18 juli – Rudi klooster en Soroca

Om 6 uur ging de wekker. Toen ik opstond had ik wat last van slaap in mijn ogen. Na een aantal minuten had ik het door, ik was gisteren vergeten mijn lenzen uit te doen. Voor de vakantie heb ik altijd daglenzen en die zijn zo dun, die voel ik echt niet. Snel mijn lenzen maar uitgedaan en mijn ogen even laten tranen. Ondertussen maar de tas verder ingepakt en daarna mijn nieuwe lenzen ingedaan. Om 7 uur konden we ontbijten, dus kwart voor zeven ga ik op pad. Dit keer wel met fototoestel, want ik heb helemaal nog geen foto van die dorp gemaakt. Het is weer heerlijk rustig. Ik zie onderweg zelfs twee eekhoorns en een heleboel vogels. Het heeft echt iets rustgevens om zo in de vroege ochtend door dit dorpje te wandelen.
Het ontbijt is uiteraard hetzelfde als gisteren en smaakt prima. Ook dit keer maar weer rijstebrij genomen, zoveel beter dan dat brood. Het brood doet me nog het meest aan glutenvrij brood denken, ook zo droog en smakeloos.
Het ontbijt ging sneller dan verwacht en ik ben dus ruim op tijd weer terug bij mijn huisje. Ik poets mijn tanden en doe alles in de tas. Juist als ik met mijn boek in de hand ga zitten, hoor ik getik. Iets later weer. Wat is dat nou? Ik pak mijn camera en ga naar buiten. Daar is het weer, bij de elektriciteitspaal en dan zie ik het, een specht. De specht is op verschillende plekken van de paal aan het tikken geweest.
Om 8 uur is Tudor, de chauffeur, er al. Het is al de hele tijd dezelfde chauffeur. Jacqueline heeft verteld dat het de vader van de grote baas is, die het leuk vindt om af en toe te rijden. Daarnaast is het nu heel druk en is het alleen maar handig. We zijn trouwens door de grote baas met de grote bus van het vliegveld gehaald. Hij rijdt blijkbaar ook nog af en toe.
Eerst worden al onze spullen ingeladen en dan rijdt de bus naar de receptie voor de anderen. Ik loop alvast die kant op, misschien heeft Ida nog hulp nodig. Ze staan al te wachten en ik til de tassen van Leni en Jacob het trapje af, Ida heeft alles onder controle. We stappen allemaal in en rijden terug naar het begin van het dorp waar de rest instapt. Om half negen zijn we weer op weg.
Twee uur later stoppen we bij een benzinestation waar we eten voor de lunch kunnen kopen. Er is niet heel veel, dus ik koop voorverpakt croissants gevuld met kersengelei of vanille/aardbeien room. Naast het benzinestation is een veld met zonnebloemen. Kunnen we allemaal eindelijk onze gewilde foto van de zonnebloemen maken.
Lieselotte voelt zich niet lekker en aangezien we vlakbij Soroca zijn, gaan Eduard en zij alvast naar het hotel. We rijden dus even een klein rondje om ze af te zetten en gaan daarna op weg naar het Rudi klooster. Op de kaart is het niet zo ver, maar na de rotonde stop ineens de normale weg. Er is hier wel eens asfalt geweest, maar het is vaak stuk en soms helemaal weg.
Op een zijweg staat een monument voor de geodetische boog van Struve. Dit is het enige UNESCO werelderfgoed van Moldavië. Ik had al gelezen dat het een klein monumentje is en dat is het ook. Het monument is bedoeld voor astronoom Friedrich Georg Wilhelm von Struve die tussen 1816 en 1855 met behulp van driehoeksmetingen de afstand tussen Hammerfest in Noorwegen en de Zwarte zee heeft gemeten, 2820 km. Nadien zijn in beide eindpunten astronomische waarnemingen gedaan en met al die gegevens konden ze de vorm en grootte van de aarde nauwkeuriger bepalen.
Na dit korte fotomoment gaan we weer verder naar het Rudi klooster. Kwart voor een komen we hier aan. Hier leven conservatieve nonnen, die weinig of heel zachtjes praten en moeten we dus ook. Alle vrouwen zonder rok over de knieën krijgen een wikkelrok om aan te doen. Een lange broek is voor vrouwen ook niet goed. De schouders moeten ook bedekt, maar blijkbaar heeft mijn T-shirt te korte mouwen, want ik krijg ook een hele lelijke synthetische blouse met bloemenmotief. Ook een hoofddoek is verplicht. Volledig verkleed betreden wij het klooster. Daarnaast mag ongeveer niets in het klooster, waaronder fotografen. De meeste van ons fotograferen geen bewoners, maar de kerken hadden we allemaal al op de foto vanaf de andere kant van het hek voordat iemand iets zei.
Ik vond de kerken iets weg hebben van sprookjeskastelen. Ik had meer een Disney gevoel dan dat ik in een klooster was. Het enige echt memorabele zijn de wc’s. Van buiten zijn het mooie nieuwe houten huisjes, maar van binnen is de ammoniaklucht niet te harden. Er was wel wc-papier en naast de wc’s was er een wasbak met stromend water, dus het had erger gekund. Toen ik de wc uitkwam hoorde ik een vrouw best hard praten, het bleek een non te zijn die via een mobiele telefoon aan het bellen is. Had ik hier niet helemaal verwacht.
Net buiten het hek, bij de bus eet ik mijn lunch op. Ik had ook bananen. We konden namelijk toen we Eduard en Lieselotte afzetten even nog wat fruit kopen op het marktje voor het hotel. Ik had 6 bananen waarvan ik er 2 zelf eet, 2 geef ik er aan Leni en Jacob en 2 ruil ik voor 2 mandarijnen met Henri en Rian.
Tegen twee uur gaan we weer richting Soroca. Jacqueline heeft een afspraak geregeld met Nicolae, de directeur van het museum en fort van Soroca. Daarnaast heeft hij veel contacten met de zigeuners hier en zal ons door die wijk rondleiden. Om drie uur zijn we bij het fort. Lieselotte voelt zich weer beter, dus Eduard en zij wachten ons op bij het fort. Daar is ook Nicolae al te vinden. Het was de bedoeling dat hij alleen een rondleiding zou geven door de zigeunerwijk, maar hij brandt direct los. Hij is super enthousiast en dat kan hij ook overbrengen. Hij vertelt alleen heel veel, heel snel. Eén mooi verhaal wil ik hier toch wel vertellen. In de Sovjettijd is hem geleerd dat de Sovjets Moldavië van Turkse overheersing hebben bevrijd, maar dat blijkt helemaal niet waar te zijn. Toen Moldavië onder de voet gelopen dreigde te worden door de Turken besloten ze een akkoord te sluiten met de Turken. Ze besloten de Turken geld te geven, wat de Turken ook wilden, maar onder drie voorwaarden. Ten eerste: Turken mochten geen land kopen/bezitten in Moldavië, ten tweede: de Turken mochten geen huizen bouwen en ten derde: De Turken mochten geen moskeeën bouwen. De Turken hebben Moldavië dus nooit bezet, maar de echte bezetters waren de Sovjets.
Na drie kwartier gaan we met de bus naar de zigeunerwijk. Het is waarschijnlijk niet iets wat je verwacht bij de term “zigeunerwijk”. Er staan kasten van huizen. Geen is er echter af, want dan hoef je nog geen belasting te betalen. Ze hebben hele aparte stijlen, maar veel Indiase invloeden en veel zuilen. Ook “mooie” zilverkleurige daken komen langs. Ze hebben echter geen stromend water in huis (misschien een aantal wel trouwens) en ze bewonen eigenlijk maar een kamer. De rest is voor show. Direct worden we aangesproken, maar als ze Nicolae zien gaan ze vaak met hem een praatje maken. Ik voel me een stuk prettiger met hem in de buurt. Het wordt ook afgeraden om als toerist door de wijk te lopen.
De volgende stop is de begraafplaats. Ook hier heeft Rudi weer een hoop verhalen te vertellen. Tussen de graven staan heel veel picknick tafels, die zijn voor paaszondag en paasmaandag. Dan is het hier groot feest. Ze komen dan alle samen bij de graven om de overledenen te gedenken en te vieren. Er zijn nu eigenlijk alleen maar zigeunergraven, maar de eerste was een echte gangster. Hij is ook doodgeschoten. Zijn vrienden wilde hem op een bepaalde plaats op de begraafplaats begraven hebben, maar de priester zei nee. “Jawel” zeiden de vrienden, “nee” zei de priester. “Wel of we gooien je kerk plat”. “Oké” zei de priester. Nadat de gangster begraven was kwamen de vrienden erachter dat hij eigenlijk op de plek van afvoer van de wc’s begraven is. Ze gingen verhaal halen bij de priester en die zei: “Ik heb toch gezegd dat je hem daar niet moet begraven.”
De graven op zich zijn ook apart. Alle hebben een verticale steen met meestal een volledige afbeelding van de overledene. Wat ik daar zo apart aan vind is dat sommige echt een onflatteus “foto” van zichzelf hebben gebruikt.
Dit was de laatste stop met Nicolae en we gaan naar het hotel. De kamer ziet er prima uit. Ik blijf er alleen niet zo lang, want ineen bedenk ik me dat hier de vermaarde frambozenjam te koop moet zijn. Ik loop eerst zelf een rondje, maar kan niets vinden. Ik vraag het vervolgens aan de balie van het hotel en ik word naar een mini markt gestuurd die 24 uur open is. Die heeft alleen jam die niet uit Soroca komt. De verkoopster vertelt dat ik op de markt moet zijn en dat die morgen om 8.45 weer open gaat. Ze gaat zelfs met me mee naar buiten om aan te wijzen waar het is. Helaas gaan we morgen al om 8.30 weg, dus ik ben bang dat de frambozenjam er niet in zit.
Ik ben om zeven uur weer bij het hotel en daar zijn Marika en Marijke ook. De rest van de groep is allemaal naar de pizzaria gelopen, maar wij besluiten naar het fort te gaan, want daar is ook een restaurant. Het is een buitenterras waar een wit circustentdoek overheen gespannen is. We nemen plaats en bekijken de kaart. Ze hebben maar een Engelstalige kaart. Onze ober heeft Tudor, hetzelfde als onze chauffeur. Het is ene jongen van ongeveer 16 die aandoenlijk zijn best doet, maar niet zo goed is. Als hij probeert een fles wijn open te maken breekt eerst de kurk in tweeën en bij het tweede stuk kurk breekt er een klein stukje glas af. Marijke vertrouwd het niet meer en wil een andere fles. Weet jij veel of er splinters in de wijn zijn gevallen. De manager wordt er bij gehaald en we krijgen een andere fles, die door een ander wordt opengemaakt. Bestellen van het eten gaat ook niet helemaal goed. Ten eerste hebben ze de dingen die we willen helaas niet en als we dan onze bestelde kip op spies met saus en verse groente krijgen is er geen spies en geen saus. En de groente zijn een paar schijfjes komkommer en partjes tomaat. Als we on de saus vragen krijgen we een klein bakje ketchup. We besluiten nog een toetje te nemen, hun specialiteit, gefrituurd ijs. Het ijs wordt door een paneerbeslag gehaald en dan heel even gefrituurd en dan opgediend. Het smaakt best lekker.
Om half tien zijn we terug gelopen. Helaas was het nu harder gaan regenen (heen druppelde het alleen maar). Het is wel nog steeds 21,5 graden, dus koud is het niet. In het hotel komt Marika even langs op de kamer om de ansichtkaarten naar huis te regelen. Aangezien we ze hier niet zien hebben we besloten onze eigen foto’s te gebruiken en via Greetz te verzenden. We hebben gelukkig niemand die postzegels verzamelt, want daar heb je niet veel aan met deze methode.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *