zaterdag 6 augustus – Chobe rivier

Om 6 uur gaat de wekker, eigenlijk om 7 uur, maar we hebben de wekker niet naar Namibische tijd gezet. We trekken er gewoon een uur vanaf. Een uur later gaan we ontbijten. Het gaat best soepel en om half acht rijden we weg. We moeten vandaag op tijd bij de Chobe rivier aan komen, anders missen we de boottocht. Tracy rijdt stevig door. We rijden in een gebied genaamd, Caprivi. Dit is een smalle en lange strook land die aan de noordoost kant van Namibië zit. Het zou logischer zijn als het bij een van de buren zou horen. Het is genoemd naar een Duitser, meneer Caprivi, die dit stuk bij Namibië heeft gevoegd.
dag 15aOm half een komen we bij de grens. We krijgen snel de juiste stempels en rijden Botswana weer in. Nu is het dus ineens half twee geworden. Voor we Botswana weer in rijden moesten we eerst nog door de mond-en-klauw zeer controle. We moesten uitstappen en met onze schoenen op een handdoek met ontsmettingsmiddel gaan staan. Daarna moest de bus, door een bak met hetzelfde spul rijden.
We hebben geen tijd voor lunch, dus eten we wat noten, chocolade en la vache quirit die we nog hebben. Na de grens kom je door een nationaal park met veel beesten. We rijden ze allemaal voorbij, we hebben geen tijd. We zien tientallen olifanten, wat antilopes en wrattenzwijnen. Om half drie rijden we Kasane binnen. We pinnen wat geld, poule (betekent regen en de centen heten druppels). We haasten ons naar de camping. We betalen de boottocht, brengen de spullen naar de kamer en lopen naar het restaurant. Daar kunnen we op een shuttle 4×4 stappen die ons naar de boot brengt. De eerste shuttle kunnen we niet mee, maar binnen vijf minuten komt er een tweede. Het is zo’n 10 minuten rijden naar de boot. Er ligt een hele grote en iedereen gaat die boot op, dus wij ook. Later blijkt dat we verkeerd zitten en met ons vele anderen. We moeten naar een kleinere boot voor 20 mensen. Er zitten er al 15 op van één reisgezelschap. We kunnen in eerste instantie niet naast elkaar zitten, maar er wordt een bankje vrij gemaakt op de tweede rij. We hebben goed zicht, alleen zit er een vrouw voor ons met een enorme bod haar, die ze steeds in ons gezicht gooit. Ook heeft ze een mega telelens en doet erg interessant. Heel veel foto’s en voornamelijk films zijn mislukt omdat zij weer in ons beeld kwam.
Op de vrouw na is de boottocht erg leuk. We zien heel veel olifanten, nijlpaarden, vogels, bavianen en buffels. We hebben nu de big five (Olifant, leeuw, neushoorn, luipaard en buffel) gezien. Ze worden niet de big five genoemd omdat ze het grootst zijn, maar omdat ze het gevaarlijkst zijn bij de jacht. Als je deze beesten niet met een schot dood, dan komen ze achter je aan. Vroeger duurde het laden van een geweer natuurlijk best wel lang en in die tijd nam het beest dat je wilde schieten wraak.
dag 15bDe Chobe rivier vormt de grens tussen Namibië en Botswana. In de Chobe rivier ligt een eiland, ongeveer 3 km2. Hier komen veel dieren naartoe om te eten, aangezien er veel groen gras is en op de oevers een stuk minder. Zowel Namibië als Botswana claimden het eiland. Namibië zei “de grens is de doorgaande stroom, dus is het van ons”. De doorgaande stroom is echter 10 meter breed. Botswana zei “Nee, we nemen de brede stroom, dus het is van ons”, die is namelijk 25 meter breed. Ze zijn hiermee naar het internationale gerechtshof in Den Haag gegaan. Zij zijn komen meten en hebben geoordeeld dat de brede stroom de grens is, dus het eiland hoort bij Botswana. Om dat duidelijk te maken heeft Botswana ook zijn vlag gepland op het eiland in de rivier.
dag 15cOm zes uur gaat de zon onder. Eigenlijk hadden we al terug moeten zijn, maar we varen nog steeds rond. We gaan nu eindelijk terug, als laatste van de boten. Om half zeven leggen we aan. Het kost de schipper wat moeite om zijn boot te parkeren, maar met de hulp van de inzittenden, wordt de boot naar de kant getrokken. We zien een shuttle staan. Er is echter nog maar een plek vrij. Jantien loopt er naartoe en de mensen schuiven op de eerste rij wat dichter naar elkaar toe, zodat we allebei mee kunnen. Anders waren we alleen achtergebleven, wachtend op de volgende shuttle. Op de camping zien we een lege shuttle aan onze chauffeur vragen of iedereen mee is. Als we er niet bij hadden gekund, waren ze ons in ieder geval nog komen halen.
Tracy heeft het eten allang klaar en hij staat koud te worden. Het is ondertussen kwart voor zeven en ze had op zes uur gerekend. Nu komt er ook een man die t-shirts verkoopt. Hier kan je jouw route door Afrika op laten zetten. We knutselen onze shirts in elkaar en gaan eten. Na het eten gaan we met een bakje vla bij het kampvuur zitten, wat Tracy heeft gemaakt. Ze gooit er pyriet (stenen) in. Dit noemt ze bosjesmannenvuurwerk. De stenen verkleurden en spatten daarna uitelkaar, heel apart. Rond negen uur gaan we naar onze kamer waar we de foto’s en filmpjes van vandaag uitzoeken en gaan daarna slapen.

vrijdag 5 augustus – Tsodilo

We worden allebei midden in de nacht wakker. Het is een herrie vanjewelste. Er zijn heel veel kikkers aan het kwaken. De ene soort maakt een soort bas geluid en de andere kwaakt veel hoger. Bij zonsopgang kijken we even opzij en zien een prachtig gekleurde lucht. Dit is echt vakantie.
Om 8 uur gaat de wekker. we nemen een heerlijk warme douche. Gelukkig warm je er goed van op, anders wat het aankleden iets minder plezierig geweest. Het waait een beetje, recht ons huisje in. Aangezien we geen raam hebben, maar een open ruimte voel je dat overal. Het is verder 13 graden, dus zonder douche mis je je warme bed erg snel. Iets na negenen is alles ingepakt en gaan we ontbijten. Tracy heeft eieren voor ons besteld. Uiteraard krijgen we ook nu weer iets lekkers. We krijgen een spiegelei, gebakken ham en een aardappelkoekje.
dag 14aWe laden onze spullen in de boot en varen rond 10 uur weg. We varen harder dan toen we kwamen. Na een kwartier komen we aan bij de 4×4. Deze staat dit keer op een andere plek. Met de 4×4 is het ook nog een kwartier rijden en om half elf zien we ons busje onder de boom staan, helemaal heel. Tracy betaalt de vrouw van het dorpje en we rijden weg. Op aanraden van de manager van de lodge, gaan we naar Tsodilo. Daar zijn rotstekeningen van de Bosjesmannen te vinden. Eerder tijdens de reis zijn we niet naar Twijfelfontein, daar zijn ook rotstekeningen, gegaan vanwege tijdgebrek. We verlaten de asfaltweg en nemen een aangestampte zandweg. De weg is de slechtste de we deze reis hebben gehad. Tracy is ook nog nooit in Tsodilo geweest, dus we weten niet wat ons te wachten staat. Na 50 minuten zien we een poort met “Tsodilo werelderfgoed” erop. Na de poort is niet duidelijk waar je heen moet. We volgen maar een weg en na een kwartier hobbelen op nog slechtere wegen, zien we weer huisjes. Daar is het beginpunt. Tracy regelt een gids. Je mag niet zonder gids rondlopen, want er zijn al teveel tekeningen beschadigd over de laatste jaren.
dag 14bWe nemen de korte route. We lopen over een zandpad en om de zoveel tijd staat er een paaltje. Bij het paaltje stopt de gids en wijst de tekeningen aan. Sommige zijn beter bewaard gebleven dan andere, maar apart is het wel. De tekeningen zijn gemaakt van dierenbloed, olie van boomwortels en urine. Het bloed geeft te kleur en omdat de urine zuur is, zorgt het ervoor dat het blijft zitten.
Na drie kwartier besluiten Janneke en Tracy terug te gaan. Jantien loopt verder met de gids. Er is nog een olifant getekend verderop. We komen eerst langs een rotsmuur met daarin heel herkenbaar, het continent Afrika. Iets verder is de olifant te zien. Helaas is deze erg vaag geworden, omdat hij op schouderhoogte zit en allerlei mensen er tegenaan hebben gestaan. Er is nog wel meer te zien, maar het wordt er niet interessanter van. Je schijnt naar boven te kunnen klimmen, maar dat is nogal zwaar en daar hebben we geen tijd voor. Ook kan je naar een grot, maar volgens de gids is dat geen foto waard. Iets later dan Janneke en Tracy komt Jantien ook bij het busje aan. Hoewel het ondertussen zo’n 28 graden is heeft onze gids de hele weg met een muts op gelopen. Je ziet hier veel Afrikanen met mutsen lopen, terwijl wij het warm vinden. Een apart gezicht.
dag 14c yellow billed hornbillWe nemen dezelfde weg terug. Tracy vond het mooi om de tekeningen gezien te hebben. Ze vond de gids ook beter dan in Twijfelfontein, maar ze gaat er niet meer naar toe. De weg is gewoon te slecht. De terugweg duurt bijna 20 minuten langer. Na drie kwartier op het asfalt gaan we eten bij Dijo Deli. Het is dat de manager had gezegd dat er een restaurant zit, anders waren we er zo voorbij gereden. Het wordt gerund door een Oostenrijkse vrouw, die als backpacker is blijven hangen in Botswana. We nemen patat en wat te drinken. Het is meer dan genoeg, maar meer kunnen we ook niet betalen. Vanochtend hebben we bij de lodge 200 poule (20 euro) gewisseld. Honderd kostte Tsodilo, dus we hebben nog maar 100 over. We hebben wel ander geld, maar dat accepteren ze niet.
Om 4 uur rijden we richting de grens. Het gaat allemaal weer heel soepel. Het is nu ineens weer een uur vroeger. Namibië is het enige land in de regio die aan zomer- en wintertijd doet.
Door het park zien we weer dezelfde groep rhoans als twee dagen geleden. Om half vijf (half zes Botswana tijd) komen we aan bij Popa falls, de camping. We hebben nu geen eigen douche en wc, maar de bedden zijn beter. Het restaurant is ook sneller dan vorige keer. We zijn nu binnen het uur klaar met eten. In het huisje werken we de foto’s en films weer bij en gaan dan naar bed.

donderdag 4 augustus – Okavango delta

dag 13aOm 7 uur gaat de wekker. Het valt tegen om het warme bed te verlaten en de kou in de gaan. Vanochtend gaan we een boottocht met een mokoro maken. Een mokoro is een traditionele boot gemaakt van een boomstam. Ze liggen erg laag in het water en wordt met een stok vooruit geduwd, zoals de gondels in Venetië. Om bomen te sparen worden ze tegenwoordig ook van polyester gemaakt, zo ook de onze. Dit vinden we niet erg, want deze zijn iets groter en hebben een iets hogere rand. De tocht duurt vijf kwartier en is gewoon genieten. Het is heerlijk rustig en er is zoveel te zien. Allerlei vogels en mooie natuur. Soms zie je een kop van een koe net boven het water uitsteken. Die beesten grazen hier en sommige vinden het riet blijkbaar lekkerder in het water dan aan de kanten. We stoppen nog even op een eilandje en zien daar een grote termietenheuvel. dag 13b pied kingfisherSox vertelt dat de termieten in het regenseizoen het grootst zijn, omdat ze dan in de buurt van de heuvel moeten blijven ingeval van een reparatie. De lokale bevolking maakt in het regenseizoen als het donker is, een vuur heel dicht bij de heuvel. De termieten komen op het licht af en de bevolking kan de termieten vangen. De termieten worden gedroogd en kunnen heel lang bewaard worden. Als ze nat worden, rotten de echter heel snel. Om ze op te eten worden ze gebakken in een hete pan. Er hoeft geen olie bij, want die beesten zijn vet genoeg. Als een kind honger heeft, geeft zijn moeder hem een eetlepel termieten en dan kan hij er weer een paar uur tegen.
Na de mokoro gaan we lekker in het zonnetje wat lezen. Om half twee is het weer tijd voor lunch. Ook ditmaal is het heerlijk. We hebben kipsalade met sla en zelf gebakken brood. Na de lunch gaan we op bed verder lezen. Janneke leest meer dan Jantien, want die valt in slaap.
dag 13cOm kwart voor vijf gaan we weer met de gewone boot het water op. We proberen een vis te vangen om de zeearend te lokken. Tracy en Sox proberen het een uur, maar zonder resultaat. Het is echter geen straf om in zo’n mooie omgeving op een boot te zitten. Als de zon onder is varen we nog een stukje verder op zoek naar nijlpaarden. We horen ze wel, maar kunnen ze niet vinden. Het water staat ook nog steeds best hoog en ze hebben genoeg plek om zich te verstoppen.
Als avondeten kunnen we weer genieten. We krijgen een salade vooraf, runderstoofpot met een lokaal gerecht van bonen en maxefs en chocolademousse als toetje. Na het eten warme we ons weer aan het vuur en gaan daarna weer ons lekkere bed in.

woensdag 3 augustus – naar Okavango delta

Om iets voor achten komt Tracy de tassen weer ophalen. We rijden daarna door naar het restaurant om te ontbijten. Dat gaat gelukkig sneller dan het avondeten. Rond half negen rijden we weg. We gaan naar Botswana. Om bij de grens te komen moet je door een nationaal park. Als je doorgaand verkeer bent hoef je niet te betalen, als je het park wil bezoeken wel. De vrouw bij de ingang laat Tracy betalen. Zij betaalt, maar zegt erbij dat je vroeger nooit hoefde te betalen als je naar Botswana ging. “Nee, dat hoeft ook niet”, zegt de vrouw. Dus vraagt Tracy haar geld terug. “Deze kassa geeft geen geld terug”, zegt de vrouw. Behoorlijk boos stormt Tracy de auto en rijden het park in. Bij de eerste afslag slaat Tracy af, “Ik heb toch betaald” zegt ze. We zien direct een rhoan antilope. Deze zie je niet heel vaak en Tracy is enthousiast. dag 12a sabel antilopeWe komen nog meer dieren tegen, zoals de gewone impala, hamerkop vogel, onze eerste neushoorn, blauwbal apen, bavianen, koedoes, wrattenzwijnen en vogels. We rijden al even rond en moeten nu eigenlijk een beetje haast maken. We hebben om 12 uur afgesproken in Botswana, dat is 11 uur in Namibië. Op het laatste stuk weg, stopt Tracy ineens, pakt haar verrekijker en is nog enthousiaster als bij de rhoan. Er komt een groep sabel antilope aan. Dit is een bedreigende soort en je ziet ze dus heeft weinig. We nemen de tijd voor de foto’s en film en rijden daarna pas door.
dag 12b giant kingfisherBij de grens van Namibië hebben we pech. Er is net een hele groep aangekomen die het land in willen en er is maar één beambte bezig. Hij ziet ons wachten en komt onverwacht eerst naar ons voordat hij de volgende aan zijn balie helpt. We krijgen de stempels en kunnen door. Botswana in gaat ook heel soepel. Nu moeten we alleen het ophaalpunt vinden. Tracy is er nog nooit geweest en wij zoeken mee naar een rood-wit-zwarte paal langs de weg. Als we denken dat we al te ver zijn, zien we een auto en daarna de paal. We zijn een half uur te laat. We rijden achter de auto, een 4×4, aan. Hij, Sox, rijdt naar een klein dorpje, 8 rieten huisjes. Daar zal ons busje de komende twee nachten blijven staan. We laden de spullen in de 4×4 en Tracy en Jantien klimmen in de laadbak. Janneke neemt plaats naast de chauffeur. Na een kwartier rijden komen we aan bij een boot. De boot ligt in het water, maar er groeit zoveel riet, dat het net lijkt of de boot op het land ligt. We laden weer alles over en varen weg. Er is duidelijk een weg tussen het riet gemaakt, zodat de schroef er geen last van heeft. We varen niet zo snel en zien direct al allerlei vogels. Sox wijst ze aan en geeft er direct de namen bij. Het is alleen een beetje veel om op te noemen.
dag 12cAls we aan komen bij onze verblijfplaats zijn we aangenaam verrast. We hadden tenten met gewone bedden verwacht, maar krijgen luxe huisjes met eigen douche en wc. Het heeft eigenlijk alleen geen voorkant. Er is alleen een laag muurtje en daarboven niets. Het kijkt uit over bomen en riet, prachtig. De lunch is al klaar en is heerlijk. Ze hebben een soort pizza/quiche. Het is eigenlijk pizza, belegd met van alles en afgedekt met kaas. Om 14.30 zijn we klaar met eten en gaan we even naar ons huisje. We lezen wat en kunnen eindelijk relaxen. Drie kwartier later gaan we alleen weer op de boot. Dit maal gaan we de andere kant op en Sox laat ons weer allerlei vogels en een paar (kleine) krokodillen zien. We zien o.a. de pied kingfisher, de giant kingfisher en de visarend. Om zes uur genieten we van een zonsondergang op het water. Als we terug bij de lodge komen brandt er al een vuur. We zitten lekker bij het vuur, lekker op te warmen, want het koelt weer snel af. Om half acht gaan we eten. We krijgen een heerlijk drie gangen diner voorgeschoteld. Heerlijk tomaten-groentesoep, kippenpoten met puree en sla en als toetje rijstgebak.
Na het eten gaan we snel naar ons huisje. De bedden zijn al opgemaakt. De klamboe is naar beneden en er ligt een extra deken op bed. We kruipen direct onze bedden in. Het is veel warmer dan we hadden verwacht. Uiteindelijk daalt het kwik tot 11 graden, maar we hebben het niet koud gehad.

dinsdag 2 augustus – naar Bagani

De wekker gaat om 6.45. De douche is niet echt een succes. Het water wordt niet warm en er komt ook heel weinig water uit. We laten de douche voor wat ie is en pakken de tassen in. Om half 8 rijdt Tracy de auto weer voor de deur en we laden alles in. We worden zelfs met de auto bij het restaurant afgezet voor het ontbijt. Bij de cornflakes hebben ze dit keer ook manna, van die gekleurde, gepofte rijstkorrels. Wij eten dat als snoep, maar hier is het een kinderontbijt.
dag 11aOm kwart over acht rijden we weg. Vandaag gaan we naar Bagani. De standaard route gaat over asfaltwegen, maar Tracy neemt een stuk gravelweg om af te snijden. Rond tien uur stopt ze en zegt ons de foto- en filmtoestellen mee te nemen. We gaan een hek door en lopen een stukje. Over staan grote palmbomen, maar aan het eind van onze wandeling staat een baobab boom. Het verhaal over de baobabboom gaat als volgt. Bij het begin gaf god aan elke dier een plant of een boom, die ze mochten planten. De hyena lag echter tijdens deze uitleg te slapen en toen hij wakker werd was iedereen weg en was er alleen nog de baobab over. De hyena, zelf niet moeders mooiste, vond dit oneerlijk. Hij wilde niet zo’n lelijke boom. Hij heeft toen van woede de boom op z’n kop geplant. De baobab ziet er ook uit alsof hij met zijn wortels naar boven staat.
dag 11bWe rijden weer verder en om half een is het lunchtijd. We stoppen langs de kant van de weg en krijgen weer een lunch voor gezet door Tracy. Er zijn niet veel plekken om te stoppen op deze route, want vaak is het in de buurt van een dorpje, die we steeds vaker tegenkomen trouwens. Je wordt dat belaagd door de kinderen van het dorp, dus dat is geen fijne optie.
Rond vijf uur komen we aan op de camping. We krijgen een huisje voor vier personen toegewezen, maar zonder wc en douche. Hoewel dit in de reisbeschrijving staat, besluit Tracy dat het niet goed genoeg is. Ze regelt een huisje, ook vier personen, met eigen douche en wc. Op zich is het niet zo erg als je naar het toiletgebouw moet, maar het eerste huisje had een slechte trap en als je die ’s nachts in het pikkedonker af moet, is dat vragen om problemen.
dag 11cOm 6 uur worden we met de auto opgehaald om naar het restaurant te gaan. Het is niet heel ver, maar de weg is slecht en slecht verlicht en Tracy doet het graag. De service in het restaurant laat te wensen over. We bestellen soep, een tosti en een schnitzel en het duurt anderhalf uur voordat we iets krijgen. Het smaakt niet slecht, maar de bediening mag wat sneller.
Om half negen gaan we al weer slapen. De reis is mooi, maar vermoeiend. Daarnaast wordt het hier al om half zes donker en koelt de temperatuur van 25 graden in de middag af naar minder dan 10 graden ’s nachts. De beste manier om hier je avond door te brengen is gewoon vroeg naar bed (en vroeg weer op).