dinsdag 23 juli Kurashiki en fietstocht

Vandaag is er een fietstocht door de omgeving. Janneke gaat niet mee en blijft in het hotel. Zij gaat de was doen. Op de twaalfde verdieping staan twee wasmachines en twee wasdrogers die op munten werken. Het kost twee wasbeurten en een van de droger om alles te wassen. De spullen die niet in de droger mogen hangen nu in de hotelkamer te drogen.
Jantien verzamelt om 8.15 in de lobby voor de fietstocht. We gaan eerst met de trein naar Soya, dit is de tweede stop. Daar zijn we iets voor negen uur en om negen uur gaat de fietsverhuur open. Na een paar minuten komt er een vrouw aan en worden de fietsen verdeeld. Ze zijn voor bijna iedereen te klein, maar voor Jantien niet. Het zadel moet wel op z’n hoogst, maar dan is de fiets perfect. In totaal is de fietstocht 18km lang en we doen er ongeveer drie uur over. 23 juli aOnderweg stoppen we drie keer. Bij de eerste stop staat een man ons mooi aangekleed op te wachten. In de omgeving is een Japanse tuin. De man neemt ons mee naar binnen en laat wat prenten en een typisch Japans instrument zien.
23 juli bHet is vandaag trouwens weer heerlijk warm 33 graden en 55% luchtvochtigheid. De tweede stop is bij een pagode. Vlak voor pagode gaat het een beetje steil omhoog en een aantal mensen voor me stappen af en blokkeren daarmee de weg, waardoor iedereen nu omhoog moet lopen. Bij de volgende etappe zorgt Jantien er ook voor dat ze wat verder vooraan zit. De pagode ziet er mooi uit en eromheen lopen is heerlijk. Je loopt dan in de schaduw en het waait er behoorlijk omdat het op een heuveltje staat. Als we weer verder rijden blijkt dat we nog niet iedereen hebben. We wachten naast een groep bomen met allemaal zakjes erin. Bij nadere inspectie blijkt in elk zakje een perzik te groeien.
23 juli e De laatste stop is bij een Japanse schrijn. Voor we aan de trappen beginnen gaan de meesten een ijsje aan de overkant van de weg kopen, zo ook Jantien. De trappen naar de schrijn zijn volgehangen met lampions. Het complex zelf is ruim opgezet en ziet er mooi uit.
We moeten nu nog een klein kwartier verder fietsen voor we bij het station zijn. Hier leveren we de fietsen in. In de reisbeschrijving staat dat je ook terug kan fietsen, maar ik geloof niet dat ik de weg gevonden zou hebben. Iets meer dan de helft van de mensen, waaronder Jantien, besluit terug te gaan naar Kurashiki. De rest gaat door naar een Japanse tuin. We gaan met ze allen met de trein naar een groter station, daar gaan de twee groepen uit elkaar. We moeten ruim vijf minuten wachten. Om ons heen blijken alle Japanners in een rijen te zijn gaan staan. We besluiten dus maar aan te sluiten. We moeten een aantal haltes, maar het is geen probleem om op het juiste station uit te stappen. Op elk station is in ons alfabet het vorige, huidige en volgende station aangegeven. We weten dus een station van tevoren dat we eruit moeten.
23 juli cOm half twee zijn we terug bij het hotel. Janneke en Jantien eten als lunch wat van de spullen die we gisteren bij de convini hebben gekocht. Daarna lopen we naar buiten en nemen een taxi naar Ivy square. Dit een een stuk waar alle gebouwen overgroeid zijn met klimopplanten. We lopen iets verder door en komen dan in het oude gedeelte van Kurashiki. Hier wandelen we wat rond. Het ziet er erg leuk uit Het leeft ook meer dan gisterenavond. Er is een soort Japanse gondel en er zijn riksja’s, maar in plaats van een fiets, word je voortgetrokken door een rennende Japanner.
23 juli d Als we uitgekeken zijn lopen we naar de grote weg in de buurt en proberen we een taxi aan te houden. We staan er helemaal nog niet lang tot een vrouw op de fiets een praatje met Jantien begint. Ze heeft het over het warme weer en vraagt of we naar het station moeten. Jantien zegt ja, omdat het hotel aan het stationsplein ligt. Ze rijdt verder en komt dan weer terug. Blijkbaar staan er om de hoek taxi’s te wachten. Ze zegt dat we moeten blijven staan en zij zal er een halen. Terwijl we hierop wachten komt er een vrouw uit de winkel tegenover ons aanlopen in haar werkkleding om ons attent te maken op de taxi’s. Blijkbaar straalt het van ons af dat we een taxi willen. De eerste vrouw komt inderdaad met een taxi de hoek om en wij stappen in. De vrouw van de winkel rent daarna weer terug. Aangezien we een aantal stoplichten hebben, houdt de vrouw op de fiets ons makkelijk bij. Als we uitstappen staat ze al klaar om te helpen. Ze probeert ons te vertellen hoe we zonder trappen, het station in kunnen komen. We leggen uit dat we er al zijn, want we moeten naar het hotel. We bedanken haar nogmaals en ze vervolgt daarna haar weg, terwijl naar de lift lopen.
’s Avonds besluiten we weer wat te gaan eten in het winkelcentrum aan de overkant van het stationsplein. We lopen de Italiaan binnen en zien Ben daar zitten. We sluiten bij hem aan. Als we ons eten op hebben blijven we nog even zitten om te praten, maar om acht uur gaan we terug. Ben eerst nog even langs de convini voor het ontbijt van morgen en wij direct naar het hotel.

maandag 22 juli naar Kurashiki

Vanochtend moesten we om half negen verzamelen, zodat we om kwart voor negen kunnen vertrekken. Dat was geen probleem, aangezien er wifi in de lobby is. Iedereen was al eerder naar beneden gegaan om nog wat te internetten, voordat we weggaan.
22 juli aDe eerste stop is bij Imabari, het begin van de bruggen van de Shimanami-highway. Deze weg verbindt negen kleine eilandjes met elkaar. Er is een klein informatiecentrum waar te zien is hoe ze de bruggen hebben gebouwd. Na een twintig minuten gaan we weer verder. De volgende stop is bij het eind van de bruggenroute bij Onomichi. Hier kan je naar een uitzichtpunt lopen en naar een tempel. Er is ook een restaurant waar ze Belgische wafels en spaghetti serveren. Jantien loopt eerst naar de tempel, maar vindt tempel niet heel indrukwekkend. De weg ernaartoe is zeker niet aan te bevelen. Hij is heel snel en vooral als je hem op de terugweg weer op moet, voel je dat goed aan je kuiten.
22 juli b Janneke en Jantien bestellen allebei een Belgische wafel, die Jantien lekkerder vindt dan de wafels die je in België krijgt, omdat hier geen suikerklontjes inzitten.
22 juli cDe laatste stop die we maken is bij het vissersdorpje Tomo-no-Ura. Hier staat een kleine oude stenen vuurtoren. Je vraagt je af of die vroeger geholpen heeft, aangezien die zo klein is, maar hij zal er wel niet voor niets staan. We lopen wat rond en komen bij een winkeltje die de plaatselijk drank verkoopt. Ben noemt het kruidenjenever, maar Jantien vindt het meer iets weghebben van hoestdrank. Het is wat stroperig en smaakt heel zacht. Jantien die niet bekend staat als een alcohol liefhebber, kan dit drankje wel waarderen. In de winkel staan een plastic sneeuwpoppetje op zonne-energie te wiebelen. Dit past totaal niet bij de omgeving. De winkel heeft een open pui en het is goed warm. Zo’n wiebelend sneeuwpoppetje werkt dan echt op mijn lachspieren. Na een half uur hebben Evi en Jantien het wel gezien en voegen zich bij Janneke in een hotellobby. We hebben in totaal vijf kwartier, maar wij vinden het zo wel genoeg. Langzaamaan komen er steeds meer groepsgenoten eerder terug.
22 juli dRond half vijf komen we aan bij het hotel. De hotellobby zit op de negende verdieping en de kamers op de 10e, 11e en 12e verdieping. Janneke blijft in het hotel, terwijl Jantien met de andere naar het oude centrum loopt. Het ziet er mooi uit en heeft iets weg van het vissersdorp van vanmiddag. Rond half zeven is Jantien weer terug en haalt Janneke op om wat te gaan eten in het foodcourt in het warenhuis tegenover het hotel. Na het eten haalt Jantien nog wat boodschappen voor morgen.

zondag 21 juli

Vanochtend heeft Jantien bij de bakker aan de overkant wat sandwiches gekocht. Deze hebben we samen met de yoghurt die ze gisterenavond al had gekocht gegeten als ontbijt. Om half negen gingen we met z’n allen naar de tram. We gaan naar het kasteel van Matsuyama. Dit is een van de weinige nog originele kastelen. Helemaal waar is dat niet, want veel delen zijn niet zo oud, maar ze zijn wel steeds volgens de oude technieken herbouwd als het verwoest was of afgebrand.
Vanaf de tramhalte moeten nog 300 meter lopen naar de kabelbaan/stoeltjeslift. Deze hangen naast elkaar en waarom ze er allebei zijn is niet duidelijk. Wij nemen de stoeltjeslift. Het zijn eenpersoonsstoeltjes zonder voetenbeugel. Wel is er bijna de hele route een net onder de lift gespannen. Terwijl we in de lift omhoog gaan, zien we groepsgenoten omhoog lopen. Bovenaan de lift zijn we alleen nog niet bij het kasteel. We staan nu bijna bij de voet van de eerste muur. Het kasteel is op de heuvel gebouwd, dus we moeten zelf nog wel omhoog lopen. Het is erg warm vandaag, 35 graden, 55% luchtvochtigheid en geen wind. Dat laatste maakt het zo warm. Janneke krijgt zelfs zweetplekken op haar bovenbenen door een redelijk dikke broek.
21 juli a De verdedigingsmuren zijn hoog en van grote blokken steen gemaakt. Ze zijn alleen niet heel glad en voor ons klim een kind tot een derde van de muur zo omhoog. Als zij het kan, kunnen de aanvallers dat natuurlijk ook. De verdediging is er alleen wel opgericht dat ze via de padden komen, want na elke poort is er een haakse bocht. Geen idee hoe vaak het kasteel ooit bestormd is en of het gewerkt heeft, maar apart is het wel wat je gewoon via de muur omhoog kan klimmen.
Het kasteel zelf is interessant, er is een trommel waar je op mag slaan en er liggen twee sets van de samoerai wapenrusting en die mag je aandoen. Freddy en Roderick besluiten dat te doen. Het kost heel wat tijd en hulp van anderen voordat ze het uiteindelijk aan hebben. Als Freddy denkt klaar te zijn, komt er een klein Japannertje, die aangeeft dat hij de rompbescherming verkeerd om heeft. Hoewel wij er behoorlijk lang overgedaan hebben omdat vast te maken heeft et Japannertje het zo omgedraaid, hij heeft dat vaker gedaan.
21 juli b Verder is er in het kasteel wapenrusting en zwaarden te zien, alleen veel minder dan we een maand geleden in het wereldmuseum in Rotterdam hebben gezien. Je hebt boven wel een mooi uitzicht op de stad. De trappen in het kasteel zijn alleen niet zo prettig ze zijn heel steil en omdat je niet met je eigen schoenen naar binnen mag, loopt iedereen op plastic slippers.
21 juli cWe gaan het kasteel uit en drinken wat bij een restaurantje. Om half twaalf besluiten we naar beneden te gaan. Eerst moeten we weer een stuk naar beneden lopen, maar het laatste stuk kan weer met de stoeltjeslift. We lopen terug naar de tram en gaan richting de Dogo Onsen. Net nadat we uitgestapt zijn komt het oude treintje er ook aan, deze is van rond 1880. Normaal gesproken staat ie tentoongesteld bij dit station, maar soms rijden ze er ook mee, zoals vandaag.
21 juli dWe lopen via de winkelstraat naar de Dogo onsen en onderweg bekijken we de winkels. Ze hebben hele leuke dingen en we nemen ook het een en ander mee. Bij de onsen aangekomen gaan we even op een bankje zitten, waarna we weer teruglopen. Lopend door de winkelstraat horen we ineens vogels piepen. Er blijkt een nest van zwaluwen op een logo van een winkel te zitten. Heel apart dat ze zo’n drukke plek zonder groen hebben uitgekozen, echte stadvogels.
21 juli eHet is bijna half twee als we weer bij het station zijn, waar ook de Bocchan-wind-up klok staat. Dit was de klok die elke half uur een hele show opvoert. We lopen naar het bankje en terwijl we gaan zitten begint de klok al. De klok schuift helemaal uit elkaar. Hij wordt hoger en aan de zijkanten gaan er ook allerlei panelen open.
Voor we in de tram stappen kopen we bij een convini wat eten voor de lunch. We nemen de tram terug naar het hotel, waar we op onze kamer de lunch opeten. We blijven de rest van de middag op de kamer, wat lezen of uitrusten. Het is best vermoeiend allemaal.
’s Avonds gaan we wat eten in de buurt van het hotel. Iets na achten wordt er op onze kamerdeur geklopt. Het zijn Freddy en Paul die naar een karaokebar gaan en vragen of Jantien meegaat. Ze had al aangegeven, dat ze dat wel leuk zou vinden. We gaan met z’n vijven, Paul, Freddy, Jasper, Roderick en Jantien, op weg naar de karaokebar om de hoek. Het is geen café zoals wij dat kennen. 21 juli fJe moet je bij een balie melden en daar krijg je een kamernummer toegewezen. Er staan zelfs gekleurde lijnen op de vloer, zoals in het ziekenhuis, om je de weg te wijzen. Wij krijgen kamer 40. Het is een kamer van ongeveer 3 bij 3 meter. Naast de deur is een klein podium, er staat een hoek bank en op de laatste muur hangt de tv. Het duurt even voordat we een goed nummer hebben gevonden, maar als we eenmaal begonnen zijn slaat de meligheid toe en het is heel gezellig. We hebben vooraf aangegeven een uur te blijven, maar het wordt uiteindelijk anderhalf uur. Na een uur gaat ineens de deur open en Jules besluit ons te vergezellen.
We sluiten af met een drankje in de lobby dat we eerst bij de convini hebben gekocht, we konden namelijk geen café in de buurt vinden. Het was echter een geslaagde avond.

zaterdag 20 juli naar Matsuyama

Vanochtend mochten we ons weer van de vloer omhoog hijsen, aangezien we op matjes op de grond geslapen hadden. Het slapen is het probleem niet, het opstaan gaat wat moeilijker. We pakken alles grondig in en zorgen ervoor dat er zoveel mogelijk in de hoofdbagage zit. We moeten vanmiddag namelijk lopend de ferry op en af, dus wil je niet teveel tassen hebben.
20 juli a Om kwart voor negen verzamelen we in de lobby en zetten onze tassen bij elkaar in de hoek. We gaan eerst met het openbaar vervoer naar Umi no Jigoku, een zeehel oftewel een grote warmwaterbron. Als je de bus inkomt moet je een nummertje trekken, hier staat het nummer van de halte op. Vooraan in de bus is een groot scherm waar alle nummers op staat met een prijs eronder. De prijs is de ritprijs tot dan toe. Wij hadden nummer 17, dus het bedrag onder 17 is wat wij moesten betalen als we er op dat moment uit wilden.
De bankjes in de bus zijn wel gemaakt voor de Japanners. Ze zijn behoorlijk smal en de beenruimte houdt ook niet over. Na een rit van een half uur stappen we uit. We moeten nog een behoorlijk stuk omhoog lopen voor we bij de zeehel zijn. Deze bestaat uit een vijver met lelies, een vijver met borrelend rood water en een vijver met stomend blauw water. Ook is er een winkel en iedereen vind dat eigenlijk het leukst. Ze hebben daar hele leuke spullen en bijna iedereen koopt wel iets. Voor de winkel staat een ijsjes automaat. Daar kan je voor 120 yen (ca. 1 euro) een ijsje uithalen. In Japan staan heel veel automaten, je kan ongeveer geen 100 meter lopen zonder er een tegen te komen.
20 juli b We gaan weer met de bus terug en stappen rond 12 uur uit. We vertrekken weer om 13 uur en Ben adviseert iedereen iets bij de 7eleven te halen, maar wij lopen door naar de Italiaan. We bestellen twee pizza’s. De bediening is nog sneller dan gisteren en binnen 10 minuten staat alles al op tafel. Om half een lopen we al weer terug naar het hotel.
We gaan met drie taxibusjes en twee taxi’s naar de boot. Als Janneke en Jantien naar buiten komen worden ze door een enthousiaste taxichauffeur naar zijn taxi geloosd. Zodra hij drie man in zijn taxi heeft, Roderick stap nog bij ons in, rijdt hij weg. De rest is nog aan het inladen. We moeten ongeveer vijf minuten wachten bij de boot, voordat de rest er is. Het is nu kwart over een en de boot vertrekt om twee uur. We moeten dus nog een half uur wachten voordat we de boot op mogen.
20 juli c Om op de boot te komen moeten we alleen een vrij smalle ijzeren trap op. Zodra Jantien de trap ziet moet ze even slikken, want rugzak, schoudertas en de tas van Janneke is toch wat veel. Freddy die in de buurt loopt biedt aan om de tas van Janneke te dragen.
Op de boot zetten we al onze bagage naast een trap en gaan Janneke en Jantien op de stoelen ernaast zitten. we hebben een groot raam van vloer tot plafond, zodat we goed naar buiten kunnen kijken. De overtocht duurt 2,5 uur. Bij aankomst zien we alleen dat ze moeite hebben om de trap aan te sluiten. Na een kwartier klooien besluiten ze iedereen via de interne trap naar beneden te sturen en via het auto dek van boord te laten. Bij de trap staat Freddy te wachten om de tas van Janneke weer de trap af te dragen. Erg fijn, zulke behulpzame reisgenoten.
Het is nog een uur rijden naar Matsuyama. Als we aankomen blijkt dat ons hotel in de steigers te staan, maar wij krijgen een kamer met een raam aan de achterkant, dus hebben we er geen last van.
20 juli Dogo OnsenOm kwart over zeven gaat er een groep met onder andere Jantien met het trammetje naar de Dogo onsen. Als we uitstappen is het bijna acht uur daar wachten we even op. Er staat namelijk een klok die elk uur helemaal uitvouwt met allerlei poppetjes en muziek. Na een paar minuten is de show over en wordt het weer een normale klok. We lopen door naar de onsen en daar zie je allemaal Japanners lopen in een yukata (katoenen badjas) op weg naar of van het badhuis. Wij besluiten een restaurant te zoeken. We komen terecht bij een sushi restaurant waar iedereen een verzameling sushi bestelt. Bij de tweede hap blijkt echter dat ze wasabi tussen de rijst en de vis hebben gesmeerd net als je boter op een boterham smeert. Dat viel even tegen. Om tien voor tien gaat Jantien met zes anderen terug met het trammetje. We hebben alleen niet helemaal waar we uit moeten stappen, maar met behulp van de Japanners lukt het. We lopen nog even langs de supermarkt en proberen dan de korte route van Jules naar het hotel. We komen ook bij het hotel aan, maar alleen aan de achterkant en daar zit geen deur. Terwijl we over een muurtje kijken naar de weg die we eigenlijk moeten hebben komen de anderen met Ben langslopen die een tram later hadden genomen. We lopen een stukje terug om naar ons hotel te gaan en komen dan langs een dansstudio waar ze aan het oefenen zijn. Je kan het van buiten zien en we mogen naar binnen. Er komt een vrouw die goed Engels praat en die verteld dat het een mix is tussen traditioneel Japans dansen en hiphop, dat ze oefenen voor een festival in oktober, dat ze dat gaan winnen want vorig jaar waren ze tweede en dat de groep uiteindelijk uit 140 mannen en vrouwen bestaat, al waren er nu lang niet zoveel aan het oefenen. Na een paar minuten zijn ze klaar met oefenen en nemen we afscheid en lopen door naar het hotel.

vrijdag 19 juli van Aso naar Beppu

Om 7 uur gaat de wekker. Het slapen op de grond viel mee, al was het best hard. Het opstaan ’s ochtends vroeg valt nog het meest tegen. Op weg naar de wc en wasbakken kom je al de halve groep tegen. Het heeft iets weg van een camping op deze manier. We pakken de spullen in en eten als ontbijt de mandarijnen en perziken op sap die we van de Japanse mevrouw in Nagasaki hebben gehad. De perziken op sap blijken echter perziken in gelatine te zijn. Het is minder zoet dan verwacht en vult vanwege de gelatine uitstekend.
Om half negen rijden we weer verder. We gaan naar de Krater van de vulkaan Aso, eigenlijk heet hij anders, maar de Japanners noemen hem vulkaan Aso. Het hotel en ook de vulkaan liggen in een oude krater. Rondom zie je ook overal een bergrand, dat is dus de kraterwand met een doorsnede van 128 km. 19 juli aEerst stoppen we om vanaf een afstand een foto te kunnen maken. De vulkaan rookt goed en de Japanners bij het uitkijkpunt voorspellen niet veel goeds. We rijden desalniettemin toch door naar de parkeerplaats. Daar krijgen we te horen dat je wel naar boven kan, maar niet bij de katerrand kan komen. Je kan op twee manieren naar boven, lopend via de weg of met een kabelbaan. Jantien besluit de kabelbaan te nemen en Janneke blijft beneden vanwege haar astma. Als we net boven aankomen met de kabelbaan, willen we doorlopen naar het uitzichtpunt waar je wel mag komen. We worden echter tegengehouden door de reisbegeleider van de Belgisch Koning Aap groep, die we steeds tegenkomen. Hij zegt dat ze aan het meten zijn en we misschien zo meteen wel naar de kraterrand mogen. Na een paar minuten wachten wordt het gebied vrijgegeven en mensen rennen naar de kraterrand alsof er gratis gingen worden weggegeven. Het zwavelmeer is helemaal “opgedroogd” en er komt een behoorlijke hoeveelheid rook uit de vulkaan. Volgens de reisbegeleider is het zicht zelden zo goed. Het stinkt er gelukkig niet zo erg, maar langzaam komt er wel een beetje hoofdpijn opzetten. Tijd om weer weg te gaan. Jantien loopt samen met Evie naar het uitzichtpunt, maar daar is niet veel te zien. We besluiten weer naar de kabelbaan te gaan. Net als we het station inlopen komt de Belgische groep met de mededeling dat de kraterrand weer gesloten is. We nemen de gondel weer naar beneden en om kwart voor elf rijden we weg.
19 juli bRond een uur of twaalf stopt de chauffeur en Ben vertelt dat de chauffeur een uitkijkpunt heeft gemist en dat we nu teruggaan naar dat uitkijkpunt. Het is een kwartier terugrijden voor we bij het uitkijkpunt zijn. Het is een mooi uitzicht, maar volgens de reisgenoten en ons niet de moeite waard om voor terug te rijden (zie foto).
Kwart voor een zijn we bij Kurokawa, het dorpje waar we gaan lunchen. We hebben tot drie uur de tijd, dus voor de mensen die hier van een onsen, badhuis, gebruik willen maken kan dat. Twee mensen uit onze groep besluiten dat ook te doen. Het dorpje ligt alleen laag bij de rivier, terwijl de grote weg een stuk hoger ligt. We moeten eerst een aantal trappen af en daarna loopt de weg nog behoorlijk steil naar beneden. Eenmaal in het dorpje aangekomen is de weg parallel aan de rivier en relatief vlak. We gaan wat eten bij een restaurant waar in groepjes van vier of vijf in een klein kamertje worden gezet. Als deur hangt er een lap stof die alleen de bovenste helft van de deuropening bedekt. In zo’n kamertje zijn er langs de rand banken met kussens erop en een tafel in het midden. We bestellen allemaal een hamburger, maar er blijken er nog maar twee te zijn. Wij besluiten er een te delen en een salade erbij te bestellen. Het eten smaakt heerlijk. De salade is zeer divers al weten we niet precies welke groente er in zit. De hamburger smaakt perfect en is ook nog eens opgemaakt met een hoop groente eromheen.
Als het tijd is om naar boven te gaan vraagt Janneke of er niemand is die of met de auto kan brengen. De mensen van het restaurant bellen een taxi, die even later komt. In drie minuten zijn we boven, iets wat anders minstens 20 minuten geduurd had. Het is echter pas kwart over twee terwijl we om drie uur bij de bus moeten zijn. Een groot deel van de groep is al boven. Als de bus om kart voor drie komt, zijn we er allemaal al en rijden we direct weg.
We stoppen nog even bij een winkeltje met allemaal “antiek”. Alles staat vol met kopjes, beeldjes, vazen en andere zooi. Je kan er bijna niet tussendoor lopen, omdat je bang bent dat je iets raakt. Na een korte stop gaan we weer verder en rond half zes zijn we bij het hotel. We blijken de enige te zijn die naar het “zandbad” willen. Dit is een oude onsen, waar je onder geharkt met zand wordt. Om half zeven wijst Ben ons de weg. Daar aangekomen blijkt dat de Belgische groep meer enthousiastelingen had. Ze staan net onder de douche en vonden het heerlijk. We hebben allebei een katoenen badjas gekregen en die moeten we aantrekken met niets eronder. We gaan een kamer verder en daar staan twee vrouwen klaar met harken. Ze hebben al een klein beetje een kuil gegraven en er ligt een blok hout waar je hoofd op moet liggen. We gaan in het zand liggen en de dames beginnen ons enthousiast in te harken met zand. Het zand is zwart, erg korrelig en warm. Als snel voel je het gewicht van het zand op je lijf drukken. Als we helemaal, op ons hoofd na, onder het zand liggen moeten/mogen we tien minuten blijven liggen. De dames komen halverwege nog vragen of alles goed gaat, maar we liggen wel lekker. Na de tien minuten moeten we eruit. We gaan terug naar de kleedkamer waar we onder de douche gaan staan. Eerst met badjas en later zonder. Het valt tegen om al het zand weg te spoelen.
Loom en warm gaan we daarna op weg naar de Italiaan. Jantien bestelt een pizza, met wat blijkt een ultradunne bodem. Hij smaakt heerlijk. Ook de spaghetti van Janneke valt in de smaak. De limonade kan je zelf halen en bij blijven vullen. Je moet eenmalig 200 yen daarvoor afrekenen (1,60 euro). Als toetje nemen we een bolletje vanille ijs met een schijf mango.
19 juli c Als we terug in het hotel zijn is het lage tafeltje tegen de muur gezet en zijn er twee bedden opgemaakt. Helaas is het vannacht weer op de grond slapen. Het is leuk voor de ervaring, maar ik zal het niet erg vinden als we morgen weer een echt bed hebben.