We zijn nu tien minuten van Albina vandaan. Hier stoppen we even om wat inkopen te doen en dan rijden we een klein stukje naar de opstapplaats van de boot. Eerst scheept de junior groep in. Wij moeten nog even wachten op onze boot, die tien minuten later aankomt. We laden de bagage voor op in een dekzeil. Ook de kleine tassen deze keer, want door de golven van zee heb je meer langs van opspringend water. De boten zijn ook groter, dieper en vooral breder dan de korjalen. We zitten nu met z’n drieën naast elkaar.
Als we in mogen stappen moet iedereen eerst wachten tot Janneke zit. Ze moet op de rand gaan zitten en dan draaien en haar benen over de rand gooien. Dit lukt zonder problemen. Nu mag de rest. We moeten wel door het water naar de boot, dus iedereen is blij met z’n slippers.
6 aug d AlbinaOm tien voor twee gaan we weg. Onderweg krijgen we nog een stortbui over ons heen. We duiken weg in poncho’s en regenjassen. De druppels zijn zo groot dat het aanvoelt als hagel. Na een kwartier is het weer droog en binnen tien minuten is het weer heel warm in de boot.
Tegen drie uur leggen we aan. We moeten weer uit de boot klimmen het water in. Het water komt niet eens tot je knieën dus dat is goed te doen. Janneke mag blijven zitten en wordt wat dichterbij de kant afgezet. Ze moet weer op de rand gaan zitten, maar Gerrit tilt haar gewoon de boot uit.
We gaan naar een prieel voor een welkomstdrankje en instructies. We delen een kamer met Marieke en Liesbeth. Nadat de spullen op de kamer liggen moeten we terug voor de (late) lunch. Het is een warme maaltijd met kip, vis, kousenband, witte rijst en aubergineprut.
Na de lunch hebben we vrij en wij besluiten het souvenirwinkeltje onveilig te maken. Het is pas de tweede die we zien. De eerste is in het hotel in Paramaribo. We kopen wat kettingen. Op het kaartje staat bij elke ketting wie hem gemaakt heeft. Deze vrouw kan trouwens wel goed rekenen. Wat wel grappig is dat als ze 15 en 25 moet optellen, maakt ze wel de bewegingen met haar handen of ze het optelt voor ze op 40 komt.
Om zeven uur is het etenstijd. Zoals afgesproken mogen nu de Junior groep eerst opscheppen. Je hoeft alleen niet nu bang te zijn dat er iets niet meer is, want er is alleen soep en witte rijst. Je kan de witte rijst in de soep doen, maar die is al aardig gevuld. In de soep zitten stukken aardappel, macaroni, mie en groente. Dit is een aardig gevuld soepje dus de rijst laten de meesten gewoon staan.
6 aug e GalibiAan het eind van de maaltijd zegt Tio dat ze nog voor een van ons een verrassing hebben. Alberta is namelijk jarig. Vanochtend hadden we al gezongen, maar we zetten nog eens in. Alle verjaardagsliedjes die we kennen worden gezongen. Als we klaar zijn wil Tio met nog twee andere ook een lied zingen in hun eigen taal. Ze hebben er een trommel en een soort rammelaar bijgehaald. Wij wisten van geen ophouden, maar zij helemaal niet. Op den duur gaan ze ook over op het Nederlands en vallen wij weer bij. Tien voor acht zijn we klaar en kan Alberta de taart aansnijden. We moeten alleen wel om acht uur klaar staan, dus de taart wordt al lopend naar de kamers opgegeten.
Janneke blijft thuis, net als nog twee anderen. De rest gaan in het donker aan boord. We moeten wel weer eerst tot je knieën het water in. De meesten hebben zich in regenjassen of poncho’s gehesen.
We varen nu richting de kust dus het wordt alleen maar erger met de golven. Je krijgt een continue spray van zout water in je gezicht en soms een hele golf. Na ruim een half uur komen we nat op onze bestemming aan. Uitstappen is niet zonder gevaar, want Liesbeth gaat kopje onder, terwijl ze uit de boot wil. De boot schommelt best hevig en dat maakt het uitstappen er niet gemakkelijker op. Gelukkig is het warm, bijna 30 graden, dus het droog wel.
Jantien had haar slippers in haar handen, maar voor ze ze aan kan doen is de groep al in beweging. Dan maar op blote voeten. Het heeft veel weg van een middelbare school strandwandeling. We worden op een hoog tempo over het strand gejaagd. Je moet alleen goed opletten waar je loopt, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De meesten hebben geen zaklamp en dat gaat best redelijk. Sommigen schijnen soms op obstakels, maar als het licht weer uit gaat, zie je even helemaal niets.
We vinden een spoor van gisteren en een van vandaag, maar die laatste gaat direct de zee weer in. Helaas geen schilpadden voor ons. Tio komt wel een uitgekomen nest tegen en gaat daar in graven. Onderin de kuil vindt Tio nog een schildpadje. Tio zegt dat dit vaak gebeurd met de onderste eieren. Die schildpadjes komen in de verdrukking. De meesten van ons denken zelfs dat hij dood is, maar als hij wat water over zich heen krijgt komt er leven in.
Tio helpt hem een klein stukje verder, maar vanaf daar moet hij het echt zelf doen. Tio vertelt dat de schildpadjes op deze manier hun vinnen kunnen testen en leren te bewegen voor ze gaan zwemmen. Ons schildpadje haalt veilig de zee, nu maar hopen dat hij niet direct door andere beesten wordt opgegeten.
Het is ondertussen tien uur geweest en we gaan weer de boot in. De boot is tijdens onze strandwandeling met ons meegevaren, dus we kunnen zo instappen. Terug hebben we wind mee, dus bijna geen opspattend water. Nu kan je goed genieten van de prachtige sterrenhemel. Je ziet zo ontzettend veel sterren en de nevel van de melkweg is ook zichtbaar.
Als we aankomen is het bijna elf uur, tijd om naar bed te gaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *