We staan om 7 uur op en pakken alles rustig in. Als we aan het ontbijt zitten komt Lianne binnen. Ze wordt direct door iedereen gefeliciteerd en de groep zingt haar toe.
Om 9 uur vertrekken we in een bus versierd met ballonnen. Als we net op weg zijn zingen we nog een keer voor Lianne.
We rijden eerst langs El Cobre, hier staat een erg belangrijke basiliek, basilica de Nuestra Señora del Cobre. Hier wordt La Virgin de la Caridad (Maagd van de barmhartigheid) bewaard, bijnaam Cachita. Volgens de legende is het beeld ontdekt in 1612 door drie vissers, de drie Juans, die overvallen waren door een hevige storm. Ze zagen het beeld op een plank langsdrijven. Ze vissers vreesden voor hun leven en haalden het beeldje uit het water en op de plank stond “Ik ben de Maagd van de barmhartigheid”. Toen ze de storm hadden overleefd geloofden ze dat er een wonder was geschiet en zo was de legende geboren.
Op de weg naar de basiliek worden zonnebloemen en mini Cachita’s verkocht. We stoppen even bij een kraampje omdat de chauffeur zonnebloemen wil kopen. Iets later stoppen we weer voor een foto van de basiliek. Volgens Alexis is dit een goede plek om een foto te nemen en alle elektriciteitsdraden in beeld die moeten we maar weg photoshoppen. Bij deze stop is ook een kraampje en een aantal reisgenoten, waaronder wij, komen ook zonnebloemen. Blijkbaar houdt de Maagd van geel en daarom verkopen ze zonnebloemen.
Als we aankomen bij de kerk is het druk en de kerk zit vol. Er is een dienst aan de gang, maar we mogen gewoon naar binnen. Je mag ook foto’s maken, geen probleem, alleen moet je dat wel vanaf de ingang doen. Er is een doopceremonie aan de gang, een voor een worden de kinderen en hun ouders naar voren geroepen. Wij lopen naar de voorkant van de kerk waar een heleboel emmers staan. De meeste zijn al gevuld met bloemen, maar de onze kunnen er nog makkelijk blij.
We gaan nu op weg naar Sierra Maestra. Dit is een plek die door weinig toeristen wordt bezocht en ligt in de hoogste bergketen van Cuba. We komen rond half een aan. We kunnen nog niet op onze kamers, dus gaan we met z’n allen naar het restaurant. Het hotel is tegen een helling gebouwd en bestaat uit verschillende gebouwen. In het restaurant haalt Alexis een taart tevoorschijn die Lianne mag aansnijden. Nadat de taart verdeeld is krijgt ze als cadeau twee sambaballen. Er komt ook een man met een gitaar en Lianne moet mee doen met zijn lied. Daarna zet hij Happy Birthday in en zingen we voor de derde keer Lianne toe.
We bestellen wat de eten en na het eten gaan de meesten wandelen naar de rivier. Wij besluiten bij het hotel te blijven. Zoals Jantien zei “Ik ga eens vakantie houden”. Dat doet ze ook en heeft nu haar boek uitgelezen. We hebben een mooie kamer met een balkon. Na een paar uur begint het te regenen met later ook onweer. Die buien zijn eigenlijk niet zo onverwacht als je de omgeving ziet. Het is hier helemaal groen met bomen en planten overal.
Om half zeven gaan we eten. Het eten is hier inclusief. Er is een klein buffet, maar het smaakt erg goed. Na het eten kan je als toetje wat fruit en/of rijstepap pakken. Er zijn ook een soort lappen in de kleur van stoofperen. Jantien probeert een klein stukje, maar daar heeft ze direct spijt van. Het is redelijk taai en heel vies. Later hoort ze iemand zeggen dat het de schil van een grapefruit is. Dat zou zo maar kunnen, want het was inderdaad bitter.
Na het eten blijft iedereen hangen. Alexis leert een aantal mensen dominospelen op zijn Cubaans. Anderen gaan poolen. Dat valt best wel tegen, want een keu is nogal krom, dus als je die verkeerd vasthoudt krijgt de bal ineens een afwijking. Jantien speelt een spelletje samen met Naomi tegen Lianne en Thomas. Daarna spelen Jantien en Lianne tegen elkaar. Dit gaat niet zo goed. Ook al proberen we het serieus na ieder tien beurten is er nog steeds geen bal in. We besluiten alle regels overboord te gooien en elke bal goed te keuren. We letten dus niet meer op halve, hele of de zwarte bal. Het spel slaat nergens op, maar we hebben de grootste lol. Tegen elf uur gaat iedereen naar bed.
8 augustus – Santiago
We staan weer om 7.30 op. Het ontbijt hier is uitgebreider dan de vorige hotels. Ze hebben een goed gevuld buffet met brood en beleg en een ander buffet met warm eten, zoals wentelteefje, pannenkoekjes en worstjes. Er is ook en een aparte tafel met fruit. Het sap komt hier uit pakken in plaats van sap bestaande uit water met poeder.
Om 9 uur stappen we in de bus. Gisteren wilde de helft van de groep mee met de stadstoer, maar nu zit iedereen in de bus. In de bus is ook een vriend van Alexis. Deze man zit in de rum en verkoopt 15 jaar oude rum. Deze is niet in Cuba te koop, maar wordt alleen gemaakt voor de export. Iedereen die wil mag een beetje proeven. Het is ten slotte al drie uur ’s middags in Nederland, dus een glaasje rum moet kunnen. Voor 15 CUC kan je bij hem een fles kopen, iets dat een aantal groepsgenoten ook doen. Wij hebben geen fles gekocht en ook niet geproefd. We hebben het wel geroken en de gedachte aan spiritus komt direct in ons op.
We gaan eerst naar het plein van de revolutie. Het is helemaal is de stijl van de Sovjetunie
gebouwd. Het heeft helemaal niets Cubaans. De man op het paard is de plaatselijk held Antonio Maceo, geboren in Santiago. Hij is tijdens de strijd gesneuveld, wat te zien is aan het paard dat op twee benen staat. Staat het paard op vier benen is de persoon na de strijd overleden. Als het paard naar zee staat is de berijder een buitenlander en kijkt het paard landinwaarts dan is het een Cubaan.
Hierna gaan we naar de begraafplaats cementerio Santa Ifigenia. Deze is aangelegd in 1868 voor de gevallenen van de onafhankelijkheidstrijd en slachtoffers van een gele koorts uitbraak. Er liggen geen simpele graven, maar mooie stenen met beelden erbij. Soms zijn het kleine monumenten. Er liggen ook veel leden van de Bacardi familie die hier vandaan komt. Er is een achthoekig mausoleum van José Martà waar elk half uur een ceremonie van het wisselen van de wacht plaats vindt.
Volgende stop is Castillio de San Pedro de la Roca del Morro. Dit fort is door de Spanjaarden gebouwd ter verdediging van Santiago. Het fort bestaat uit verschillende lagen en je kan helemaal naar beneden lopen naar zee niveau.
Nu gaan we naar het centrum van Santiago. We hebben geluk met het weer want het is bewolkt. Santiago is de warmst stad van Cuba (vinden ze
zelf en onze gids). Er is namelijk weinig wind. De thermometer geeft ook 41 graden aan. We zijn dus blij met de wolken. Het is wel een vieze stad met al die uitlaatgassen van al die oude auto’s en brommers. We gaan eerst op het dakterras van een hotel wat eten.
Om half twee gaan we de stad eens bekijken. We lopen naar de overkant van het park, parque Céspedes. We gaan naar het oudste huis in Cuba, Casa de Diego Velà zquez. Diego Velà zquez was de eerste gouverneur en de eerste bewoner van het huis. Bij het betalen van de kaartjes wordt er gevraagd of we een Engelstalige gids willen, dat willen we wel. Het is ook maar goed ook, want anders loop je er zo doorheen. Er staan namelijk nergens bordjes en je hebt geen idee wat je ziet. Er is bijvoorbeeld een grote oven in het huis. Deze werd niet gebruikt om te koken, want dat deden ze liever buiten. Hier wilden ze al het goud omsmelten in goudstaven. Er bleek alleen niet zoveel goud te vinden te zijn in Cuba, dus de oven is weinig gebruikt. Na de rondleiding van driekwartier gaat Janneke terug naar het terras en Jantien loopt nog wat rond.
Het is moeilijk om rond te lopen, want de stoep is smal en de straten lopen schuin, maar wat het vooral moeilijk maakt zijn de hoeveelheid uitlaatgassen. Het ziet werkelijk blauw in sommige straten. Jantien komt op den duur bij een plein en daar staan en zitten zo’n dertig mannen onder wat bomen. Jantien loopt er op af en het blijkt dat ze aan verschillende tafels aan het dominospelen zijn. Jantien vraagt netjes of ze een foto kan maken en dat is geen probleem. Een man staat op en loopt naar haar toe. Hij heeft vier jaar in Duitsland gewoond en wilde zijn Duits oefenen. Toch jammer dat Jantien haar Duits beroerd is. Ze verstaat de man, Johnny genaamd, wel, maar terugpraten doet ze in een combinatie van Duits en Engels. Na vriendelijk bedankt te
hebben voor een privétoer waar Johnny zijn Duits en Engels kon oefenen, loopt Jantien verder. Ze komt een supermarkt tegen en loopt naar binnen, benieuwd wat er te krijgen is. Er komt een vrouw achter haar aan en blijkbaar moest ze eerst haar tas afgegeven. Dat doet ze alsnog en krijgt een nummertje mee. De supermarkt heeft vier gangpaden en alle schappen zijn gevuld. Al is de keuze niet enorm. Er is een compleet schap van twee meter alleen gevuld met colablikjes, de lokale soort TuKola. Er is uiteraard ook veel rum te verkrijgen, maar ook hanglampen en kettingen. Jantien koopt wat pakken drinken en betaald bij een van de kassa’s in de winkel. Er zijn drie kassa’s midden in de winkel. Daarna moet je met je spullen en bonnetje naar de kassa bij de deur en die controleert alles. Jantien mocht alleen het mandje met spullen niet mee naar buiten nemen, dus ze laat, terwijl ze naar buiten loopt om via een luik haar tas terug te krijgen en daarna loopt ze weer naar binnen om haar spullen in haar tas te doen.
Jantien loopt nu terug naar het terras, waar Janneke net haar cola op heeft. Ze betaald de cola en samen gaan ze op zoek naar een taxi. De groep gaat pas over een uur, om vijf uur, terug naar het hotel. Er komt een man aan die vraagt of we een taxi willen. Jantien wijst naar twee gele taxi’s
met een bordje taxi op het dak en zegt dat ze een officiële taxi wil. De man houdt zijn autosleutels omhoog en zegt dat hij officieel is, maar die sleutels zeggen niets. Hij vraagt naar welk hotel we moeten en noemt er twee, waaronder de onze. We waren eerst bang dat de taxichauffeur het niet zo kunnen vinden, maar in een stad met maar een handjevol hotels is het waarschijnlijk niet zo moeilijk. De chauffeur zegt 5 CUC en dat is ook de prijs die Alexis had gezegd, dus wij gaan akkoord. Nu blijkt de chauffeur een oldtimer te rijden, dus wij zijn in stijl terug naar ons hotel gereden.
Janneke blijft in het hotel, terwijl Jantien aan de overkant geld gaat wisselen. Het duurt even voor ze het kantoor gevonden had. Er mag maar een persoon tegelijk naar binnen en er staat al een vrouw voor de deur te wachten. Als die binnen is komt er een man in uniform naar buiten en wenkt mij naar binnen, terwijl het bordje omdraait naar “closed”. Ze is dus precies op tijd.
Als ze het geld gewisseld heeft is het net gaan regenen. Er komen van die grote druppels naar beneden en het asfalt stinkt. De temperatuur is echter goed, dus geen probleem, van een beetje water smelten we niet.
Om half acht lopen we naar de overkant. Waar Jantien het geld had gewisseld had ze ook twee restaurants gezien. Vlak voor het hotel worden we aangesproken door een Cubaan met een moeder in Rotterdam. Hij wil even zijn kennis van het Nederlands delen, al is het niet zo veel. Hij kent vooral woorden en zinnen maken is lastig, maar toch leuk dat hij het probeert.
We kiezen voor het Italiaanse restaurant onder een overkapping. We zitten dus gewoon buiten. Het is best nog warm, maar wel aangenaam. We nemen allebei een kip cordon blue, niet echt Italiaans maar het smaakt erg goed.
Na het eten lopen we weer terug naar het hotel. Jantien heeft nog vijf minuten over op haar internet prepaidkaart. In die vijf minuten stuurt ze de laatste wijzigingen van de weblog door naar het thuisfront.
7 augustus – naar Santiago
Om 7.15 gaat de wekker. We staan op en pakken de tassen in. Om 8 uur gaan we richting het ontbijt. Hoewel er genoeg plaats is ligt er bijna nergens meer bestek. We gaan naast een aantal Amerikanen zitten. De vrouw tegenover ons heeft tot haar 15e in Havana gewoond. Haar vader was een bankdirecteur. Ze is nu terug met haar man, dochter en twee nichten om o.a. haar oude huis te bekijken. Ze vertelt ons dat het voor hun een heel gedoe is om naar Cuba te gaan. Ze mogen bijvoorbeeld niet naar het strand want dat doe je voor je plezier en dat mag niet. Alles wat leuk is is voor ze verboden. Ze mogen alleen met mensen omgaan, het moet educatief verantwoord zijn, zeg maar.
Na het ontbijt brengt Jantien alvast haar tas naar de bus en vraagt Lianne om te helpen zoeken. De bril van Janneke is nog steeds kwijt en we willen zeker weten dat die niet in de kamer achterblijft. Janneke gaat net met haar spullen richting de bus als Lianne bij onze kamer aankomt. Ze heeft een systeem en opent direct de kastdeuren. Ze gooit alles wat gecontroleerd is in de kast. Eerst gaan de kussentjes de kast in, daarna pakt ze de sprei. Deze hebben we zelf ook al onderzocht maar niets gevonden. Lianne schudt de sprei uit en wil hem opvouwen, maar tijdens het schudden hoort ze wat. Na nog wat schudden valt de bril op de grond.
We lopen terug naar de bus en zeggen niets, maar Jantien heeft de bril opgezet. Janneke ziet het meteen. Jantien was zo bij dat ze bril gevonden was dat ze helemaal vergat de sleutel in te leveren, zodat Alexis iets later in de bus komt vragen wie zijn sleutel nog heeft. Nadat die ook is ingeleverd kunnen we op weg.
We stoppen onderweg bij een uitzichtpunt. Hier kan je mooi op een paar heuvels met bomen en daar achter de zee neerkijken. Hier staan ook een aantal verkopers en Alexis waarschuwt ons voor hen, want ze zijn nogal opdringerig. Dit bleek enorm mee te vallen. Als je twee keer nee hebt gezegd gaan ze door naar de volgende. Er komt een vrouw langs met een trosje kleine rode bananen, uniek voor de regio. Ze wil er 1 CUC voor hebben en aangezien hier geen supermarkten zijn (we hebben alleen kleine winkeltjes bij tankstations gezien) besluiten we die maar te kopen. Jantien zegt dat ze geen geld heeft en het even uit de bus moet halen. De vrouw blijft netjes naast de ingang van de bus staan zodat de anderen ook kunnen instappen. Als Jantien weer in beeld komt geeft ze de bananen af zelfs voordat Jantien de 1 CUC heeft gegeven. Als dit opdringerig is, dan valt het erg mee deze vakantie.
We rijden weer verder en om half twaalf stoppen we voor een uur aan het strand voor de lunch. De grote meerderheid van de groep gaat het wate
r in. Janneke en Jantien blijven onder een rieten parasol zitten om rustig te eten. We hebben niet zo’n zin om te gaan zwemmen. Nou het zwemmen is wel lekker, maar om daarna nog uren in een bus te zitten zonder het zout te kunnen afspoelen vinden we niet zo prettig. We eten onze meegebrachte sandwiches, die we vanochtend bij het ontbijt hebben besteld. Ze smaakten prima en waren rijkelijk belegd met ham, kaas, komkommer en wat mosterd.
Om half een rijden we weer verder. We schijnen in de buurt te komen van Guantanamo Bay, wat Alexis consequent Guantanamo Base blijft noemen, want we bedoelen natuurlijk ook de legerbasis. Het stuk eromheen is afgezet dus je kan er niets van zien. Alexis heeft dit opgelost door in de bus wat foto’s op de tv te tonen. Die tv in de bus wordt trouwens continu gebruikt. Eerst hadden we allerlei clips op repeat (we kunnen ze bijna dromen), daarna kwam America’s Funniest Home videos en nu de foto’s van Guantanamo Base.
Als we een tankstation tegenkomen stoppen we steeds en dan gaat Alexis kijken of er water te koop is. Vaak hebben ze het niet. In de hotels is wel water te krijgen, maar daar kost het 2,20 CUC voor anderhalve liter en bij het tankstation 0,70 CUC. Bij het derde tankstation is het raak. Een aantal gaan naar binnen om water te kopen. Behalve water hebben ze ook veel rum. Een liter fles kost 3,65 CUC en anderhalve liter iets meer dan 4 CUC. Ze hebben ook Remia mayonaise te koop hier. Een pot kost wel 4,40 CUC, duurder dan de rum. Bij ons is dat toch andersom.
Tegen half vijf komen we aan bij ons hotel. Een groot gedeelte van de groep gaat eten bij een restaurant om de hoek, maar wij besluiten in het hotel te blijven. Even wat rust is ook wel fijn. Op het moment dat we aankwamen begon het te regenen. We hoeven nu niet door de regen naar een restaurant, ook een voordeel. Het eten in het restaurant is redelijk, niet echt hoogstaand, maar best lekker. Patat bakken kunnen ze alleen niet. Het is erg donker, vet en valt enigszins uit elkaar als je een patatje oppakt.
Na het eten gaat Janneke terug naar de kamer en Jantien gaat internetten. Je moet hiervoor een prepaidkaart kopen voor 3 CUC voor een half uur. Er staan twee computers in de lobby die je daarvoor kan gebruiken, helaas doet een het niet. Op de andere computer is iemand bezig, dus Jantien moet even wachten. Sinds dit jaar mogen Cubanen ook op internet. Zij moeten ook een prepaidkaart kopen en je naam wordt geregistreerd. Er worden geen sites geblokkeerd, maar ze weten wel waar iedereen naar kijkt.
Na vijf minuten kan Jantien op de computer, wat een onding. Het toetsenbord staat fout ingesteld, zodat de speciale tekens niet kloppen. Het @ is nergens te vinden, maar die heb je wel nodig om in je mail te komen. Bij hotmail hebben ze gelukkig altijd al een voorbeeld email ingevuld met een @. Deze heeft Jantien gekopieerd en op die manier kon ze toch in haar mail. De hotmail deed wel direct moeilijk, omdat er vanaf een vreemde locatie werd ingelogd. De spatiebalk doet het ook al bijna niet, dus Jantien kan al haar frustraties op de spatiebalk uitleven. Vanwege de staat van de computer en het internet besluit Jantien alle weblog bestanden door te mailen aan Leonie en die zet alles dan op de weblog.
6 augustus – Baracoa
’s Ochtends gaat de wekker weer om 7.30 uur. Jantien gaat vanochtend een wandeling maken door plaatselijke “boerderijen/plantages” en Janneke gaat haar tas opnieuw inpakken. Als Janneke opstaat kan ze haar bril nergens vinden. Helaas heeft ze hem na een dag zoeken nog steeds niet gevonden.
Na het ontbijt gaat Janneke terug naar de kamer en Jantien stapt in de bus voor de wandeling.
We zouden met een boot naar de overkant van de rivier om daar met de wandeling te beginnen. Wat niemand zich gerealiseerd had is dat we met drie roeiboten naar de overkant worden gebracht. In elke roeiboot zit een Cubaan die in die hitte (33 graden) ons naar de overkant roeit.
We gaan aan land in het bos. De planten groeien tot de waterkant. We worden voor gesteld aan onze gids, 24 (op z’n Spaans). Alexis vraagt aan ons of wij weten waarom hij 24 heet. Niemand heeft een idee, totdat ons wordt verteld op zijn handen te letten. Hij blijkt per hand 6 vingers en per voet 6 tenen te hebben, vandaar 24.
24 staat regelmatig stil om iets uit te leggen in het Spaans, waarna Alexis het weer in het Engels tegen ons zegt. We lopen gewoon door het bos en komen ineens een hek tegen. Dit is dus een plantage/boerderij. Het is gewoon een stuk bos, waar de eigenaren de bomen oogsten. Ze zorgen er ook voor dat er nieuwe bomen worden geplant. We zien o.a. bananenplanten, kokosbomen, mangobomen, amandelbomen en een boom met een plaatselijke vrucht.
Aan het eind van de wandeling kunnen we in de rivier zwemmen. Dit doet ook bijna iedereen. Je kan naar de overkant zeggen en dan sta je op een smalle strook zand, die de rivier van de zee scheidt. De zee is hier behoorlijk ruw. Om half een gaan we weer in de roeiboten op weg naar de bus.
In het hotel in Janneke net terug van een duik in het zwembad. Nadat ze al haar spullen had geordend is ze gaan zwemmen. Helaas heeft ze haar bril nog niet gevonden.
Om half twee stappen Janneke en Jantien in de bus en gaan we naar het plaatsje Baracoa. Baracoa is heel lang alleen maar per boot te bereiken geweest. Nu is er wel een snelweg. De aanleg is door Batista gestart, maar door Fidel afgemaakt als dank voor hun steun in de revolutie. Morgen gaan we via die snelweg naar Santiago de Cuba.
Baracaoa is een beetje eigenaardig stadje. Het heeft een geheel eigen stijl. De pleinen zijn bijvoorbeeld in de vorm van een driehoek. De ene helft van de gebouwen zijn fel beschilderd en de andere helft moet nog gebeuren en zijn grijs. Helaas is de kerk dicht, dus kunnen we het originele kruis van Columbus niet bewonderen. Na even wat te hebben rondgelopen gaan we op een terras wat drinken. We sluiten aan bij twee groepsgenoten en uiteindelijk zitten we er met 8 mensen. Om 16.30 gaan we weer naar het hotel.
Janneke gaat weer in het hotel eten. Ze neemt soep en spaghetti. Dit kostte 5 CUC. Toen ze moest betalen gaf ze een briefje van 20. De serveerster komt terug met een briefje van 3, een van 10 en twee munten van een. Ze geeft Janneke 5 CUC terug. Pas als Janneke er iets van zegt krijgt ze het briefje van 10 ook. Janneke vindt dit geen stijl en pakt de al klaar gelegde fooi van tafel.
Jantien gaat om 19.00 met de groep mee naar een “barbecue”. Als we aankomen weten we wat ze daar mee bedoelen.  Er hangt een varken aan
het spit boven een vuur. We krijgen allemaal een uitgeholde grapefruit met daarin een cocktail van sap van citrusvruchten en optioneel een enorme scheut rum. De tafel is gedekt met halve bamboescheuten die dienst doen als borden. Als iedereen zijn cocktail op heeft wordt het varken van het vuur gehaald en in stukken gehakt. Naast het varken is er nog genoeg anders. Als schalen worden grote, halve kalebassen gebruikt. Er is bonen met rijst, bananen gekookt in kokosmelk, een gerecht van hele kleine visjes uniek voor de regio, nogal zoute groenteprut, een vrucht die veel weg heeft van aardappels, groentesalade en fruitsalade.
Het is ingedeeld als lopend buffet, alleen in plaats van borden heeft iedereen een bamboescheut. Het smaakt erg goed, vooral de soort aardappels vindt Jantien lekker. Als iedereen klaar is met eten worden de vruchten van de cacaoplant in tweeën gehakt en ontdaan van hun vruchtvlees. Deze halve omhulsels dienen als bakjes voor het toetje. Het toetje ziet eruit als behanglijm, maar smaakt best aardig. Het is redelijk zoet en is ook gemaakt met kokos. Er groeien nogal veel kokosbomen in deze buurt.
Als iedereen klaar is betalen we en gaan we weer terug naar het hotel. Ze zaten in de open lucht tussen de bomen met een enkele lamp. Het is een leuke plek, maar geen een waar je blijft hangen. Om die reden zijn we om 21.00 weer terug bij het hotel.
5 augustus – Holguin, naar Baracoa
Om 7.30 uur ging de wekker, maar Jantien was al vanaf 3 uur wakker vanwege de jetlag. Het inpakken van alle spullen ging niet zo soepel. Alles lag door de kamer. We waren dus ook wat aan de late kant en kwamen 2 minuten te laat bij de bus om 9.02. Hierdoor moesten we achterin zitten, maar dat is helemaal niet zo erg. Achter de laatste rij is een ruimte om ook spullen te stallen. Je kan dus heel gemakkelijk je dagrugzak daar neerleggen en dan hoef je hem niet bij je voeten te houden.
We reden eerst naar Holguin. Hier kregen we drie kwartier de tijd om even rond te kijken. Wat Janneke opviel is dat het heel erg lijkt op Mexicaanse steden. Wat Jantien vooral opviel is de hoeveelheid mensen op straat. In Nederland zie je om half tien dinsdagochtend echt niet zo veel mensen op straat. Die zijn naar hun werk. Een groepsgenoot merkte terecht op dat het nu niet alleen de mannen waren die aan het rondhangen waren, de vrouwen deden net zo goed mee.
Het was een gemoedelijk centrum met de bekende oldtimers en ook met paard en wagen die dienst doen als taxi.
De volgende stop is Moa. Daar gaan we alleen maar naar een hotel om te eten, omdat er op de weg naar Baracoa niets anders schijnt te zijn. Â Het hotel zag er goed uit en het eten was ook goed. Je alleen niet veel keus, het was of spaghetti of een sandwich.
De weg naar Baracoa is soms erg slecht. De bus moet dat echt een weg om de gaten heen zoeken. We rijden dus niet zo snel, maar op zich valt het reuze mee. Onderweg staan er mensen langs de kant wat eten te verkopen. We kopen 2 cucurucho’s, de plaatselijk lekkernij. Het is verpakt in palmbladeren en het is een mix van gedroogde kokos, suiker, honing, papaya, guayaba, mandarijnen en noten. De mix schijnt nooit hetzelfde te zijn.
Om half vijf komen we aan in het hotel. Hier staat een replica van het kruis dat Columbus hier neer heeft gezet toen hij hier aan land kwam. Het origineel staat in de kerk in Baracoa. Uit onderzoek is gebleken dat het kruis inderdaad uit de juiste tijd stamt, maar wel gemaakt is van de plaatselijk houtsoort en dus niet door Columbus mee was genomen uit Europa.
’s Avonds gaat Jantien met de groep mee eten bij een privé restaurant en Janneke gaat in het hotel eten. Het eten in het hotel was beter dan gisteren, maar dat is ook niet zo moeilijk.
Het privé restaurant is dit keer op het “dak”. Er is wel een ander houten dak bovenop gebouwd, dus we zitten mooi hoog en droog. De gastheer vanavond houdt ons wel bezig. Er is net als gisteren een kleine band die muziek speelt. Dit is blijkbaar niet genoeg want gedurende de avond worden drie mannen van onze groep naar voren gehaald en moeten ze mee spelen met “La cucaracha”. Hierna heeft onze gastheer nog twee kaarttrucjes is huis om vervolgens Jantien de dansvloer op te slepen. Na Jantien moet Lianne er aan geloven, waarna er een grotere dansvloer wordt gecreëerd. Nu worden Lianne en Jantien weer naar voren gehaald, maar gelukkig ook Joniek en Raymond. Hierna vind iedereen het tijd om naar de bus te gaan, maar of dat is omdat ze half elf een mooie tijd vinden of omdat ze bang zijn dat zij de volgende zijn, is niet duidelijk.