Om iets voor achten komt Tracy de tassen weer ophalen. We rijden daarna door naar het restaurant om te ontbijten. Dat gaat gelukkig sneller dan het avondeten. Rond half negen rijden we weg. We gaan naar Botswana. Om bij de grens te komen moet je door een nationaal park. Als je doorgaand verkeer bent hoef je niet te betalen, als je het park wil bezoeken wel. De vrouw bij de ingang laat Tracy betalen. Zij betaalt, maar zegt erbij dat je vroeger nooit hoefde te betalen als je naar Botswana ging. “Nee, dat hoeft ook niet”, zegt de vrouw. Dus vraagt Tracy haar geld terug. “Deze kassa geeft geen geld terug”, zegt de vrouw. Behoorlijk boos stormt Tracy de auto en rijden het park in. Bij de eerste afslag slaat Tracy af, “Ik heb toch betaald” zegt ze. We zien direct een rhoan antilope. Deze zie je niet heel vaak en Tracy is enthousiast. We komen nog meer dieren tegen, zoals de gewone impala, hamerkop vogel, onze eerste neushoorn, blauwbal apen, bavianen, koedoes, wrattenzwijnen en vogels. We rijden al even rond en moeten nu eigenlijk een beetje haast maken. We hebben om 12 uur afgesproken in Botswana, dat is 11 uur in Namibië. Op het laatste stuk weg, stopt Tracy ineens, pakt haar verrekijker en is nog enthousiaster als bij de rhoan. Er komt een groep sabel antilope aan. Dit is een bedreigende soort en je ziet ze dus heeft weinig. We nemen de tijd voor de foto’s en film en rijden daarna pas door.
Bij de grens van Namibië hebben we pech. Er is net een hele groep aangekomen die het land in willen en er is maar één beambte bezig. Hij ziet ons wachten en komt onverwacht eerst naar ons voordat hij de volgende aan zijn balie helpt. We krijgen de stempels en kunnen door. Botswana in gaat ook heel soepel. Nu moeten we alleen het ophaalpunt vinden. Tracy is er nog nooit geweest en wij zoeken mee naar een rood-wit-zwarte paal langs de weg. Als we denken dat we al te ver zijn, zien we een auto en daarna de paal. We zijn een half uur te laat. We rijden achter de auto, een 4×4, aan. Hij, Sox, rijdt naar een klein dorpje, 8 rieten huisjes. Daar zal ons busje de komende twee nachten blijven staan. We laden de spullen in de 4×4 en Tracy en Jantien klimmen in de laadbak. Janneke neemt plaats naast de chauffeur. Na een kwartier rijden komen we aan bij een boot. De boot ligt in het water, maar er groeit zoveel riet, dat het net lijkt of de boot op het land ligt. We laden weer alles over en varen weg. Er is duidelijk een weg tussen het riet gemaakt, zodat de schroef er geen last van heeft. We varen niet zo snel en zien direct al allerlei vogels. Sox wijst ze aan en geeft er direct de namen bij. Het is alleen een beetje veel om op te noemen.
Als we aan komen bij onze verblijfplaats zijn we aangenaam verrast. We hadden tenten met gewone bedden verwacht, maar krijgen luxe huisjes met eigen douche en wc. Het heeft eigenlijk alleen geen voorkant. Er is alleen een laag muurtje en daarboven niets. Het kijkt uit over bomen en riet, prachtig. De lunch is al klaar en is heerlijk. Ze hebben een soort pizza/quiche. Het is eigenlijk pizza, belegd met van alles en afgedekt met kaas. Om 14.30 zijn we klaar met eten en gaan we even naar ons huisje. We lezen wat en kunnen eindelijk relaxen. Drie kwartier later gaan we alleen weer op de boot. Dit maal gaan we de andere kant op en Sox laat ons weer allerlei vogels en een paar (kleine) krokodillen zien. We zien o.a. de pied kingfisher, de giant kingfisher en de visarend. Om zes uur genieten we van een zonsondergang op het water. Als we terug bij de lodge komen brandt er al een vuur. We zitten lekker bij het vuur, lekker op te warmen, want het koelt weer snel af. Om half acht gaan we eten. We krijgen een heerlijk drie gangen diner voorgeschoteld. Heerlijk tomaten-groentesoep, kippenpoten met puree en sla en als toetje rijstgebak.
Na het eten gaan we snel naar ons huisje. De bedden zijn al opgemaakt. De klamboe is naar beneden en er ligt een extra deken op bed. We kruipen direct onze bedden in. Het is veel warmer dan we hadden verwacht. Uiteindelijk daalt het kwik tot 11 graden, maar we hebben het niet koud gehad.