18 augustus – naar Viñales

We staan om zeven uur op, pakken de tassen in en gaan ontbijten. Jantien loopt alvast naar het restaurant, terwijl Janneke foto’s van de planten en bomen maakt. Ze hebben namelijk bordjes voor de planten gezet met de naam erbij. Veel planten die hier groeien hebben we thuis als kamerplant en zijn ze veel kleiner.
We zijn een beetje aan de late kant, dus Jantien loopt met alle tassen naar de bus en Janneke komt er achteraan. Als we zitten vraagt Alexis of we bezwaar hebben tegen drie mannen die naar de snelweg moeten. Alexis vertelt dat we alleen lifters van de reismaatschappij mogen meenemen, niemand anders. Als we iemand anders meenemen en daarna is er een camera weg, dan levert dat veel te veel problemen op.
De airco is gisteren gemaakt en levert nu geen problemen op. Als de eerste man de bus echter uit wil, wil de deur niet open. De bus is van degelijke Chinese kwaliteit. Na wat proberen gaat de deur toch open. Alexis stelt ons gerust door te zeggen dat de deur altijd met de sleutel open kan.
18 aug aWe stoppen om 10 uur bij een huis waar tabaksbladeren worden gedroogd. De familie verkoopt ook wat sigaren en hier besluiten we er maar een paar mee te nemen. Het drogen is een heel proces en er is beter over nagedacht dan wij vooraf dachten. Het huis wordt zo gebouwd dat ze zon zo veel mogelijk hetzelfde staat en dat elke plek even vochtig is. De bladeren worden ook steeds verplaatst zodat alles gelijkmatig droogt.
De volgende stop is een sigarenfabriek. We mogen alleen niets mee naar binnen nemen en dus ook geen foto’s maken. Het is een langwerpige ruimte met rijen werkplekken achter elkaar. Er kunnen drie mensen naast elkaar zitten. Iedereen heeft een eigen taak. Eerst wordt de binnenkant van de sigaar gemaakt. De soort bepaald hoeveel bladeren er van welke soort ingaan. De sigaren worden vervolgens in een pers gedaan. Als de sigaar mooi rond en samengeperst is wordt het dekblad eromheen gerold. Elke sigaar wordt afzonderlijk getest op luchtweerstand. Als de weerstand te groot of te klein is, wordt de sigaar uit de doos gehaald en moet die opnieuw gerold worden. Daarna worden ze beoordeeld op kleur en op dikte. Het zit er allemaal wat primitief uit, maar het werkt wel.
18 aug bWe rijden een klein stukje verder en bezoeken een likeurfabriekje. We zien alleen een kamer waar de lege flessen worden gevuld, de etiketten worden bevestigd en in dozen worden gedaan. Er is ook een winkeltje waar je wat likeur mag proeven, maar dat laten wij aan ons voorbij gaan.
We blijven nog even in dit stadje. Het is absoluut niet toeristisch, dus je kan goed zien hoe het Cubaanse stadsleven eruit ziet. We gaan eerst wat eten bij het hotel waar we om twee uur weer moeten zijn. Na de sandwich gaan we naar de bank. Voor de zekerheid vraagt Janneke aan een voorbijganger waar de bank is. We moesten nog een stukje verder. Als we binnenkomen moeten we op een bank gaan zitten. Hoe het verder gaat is onduidelijk. Om een uur komen er ineens allemaal mensen naar hun hokje, ze hadden blijkbaar pauze en de bank was dus dicht. Als de hokjes weer bemand zijn worden we naar een van de hokjes gestuurd. Zodra Jantien de euro’s laat zien, moet ze weer naar een ander hokje, maar deze man begint direct met tellen. Binnen een paar minuten hebben we weer een nieuwe voorraad CUC’s (oftewel koekies zoals we ze noemen).
We lopen terug richting het hotel van de lunch en lopen langs een warenhuis. Janneke wil hier wel naar binnen. We gaan via de uitgang naar binnen, maar de bewaker vindt het goed. Later zien we ook dat iedereen zijn tas moet inleveren, maar wij mogen hem gewoon meenemen. We kopen wat water en een twee liter fles Coca Cola light. Dit is de eerste keer dat we light producten zien. De Cubanen houden er ook niet van, want ongeveer overal zit hier suiker in. Als we betaald hebben zien we een leuke opblaaswaterscooter. We denken dat die boven zijn, dus wij de trap op. Eenmaal boven zien we wel speelgoed, maar geen waterscooter. Ze hebben ook schoenen, maar van elke soort is er maar een maat. De maat bepaald dus eigenlijk welke schoenen je kan kopen. De verkoopster zegt dat we beneden moeten zijn en wijst de juiste balie aan. Daar staat ook een kinderbadje met drie palmbomen die een afdakje vormen. Janneke vindt hem wel erg leuk. Jantien voorziet wat problemen in het meenemen. Janneke wil hem toch hebben dus kopen we het zwembadje voor Bartjan. Het is alleen de laatste, dus moet het badje leeg. Na een tijd wachten, de verkoopsters gingen op zoek naar de doos of nog een andere, besluiten ze het badje leeg te laten lopen. Twee verkoopsters en Jantien zijn met dat ding in de weer om hem wat kleiner te maken. Uiteindelijk past ie in twee tassen en gaan we richting de verzamelplaats. Iedereen vraagt zich af wat we bij ons hebben en de chauffeur staat ook gek te kijken. Omdat Jantien al een tas met drie flessen heeft, besluit hij het zwembad voor ons naar de bus te dragen.
We rijden niet direct naar het hotel, maar eerst gaan we langs een uitzichtpunt. Hier kan je goed op de vallei kijken en het karstgebergte zien. 18 aug cOp een van die bergen hebben ze een muurschildering gemaakt. Je moet hiervoor betalen, maar vanaf de weg kan je het beter zien en is het gratis. Mooi kunnen wij het niet noemen. Hierna gaan we wel naar het hotel. Het zijn weer huisje en wij hebben er een dichtbij de ingang.
Om half acht gaan we eten in Casa Rosa schuin aan de overkant van de weg. We zitten aan een lange tafel en het eten smaakt goed, alleen is het veel te veel. Als we teruglopen is het goed donker en een aantal zijn zo slim geweest om een lampje mee te nemen, zodat we in ieder geval een beetje kunnen zien waar we lopen.

17 augustus – Soroa

We staan om half acht op en dat is maar goed ook, want we horen later van groepsgenoten dat er om zeven uur geen water was. Gelukkig is dat er wel om half acht, dus dat is weer een probleem minder.
Om negen uur vertrekken we en de airco is helaas weer kapot. Het is maar twintig minuten rijden, dus we kiezen ervoor om dat zonder airco te doen i.p.v. op een monteur te wachten. Als we wegrijden slaat ineens de airco aan, zo is het wel snel opgelost. We gaan eerst naar terras waar we een welkomstcocktail krijgen, cola met sinas en rum. Een groot deel van de groep kiest nu voor de alcoholvrije versie, we moeten nog een hele wandeling.
We gaan weer de bus in en rijden naar de grote weg, hier moeten de wandelaars eruit. Zestien van de twintig gaan lopen. Het is een wandeling door het park en zo kunnen we in de voetsporen van Che lopen, want die schijnt hier getraind te hebben.
Om tien uur beginnen we met wandelen. We lopen eerst op de weg en langzaamaan worden de wegen paadjes. De gids staat om de zoveel tijd even stil om iets te vertellen. Als je achterin loopt krijg je alleen niet zoveel mee, want soms ziet hij een vogel en tegen de tijd dat de groep weer bij elkaar is loopt de gids weer verder. Als hij een verhaal wil vertellen bij een boom of plant wacht hij wel totdat iedereen binnen gehoorsafstand is. Na een klein uurtje lopen begint het klauteren. We moeten nu soms echt de heuvel opklimmen, het is geen wandelen meer. Soms zijn de stukken zo lastig dat Rinie of Edwin erbij blijven staan en die trekken de rest dan naar boven. Af en toe stoppen we en dan telt de gids of we iedereen hebben. Lex is alleen de laatste dus als hij er is moet iedereen er zijn. De gids telt er alleen maar vijftien. We staan echter zo op elkaar dat hij Jantien niet ziet, die achter Edwin staat, die meer dan een kop groter is.
De temperatuur valt trouwens erg mee, het is zo’n 32 graden. Je merkt wel dat het koeler is aan de westkust dan aan de oostkust. Aan het begin van de vakantie gaf de thermometer vaak rond de 38 graden aan. Hier is het zo’n zes graden kouder en dat scheelt behoorlijk.
17 aug aTegen twaalf uur zijn we boven. Bovenop de heuvel is een monument voor Che gebouwd. Er is ook een plaquette met namen van de mannen die bij hem waren. We zijn hier op het smalste stukje Cuba. Je schijnt links en rechts de zee te kunnen zien. Het is alleen nogal heiig dus erg duidelijk is het niet.
Na een kwartiertje gaan we weer op pad, dit keer naar beneden. Het is geen gemakkelijk pad. Het is redelijk steil en ligt vol met losse stenen. Jantien daalt in de achterhoede naar beneden samen met Lianne en Lex. Lex is op verzoek van de gids weer de laatste. We dalen rustig af, want erg prettig vindt Jantien dit niet. Omhoog ging beter. Soms wordt er wat gepraat, maar dan krijgt Jantien al snel op haar kop van Lex: “Hocus pocus, niet zo ouwehoeren, want ik zie je al glijden”. Dit klopt ook, je hebt je concentratie nodig om hier goed naar beneden te komen. Lex houdt de stemming er wel goed in en genereert wat achtergrond muziek door het smurfenlied te zingen.
Iets na een uur zijn we bij de rivier. Het is hier heel druk met Cubaanse families die hier hun vrije zondag vieren. We lopen direct door naar de bar en kopen wat te drinken. We lopen daarna naar een plateau dat overdekt is met een rieten dak, waar voor de ingang een bord staat dat het gesloten is. De gids is hier echter heen gelopen en hier betalen we hem ook. We drinken in de schaduw ons drankje op en gaan dan naar de bus om naar de lunch te gaan. We konden ook gaan zwemmen in de rivier, maar de meesten wilden dat niet.
Janneke is nadat de wandelaars zijn uitgestapt met de bus doorgereden naar het stadje Las Terrazas. Ze is in een restaurant gaan zitten wat gedeeltelijk in het meer gebouwd is. De andere drie zijn gaan wandelen door het stadje. Ze bestelde een limonade. Ze kon zien hoe die gemaakt werd, drie scheppen suiker, een heel klein beetje limoen en voor de rest water. Ziet er goed uit, maar hij smaakte toch wel erg zuur.
Om twaalf uur moest ze bij de bus zijn, want dan gingen ze ook naar de rivier. Alexis had het alleen fout ingeschat, want ze waren er veel eerder dan de wandelaars, die kwamen pas een uur later.
Janneke is naar de rivier gelopen en is op een trap gaan zitten, omdat er nergens zitplaatsen waren. Een badmeester zag haar en vroeg of ze op zijn plateau wilde zitten. Hier stonden wel geen stoelen, maar boomstronken die dienst deden als kruk. Ze nam dit aanbod graag aan. Ze heeft daar een kwartiertje gezeten en had goed zicht op alle Cubanen. Best leuk om te zien hoe de Cubanen hun vrije tijd doorbrengen. Een jongetje had zijn eigen glijbaan gecreëerd door in een stroompje te gaan zitten en naar beneden te glijden.
17 aug bJanneke zat al een tijdje bij de rivier en was bang dat ze de anderen gemist had en dat die op haar bij de bus aan het wachten waren. Ze besloot direct naar de bus te gaan. Daar aangekomen bleken de wandelaars er nog steeds niet te zijn. Ze heeft toen maar in de bus op de wandelaars gewacht.
Toen iedereen in de bus zat, reden we eerst naar het terras van vanochtend om wat administratie te regelen. Daarna reden we door naar de lunchplaats. De lunch was erg goed. Er waren schalen met chips gemaakt van een of andere wortel, een schaal met kippenpoten, rijst, bonensaus voor over de rijst, salade en een schaal met een soort draadjesvlees in een rood sausje. Het draadjesvlees en de chips vonden we zelf erg lekker. Als toetje kregen we een bakje met daarin een oranje smurrie met geraspte kaas erover. De smurrie smaakte naar dikke mangosiroop, heel erg zoet. De kaas scheen je niet te proeven, maar we hebben het allebei niet opgegeten.
17 aug cVlakbij het terras waar we zaten te eten zat een hagedis op een boom. Eerst kreeg hij niet zo veel belangstelling van onze groep, maar later had hij toch zeker zes camera’s op zich gericht.
Eenmaal terug bij de huisjes, wilde Jantien gaan douchen, maar er was helaas geen water. Ze liep naar de receptie om het te melden, maar ze waren het al aan het maken, binnen een half uur hoopten ze het gemaakt te hebben. Zoiets klopte ook wel. Jantien is met kleren en al onder de douche gaan staan, want die kleren mochten na al dat zweten wel uitgespoeld worden.
Om zes uur kwam er weer een gigantisch hoosbui naar beneden, maar die hield maar een half uur aan. Tegen de tijd dat we om half acht naar het restaurant liepen was het gelukkig droog. We hadden weer een keuze uit een aantal gerechten en ook deze keer was het goed eten. Janneke bestelde weer een mojito, maar dan zonder alcohol, dit was de suggestie van de serveerster gisteren toen ze een limonade wilde hebben. Vandaag zat er wel meer mint in dan gisteren. We zaten aan tafel met Marian en André en het was wel gezellig. We waren als een van de eersten binnen en gingen als een van de laatsten, rond negen uur, weg.

16 augustus – naar Soroa

Vanochtend staan we om 6.30 uur, want Alexis wil om 8 uur weg. Toen hij dat gisteren in de bus zei kreeg hij boegeroep en gespeelde verontwaardiging van de groep. Als we om 7.15 het huisje verlaten zitten er al een aantal reisgenoten op de stoelen onder de overkapping. Blijkbaar kan je pas ontbijten vanaf half acht.
Kwart over acht gaan we weg. We rijden naar Soroa. Tegen twaalf uur stoppen we bij een restaurant langs de weg. Terwijl iedereen aan een grote tafel gaat zitten, staan Lianne en Jantien bij de ingang. Lianne om van de zon te genieten en Jantien op zoek naar gekleurde nummerborden die ze nog niet heeft. Als de sandwiches komen, gaan we wel aan tafel zitten. De sandwiches zijn hier meer beleg dan brood, er ligt heel veel ham (in ons geval) op. Ze hebben hier ook zelf gemaakte citroenlimonade, erg verfrissend en weer eens wat anders. Als we willen betalen zegt de ober dat we maar 7 CUC moeten betalen. Wij zijn er van overtuigd dat het 14 moet zijn, maar hoe we ook duidelijk proberen te maken dat we voor twee personen betalen, de ober is er van overtuigd dat hij gelijk heeft. Janneke vraagt bij de bus aan Alexis wat de consequentie voor de ober is als hij een kastekort heeft. Alexis zegt dat ze dat zelf moeten bijleggen. Dat gaat dan wel erg hard als je maar 20 CUC per maand verdiend. Alexis gaat voor ons proberen te betalen. Hem lukt het wel en de ober is ons ook dankbaar, want ondertussen had hij zijn fout ingezien.
Als we weer willen vertrekken is het erg warm in de bus. Op zich gek want Danilo zorgt er altijd voor dat de airco al een tijdje draait. De airco blijkt dan ook kapot. We moeten allemaal de bus uit en Alexis zegt dat het wel tien minuten à kwartier kan duren. We vragen of we nog een limonade kunnen bestellen en dat is goed. Als we vijf minuten zitten komt Alexis naar ons toe. De airco blijft kapot, maar de groep heeft besloten zonder airco door te rijden. We moeten nog zo’n anderhalf uur. Het wachten op een monteur kan echter wel vier uur duren. We hebben onze drankjes alleen nog niet en willen niet weglopen, terwijl ze nu gemaakt worden. Alexis gaat het vragen en binnen de minuut staan onze limonades op tafel. We drinken ze zo snel mogelijk leeg en gaan de bus is. Net een sauna. Het dakraam is wel opengezet en de deur van de bus blijft ook open. Alleen als het er stoffig is bij wegwerkzaamheden doet Danilo de deur dicht. Het is best uit te houden zolang de bus maar rijdt. Als hij stil staat voel je hoe warm het in de bus is.
16 aug aAangekomen bij de orchideeëntuin stappen we om twee uur de bus uit. Voor het eerst is het prettiger om de bus uit te stappen dan in te stappen. Er is een wandeling met gids door de tuin. Iedereen doet daar aan mee, behalve wij. Wij nemen onze boeken en gaan op een stoel in de schaduw zitten. We hebben het niet zo op tuinen. Voordat we gaan zitten lopen we eerst alleen naar een oude Nederlandse stadsbus die hier nog gewoon rondrijdt, al staat hij niet geparkeerd. Het is helemaal nog hetzelfde inclusief de sticker die waarschuwt voor de boete van 60 gulden bij zwartrijden die op het hokje van de chauffeur is geplakt.
Na een half uur lezen is de groep terug en gaan we naar het hotel, dat blijkt om de hoek. Wij hebben een huisje bijna aan het zwembad. Daar is het nu een enorme herrie, maar om zes uur houdt dat op. Er zijn heel veel mensen die een dagpas kopen om een dag te komen zwemmen. Het is best grappig als we met onze koffers een weg door mensen in badkleding een weg naar ons huisje zoeken.
We zetten de spullen neer en gaan dan ook zwemmen. Het zwembad bestaat uit twee delen, een diep en ondiep gedeelte. Er is een verbinding tussen die twee delen en die zit onder een bruggetje, waar veel kinderen vanaf springen. Veel zwembaden hier zijn steeds erg ondiep, maar hier mag je wel duiken. Iets wat in die andere baden niet mag.
16 aug bNa het zwemmen gaan we de was weer doen en die hangen we buiten op aan de muur. De muur heeft decoratief uitstekende stenen, waar de was heel goed aan blijft hangen.
Om half acht lopen we naar het begin van het complex, want daar schijnt het restaurant te zijn. Als we weglopen komt er een bewaker achter ons aan en die vraagt wat. We begrijpen hem niet, dus Jantien loopt terug. Hij vraagt het nog eens en probeert dan de deur open te doen. Als dat niet lukt gebaart hij dat alles goed is. Hij wilde even zeker weten of we de deur op slot hadden gedaan.
Het eten is hier inclusief. We krijgen een salade vooraf, kunnen kiezen welk hoofdgerecht we willen en er is ook nog een toetje. Het smaakt allemaal erg goed. Na een uur zijn we klaar en gaan we weer terug naar ons huisje. Dezelfde bewaker ziet ons naar binnengaan en blijft wachten totdat hij ziet dat we de was binnenhalen en dat loopt hij weer door. De bewaking is hier best goed.

15 augustus – (naar) Santa Clara

Vanochtend is het weer hetzelfde recept als eerdere dagen. We staan om 7 uur op en na het inpakken van de tassen en het ontbijt vertrekken we om 9 uur. Vandaag gaan we naar Santa Clara, de stad van Ernesto “Che” Guevara. Che is in Argentinië geboren in 1928 als Ernesto Guevara en daar zeggen ze bijna in elke zin “Che”. Het kan een aanduiding zijn voor vriend of man en is uiteindelijk de bijnaam van Guevara geworden. Santa Clara wordt de stad van Che genoemd, omdat hij hier in december 1958 naartoe was gestuurd om een trein te laten ontsporen. De trein met wapens was onderweg naar het oosten om tegen de revolutionairen gebruikt te worden. Che en zijn mannen lukten het om de trein te laten ontsporen en namen alle wapens in beslag, waarna Batista Cuba ontvluchtten.
Toen de revolutie een feit was vroeg Fidel in een vergadering met zijn volgelingen “Is er een econoom hier?” en Che stak zijn hand op. “Oké”, zei Fidel, “dan ben jij de minister van financiën en de directeur van de nationale bank”. Na de vergadering liep Fidel naar Che, die opgeleid was als dokter, toe en zei “Ik wist niet dat jij iets van economie wist”, waarop Che zei “Ik dacht dat de vraag was, is er een communist hier? En daarom stak ik mijn hand op.” Che had helemaal geen kennis van economische zaken, maar was niet wel de belangrijkste man op die plek.
In 1967 wordt Che in Bolivia gepakt na maanden van achtervolging. Als Che gepakt wordt vragen ze hem of hij weet hoe hij gepakt is. Dat weet hij niet. Ze vertellen hem dat hij zelf heeft gezegd hoe het moet. Want Che heeft gezegd dat een revolutie kans van slagen heeft als die gesteund wordt door de lokale bevolking. Daarom hebben ze voor dat Che naar Bolivia kwam de lokale bevolking tegen hem opgezet. De mensen hielpen de guerrilla niet, maar werden informanten voor de regering. Alle mannen die bij Che waren zijn ter plekke gedood en in een massagraf begraven. De handen van Che zijn afgehakt om als bewijs te dienen dat hij dood was. In 1997 is het massagraf ontdekt van 17 guerrillastrijders en die zijn herbegraven in een monument in Santa Clara. Hieronder waren ook de resten van Che.
We gaan eerst naar het mausoleum waar 38 niches zijn gewijd aan guerrillastrijders van de mislukte revolutie in Bolivia. De 17 uit het massagraf zijn hier herbegraven. We mogen geen foto’s maken en ook niet praten. De mensen worden in groepen naar binnengelaten zodat het binnen niet te druk is. Het is er donker, want er zijn geen ramen. Het is een rechthoekige kamer met aan de beide korte kanten een klein tuintje van planten en een stenen paadje. Hier kan je alleen niet lopen, want het dak loopt hier schuin naar de vloer. Er zijn allemaal plaquettes van steen met uitgehouwen gezichten met alleen een voornaam erbij. Bij de stenen plaquette van Che schijnt een licht in de vorm van een ster.
15 aug aAan de andere kant is een museum, want min of meer is opgebouwd met spullen die Che weleens heeft aangeraakt. Er ligt van alles, een kopie van zijn geboortebewijs, een tekening van een vijfjarige Che, tandartsspullen bij Che gebruikt zou hebben, een schaakbord, een pistool, een uniform en een hoop foto’s. Voor een hoop Cubanen is Che een held, maar hij heeft ook tegenstanders. Na de revolutie kregen alle mensen van het oude regime de doodstraf en Che was de commandant van het vuurpeloton. Dit heeft hem bij sommigen niet geliefd gemaakt.
Het mausoleum en museum zijn gebouwd in het enorme monument. Na het bezoek aan die twee loopt iedereen naar de bus om zijn of haar tas en camera op te halen. We mochten namelijk niets meenemen. Het monument is een grote trap met op een enorm hoge sokkel een beeld van Che. Zijn laatste brief aan Fidel is in bronzen letters op een enorm stenen zuil te lezen. Voor het monument staat een billboard met een foto van Hugo Chavez erop, hun grote vriend.
15 aug bVolgende stop is een monument van de ontspoorden treinen. Hier blijven we maar tien minuten, want veel is er niet te zien dan drie treinstellen niet in een zigzag zijn neergezet. Er komt een oude man in legeruniform aan bezaaid met medailles. Hij poseert wat voor foto’s en gaat daarna naast Janneke op een stenen blok zitten. Hij is erg trots op zijn medailles en wijst er een aan die hij van Fidel heeft gekregen.
Hierna lopen we naar het centrum van Santa Clara. Het is een aardig stad, maar niet erg bijzonder. Een aantal van de groep gaan in een restaurant eten en de rest gaat alvast rondkijken. Er blijken geen sandwiches te zijn, dus wordt het spaghetti. Het smaakt goed, maar we hebben ieder aan een half bord genoeg.
Na een uur, om half twee, gaan we het centrum van Santa Clara verder bekijken, maar we zijn er snel klaar mee. We lopen eerst terug naar een stalletje waar we op weg naar het restaurant langs zijn gekomen. We komen hier een tas en de verkoopster laat ons het labeltje in de tas zien, daar staat een naam op. Ze wijst naar zichzelf en legt in gebrekkig Engels uit dat ze een ontwerpster is van tas en kleding en dat ze de tas zelf ontworpen heeft.
Hierna lopen we naar het plein waar we op een bankje in de schaduw gaan zitten. We worden een aantal keer lastiggevallen of we zeep of shampoo hebben (gebeurt regelmatig) of ze willen het shirt hebben dat je aanhebt. Uiteraard geven we dat niet, maar we vragen ons toch af of het werkt, want ook die vraag wordt weleens gesteld.
15 aug cOm kwart over twee gaan we richting de bus, die voor een kerk geparkeerd staat. Er zijn al een hoop mensen van de groep, maar de chauffeur, Danilo, is er nog niet, dus bekijken we de kerk met z’n allen. De kerk zelf is niet zo bijzonder, maar de glas-in-loodramen zijn erg mooi. Als Danilo er is stappen we de bus is. Nog lang niet iedereen zit en Alexis zegt dat we ons vast moeten houden. De bus begint te rijden, dat gebeurt normaal nooit. We missen Naomi en Thomas nog. Blijkt dat Danilo een geintje met ze wou uithalen. Hij zag ze komen aanrennen en reed daarom twee meter verder. Als Janneke aan komt lopen rijdt hij de bus vaak een paar meter haar kant op. Het is een hele aardig man, al is communiceren moeilijk omdat hij alleen Spaans spreekt. Als Janneke in het gangpad staat om de bus uit te gaan, springt hij van zijn stoel en gaat net buiten de bus staan om Janneke een handje te geven. Als Janneke de bus in gaat staat hij naast bij stoel om haar de bus in te tillen.
Vlak voor we bij het hotel zijn vertelt Alexis dat Santa Clara de stad van de bloemen is en zo zegt hij “heeft hij een goed excuus” en geeft elke vrouw een rode roos.
15 aug dTegen drie uur zijn we in het hotel. Het zijn allemaal bungalows met zes kamers per huisje. We blijven wat op de kamer lezen, maar om vijf uur besluit Jantien om de omgeving te verkennen. Er staan veel vogelkooien met allerlei exotisch vogels op het terrein. Er is ook een vijver met een kleine krokodil en wat schilpadden. Net als ze bij de krokodil staat voelt ze een paar druppels, die binnen 20 seconden uitbreken tot een stortbui. We zoekt snel een droog heenkomen en gaan op het overdekte terras van het restaurant zitten. Het houten dak bedekt met riet is alleen niet helemaal water dicht, dus er komen hier ook grote druppels naar beneden. Na driekwartier is het om zes uur droog genoeg om naar de kamer terug te gaan.
Om zeven uur gaan we naar het restaurant. Er is een erg uitgebreid buffet en ook ruime keuze in toetjes. Tijdens het eten komen er ineens een paar modellen door de eetzaal lopen. Blijkbaar is er om negen uur een modeshow. We gaan kwart over acht, als we klaar zijn met eten, terug naar de kamer en laten de modeshow over aan de anderen.

14 augustus – (naar) Cienfuegos

De wekker gaat weer om 8 uur, want Cienfuegos is maar vijfkwartier rijden en we gaan pas om 12 uur weg. We nemen de tijd om de spullen in de pakken en te ontbijten. Het ontbijt is meer gespreid dan de andere maaltijden, dus het is redelijk te doen.
Om 11 uur is de computer in de lobby vrij en kopen we een prepaid internetkaart. Het is namelijk hoog tijd om alle verhalen die gisteren geschreven zijn op de weblog te zetten. Het internet is alleen zo langzaam hier dat we dat niet zelf doen, maar de verhalen en foto’s naar Leonie sturen, zodat zij het erop kan zetten. Het is bloedheet in de half open lobby. Zo heet dat Jantien er niet lekker door wordt er hulptroepen inzet in de vorm van een fles water, een klein handdoekje voor je gezicht en een waaier. Na een half uur hebben we alle berichten verzonden en gaan we nog wat drinken voor we de spullen naar de bus brengen.
Onderweg zien we een aantal auto’s met gele nummerborden, maar het gaat te snel om een foto te nemen. We rijden eerst naar het hotel dat bij Palacio de Valle ligt. Hier staat gelukkig een auto met ook een geel nummerbord geparkeerd. Die kan bij de collectie.
14 aug aHet paleis is gebouwd in 1917 door de Spanjaard Alciscio Valle Blanco. Batista wilde er nog een casino van maken, maar dat is niet doorgegaan. Het hotel ligt ernaast en is regelmatig overboekt. Als dat gebeurt dan word je in een hotel 20 minuten bij de stad in een hotel ondergebracht. Alexis heeft alleen een methode ontwikkeld zodat hij bijna nooit weggestuurd wordt. We worden met z’n allen het paleis in de geloosd en naar het dak gestuurd voor ons welkomstdrankje, terwijl Alexis de kamers gaan regelen. Op deze manier ben je al binnen en sta je niet voor joker met al je spullen in de lobby. Al onze tassen laten we ook gewoon in de bus liggen. Na het drankje gaan we Cienfuegos in, terwijl het hotel onze kamers gaan klaarmaken. Cienfuegos is gebouwd toen Trinidad door de terugloop van de suikerriethandel minder aantrekkelijk werd. Ze wilden een havenstad die ook aantrekkelijk was voor de Fransen die uit Haïti/Dominicaanse republiek vertrokken.
14 aug bWe stoppen op het plein en zien direct een aantal grote gebouwen zoals een universiteitsgebouw, theater en kerk. We lopen eerst richting de boulevard langs wat kraampjes. Dit is de enige weg die in de schaduw lag, want het is heet vandaag. De zee is dichtbij, maar toch is er weinig tot geen wind. We kopen wat souvenirs en lopen daarna weer terug. We komen Lia tegen en die vraagt of we in het theater zijn geweest, want dat vond ze erg leuk. We moeten toch terug naar het plein, dus lopen we maar direct door naar het theater. Als we binnenlopen wordt ons verteld dat het 2 CUC pp is, maar als Jantien wil betalen wordt ze weer naar buiten gestuurd. We moeten netjes betalen bij het theaterloket. Het theater is gebouwd tussen 1887 en 1889 door de erven van Thomas Terry. Hij was een Venezolaan die een fortuin heeft verdiend met het kopen van zieke slaven, ze beter maken en dan weer verkopen. Het geld dat het verdiende stopte hij wel in de stad. Zijn grote droom was een theater en die is dus na zijn dood gebouwd.
Het is inderdaad een oud theater met de verschillende rangen die ze vroeger hadden. De zaal, de logés en het schellinkje, waar de arme mensen konden staan, helemaal op de bovenste ring. We lopen hier wat rond en gaan na een kwartier weer naar het plein, want de bus gaat zo weer weg.
Onderweg naar het hotel stoppen we nog even voor water bij een supermarkt. Dit keer is het een supermarkt zoals we die kennen met alleen kassa’s bij de uitgang. Als we wegrijden zien we onze eerste DAF bus met bestemming Weesp. Helaas gaat ook dit te snel voor de foto.
14 aug cWe gaan om zeven uur eten bij het paleis. De porties ogen niet zo groot, maar zijn ruim voldoende. We krijgen er als groente een bordje gekookte kroten en komkommer bij. Als we willen betalen blijkt dat we iets te veel geld aan souvenirs hebben uitgegeven en niet genoeg bij ons hebben. In het hotel ligt nog genoeg, maar we lopen niet altijd met al ons geld op zak. Janneke blijft zitten, terwijl het geld gaat halen. In de lobby ziet ze Thomas en Naomi staan. Zij hebben even 20CUC te leen, zodat Jantien snel in het restaurant terug is. Thomas en Naomi staan nog wel even bij het winkeltje te kijken, dus terug in het hotel haalt Jantien direct het geld en betaald ze terug.