vrijdag 31 juli – naar Kwai kwai eiland

31 juli a goudhaasjeWe hebben om half negen ontbijt wat weer goed verzorgd is. Tegenover onze ontbijtplek zitten, net als gisteren, een soort grote cavia’s. Deze beesten schijnen goudhazen te heten, maar we hebben ook andere namen langs horen komen.
Om half tien gaat een gedeelte van de groep 700 meter lopen naar een uitzichtpunt. Vanaf hier kan je goed de lengte van het Brokopondomeer zien. Helaas is het wat mistig en kan je niet zo ver kijken. We zien wel een eekhoornkoekoek, maar die was te snel voor de foto.
31 juli bOm elf uur gaan wel weg. Er stonden steeds drie bussen, een van ons, een van de Djoser junior groep en een voor de bagage. De bagagebus en Djoser junior zijn al weg. Ze hebben alleen wel onze bus genomen. Als we vragen waarom vertelt Chafhid dat dat van de busmaatschappij moest. Na een tijdje hebben we echter wel een vermoeden waarom er geruild moest worden. De airco van de bus doet het naar 20 seconden en dan vijf minuten niet meer. Wij denken dat de andere groep hierover geklaagd heeft.
Het kost ons een uur om van de berg af te komen, daar begint de asfaltweg weer. Nu is het nog een uur voor we bij Atjoni zijn. Hier stopt de weg. Vanaf hier kan je alleen nog met de boot. Er staan een hoop busjes en het is een drukke van jewelste. Het doet heel Afrikaans aan, een georganiseerde chaos.
31 juli c AtjoniWe laden alle bagage over in een korjaal (boot) en gaan zelf in een andere korjaal zitten. We hoeven gelukkig maar een kwartiertje te varen. Deze boot heeft wel kussentjes op elke zitting, erg luxe.
Als we aankomen op Kwai kwai eiland worden we direct geloosd naar de “eetzaal”. Dit is een grote, langwerpige hut waar een lange tafel in staat. Het dak is wel dicht, maar de muren bestaan uit planken met behoorlijke gaten ertussen. We krijgen allemaal een papieren koker met daarin een rotirol, het lijkt wel een vliegtuigmaaltijd. Het smaakt verrassend goed, een stuk beter en minder droog dan de rotirol uit het vliegtuig. Hierna krijgen we allemaal nog een kersenflap, dit is nog eens een warm welkom.
Er staan allemaal huisjes rond een stuk gras. Chafhid is hard bezig om in kaart te brengen hoeveel mensen er in welk huisje moeten. Uiteindelijk heeft hij er een beeld van en we lopen langs de huisjes. Hij zegt dat in het eerste huisje twee stellen kunnen, dan een huisje voor de drie heren, dan een huisje voor het gezin en dan nog een aantal huisjes voor alle dames. Jantien loopt langs de genoemde huisjes en komt bij huisje vier er een tegen met twee bedden. Bingo deze is voor ons. We hebben sinds Paramaribo geen eigen kamer meer gehad, dus wij vinden dat wij nu aan de beurt zijn om niet te hoeven delen. In ons huisje hangen ook al klamboes, dus dat is ook geregeld.
31 juli dOm half vijf gaat het grootste gedeelte van de groep naar een stroomversnelling. De korjaal manoeuvreert naar een grote steen en vervolgens moeten we allemaal uitstappen. We hebben echt midden op de rivier aangelegd.
Iedereen die mee is, behalve Cas en Jantien, gaat zwemmen. Jantien maakt foto’s van anderen en past op de bril van Frank. Na een half uur gaan we de boot weer in, terug naar ons eiland.
Iedereen eindigt met een boek voor zijn of haar huisje wachtend op het eten. Ons huisje heeft een lamp, alleen geen schakelaar. Als de stroom aangaat gaat onze lamp automatisch ook aan.
Om half acht gaan we eten. We gaan weer naar de eetzaal en eten wat de pot schaft. In de eetzaal is ook een klein hokje dat dienst doet als bar. Ernaast staat een enorme koelbox waar de limonade in bewaard wordt. Hier kan je iets pakken en bij de bar moet je dan aangeven wat je gepakt hebt.
Na het eten lopen we in net donker terug naar ons huisje. Er zitten best veel grote padden voor ons huisje en ze blijven lang zitten. Ze springen pas weg als je binnen 30 cm van ze komt. We hebben nog meer beesten in ons huisje, want er wonen vleermuizen in ons dak. Tussen ons dak en de dakpannen hebben ze blijkbaar hun nest. We horen ze piepen en rommelen en sinds de schemer zien we ze ook vliegen.
Er is een groep uit Frans Guyana die het erg naar zijn zien heeft op het midden terrein en behoorlijk wat herrie maakt. Wij liggen ondertussen op bed en wachten tot de stroom uitgaat, wat tegen elf uur zou gebeuren. Als het om half twaalf nog steeds heel licht is in ons huisje, draait Jantien de lamp uit zijn fitting. De herrie schijnt tot half drie geduurd te hebben, maar dat hebben wij niet meegekregen. Wij sliepen.

donderdag 30 juli – Canopy zipline in Bergendal

30 juli a Om kwart over zes zit het grootste deel van de groep buiten te wachten op de zonsopkomst. De zon komt namelijk op achter het stuwmeer. De zonsopgang is goed te zien, maar is niet bijzonder spectaculair.
Om half negen is het ontbijt. Helaas is Chafhid nergens te vinden. Guillaume en Jantien hebben gisteren geïnformeerd of et mogelijk was om naar Bergendal te gaan, 18 kilometer vanaf de voet van de Brownsberg. Hier kan je een “canopy zipline” parcours afleggen. Je gaat dan van boomtop naar boomtop via een kabel.
Chafhid heeft de chauffeur van het bagagebusje geregeld en die wil ons wel voor 250 SRD heen en weer brengen. Onze eigen chauffeur schijnt niet te mogen, want de bus moet boven blijven in het geval er iets met iemand gebeurd dan moet er vervoer zijn. Ook vertelt Chafhid dat Jane (het hoofd van Djoser in Paramaribo) vindt dat als je van het programma afwijkt je het eigenlijk helemaal zelf moet regelen en dat hij dat niet mag regelen.
30 juli bNa het ontbijt gaan Guillaume en Jantien met het bagagebusje naar beneden. Onze chauffeur, Borger, en de chauffeur van de Djoser Junior groep die hier ook ziet, gaan ook mee. Lekker handig dat de bussen boven moeten blijven in het geval dat, maar dat de chauffeurs mee naar beneden gaan.
Na vijf kwartier rijden komen we aan in het Adventure park Bergendal. We bespreken de canopy toer om 13.00 uur. We moeten nog anderhalf uur wachten voordat we gaan, dus gaan we onder een dakje zitten. 30 juli dIneens ziet Guillaume dat er wat uit Jantien haar tas komt lopen. Haar waterfles blijkt open te zijn en nu is het geld en de kleine camera nat. Dat worden dus geen foto’s van de canopy toer, helaas.
Om kwart voor één lopen we weer naar de balie. Hier krijgen we ons harnas aan, een remhandschoen aan je rechterhand en een helm op. Nadat iedereen helemaal is opgetuigd gaan we proefdraaien. Er hangt een klein stukje kabel zo’n drie meter boven de grond. Hier wordt iedereen de juiste houding geleerd, zitten met je benen gekruist naar voren, rechterhand op de kabel boven je hoofd en je linkerhand op je veiligheidskoord. Halverwege moeten we remmen en dan op eigen kracht de rest van de kabel afleggen. In het geval we het andere plateau niet halen weten we wat we moeten doen.
6708211-zip-line-canopy-at-Berg-en-Dal-0Als iedereen geweest is gaan we op weg. We moeten eerst een stuk naar boven klimmen om bij het eerste plateau te komen. Hier gaan we om te beurt naar het volgende plateau. Dit is een kort stukje om in te komen, maar leuk dat het is. In de toer zijn ook twee lange stukken van ruim 200 meter. Een daarvan door het regenwoud en een over de Surinamerivier. Je kijkt je ogen uit en het is gewoon te leuk om te omschrijven. Gewoon doen.
We eindigen aan de verkeerde kant van de rivier. Canopy Zip line Bergendal 2aDrie van de vier gidsen komen als laatste aan, alle drie op hun kop hangend. Ze remmen af met hun voeten op de kabel en lopen zo ook het laatste stukje naar het laatste platform. Hierna steken we de rivier over met een boot. De tocht in totaal duurde wel zo’n anderhalf uur, maar het lijkt veel korter.
Canopy Zip line BergendalAls we alle spullen weer hebben ingeleverd gaan we naar het busje. Onderweg stoppen we nog even bij een benzinepomp en supermarkt. Iets na vier uur zijn we terug. De rest van de groep heeft een lange boswandeling naar de wetikreek gemaakt en zijn net terug. Iedereen heeft blijkbaar besloten dat het vandaag wasdag is, want iedereen is aan het wassen geslagen en overal worden waslijntjes opgehangen.
’s Avonds hebben we weer een gezamenlijke maaltijd. De kok vindt dat we niet snel genoeg opscheppen en overdenkt minder schalen neer te zetten, maar dat wordt direct van alle kanten tegengesproken. Er is rijst, macaroni, groente, gekookte banaan, groente op zuur en een hele scherpe saus. Als er iets op dreigt te raken vult de kok het bij. De kok heeft zo zijn eigen humor, maar het is een leuke vent.

woensdag 29 juli – naar Brownsberg

Vannacht hebben we allebei weer niet goed geslapen. Rond zes uur hoor je een heleboel vogels en een daarvan heeft zich in de buurt van ons slaapkamerraam gepositioneerd. Jantien is het op den duur zo zat dat ze met camera naar buiten loopt om een foto van de boosdoener te maken. Uiteraard was de vogel al gevlogen, maar het was daarna wel een stuk rustiger.
We pakken alles weer in en zouden met bagage om tien voor negen worden opgehaald, maar helaas er komt niemand. Als er om tien over negen nog niemand is gaat Marieke lopen. Als ze ons vergeten zijn stuurt zijn wel een andere busje naar ons. Een kwartiertje later komt het busje voorrijden. Ze had zich verslapen. We laden alle spullen in en rijden naar het restaurant. Iedereen zit er al en we blijken ook de enigen te zijn die met spullen naar het ontbijt zijn gekomen. Dit bleek alleen maar handig, want iedereen moest nog terug om zijn spullen te halen en wij stonden dus als eerste klaar.
We rijden nu met twee bussen, onze gewone bus en een klein busje voor de bagage. De bus met mensen en bagage schijnt de bergweg niet op de komen.
We stoppen eerst nog even bij een supermarkt om lunch te kopen. Het was niet helemaal goed gegaan bij het ontbijt. We zouden lunchpakketten moeten maken, maar daar was geen brood of beleg voor.
29 juli aDirect na de supermarkt slaan we van de verharde weg af en nemen een rode hobbelweg omhoog. Op een gegeven stopt de chauffeur omdat er een slag over de weg kruipt. Chafhid wil kosten wat kost aan ons die slang laten zien en haalt hem zelfs uit de boom waar hij net ingekropen is. Als Chafhid even wat minder druk op de stok om zijn nek zet, glipt de slang weg en dit keer laten we het ook zo.
Halverwege de rit naar boven zet de chauffeur (Borger) de airco uit om meer vermogen voor de motor over te houden. Hij rijdt gestaag naar boven en om één uur zijn we er. Chafhid gaat inchecken en wij rijden met de busjes door en stappen uit bij het uitzichtpunt over het Brokopondostuwmeer. Hier blijven we wachten op de veranda van een huisje waar we later ook in blijken te gaan slapen.
De chauffeurs hebben intussen de bus omgebouwd en twee hangmatten opgehangen. Het ziet er erg komisch uit.
Om kwart over drie gaan we wandelen naar de Ireneval (val betekent waterval) en de Leoval. Het is een behoorlijk wandeling naar beneden en ook soms gladde stukken. Onderweg komen we een liaan in de vorm van een U tegen, waar je op kan schommelen. Benno klimt er zelf in, maar Jantien is niet zo lenig. Met behulp van twee mannen hangt ze in de liaan. “you Tarzan, me Jane”.
29 juli b IrenevalOm half vijf hebben we de verste en grootste van de twee, de Ireneval, bereikt. Sommigen gaan er onder staan, maar Jantien aanvaart alvast de terugweg. Ze slaat nog even af naar de Leoval, maar loopt niet helemaal naar beneden. Ze gelooft het wel, het zijn watervallen. Ze zijn niet bijzonder, maar het is leuk tijdverdrijf. Iets voor zes uur is Jantien weer bij het huis.
Janneke was bij het huis gebleven en dat bleek ook maar goed ook. Ze was op de kamer en hoorde mensen, maar het was te vroeg voor ons om al terug te zijn. Toen ze ging kijken bleek een andere groep zich met hun lunch op onze veranda te hebben geïnstalleerd en ook vrij in en uit het huis te lopen. Janneke is toen bij de deur gaan zitten als uitsmijter en dat had succes.
29 juli c brokopondomeerOm zeven uur gaan we eten bij het restaurant. Wij zitten aan een kant en een andere groep aan de andere kant. In het midden staan een tafel en daar wordt het eten opgezet. Zodra de laatste bak de tafel raakt zegt de kok “Het eten staat al uren op tafel en jullie zitten nog steeds, opscheppen.” En dat doen we.
Na het eten blijkt de tafel waar het eten opstond een omgekeerde sjoelbak te zijn en kan er dus gesjoeld worden. Langzaamaan gaan de meesten van het restaurant terug naar een van de twee huizen en gaan daar nog even op de veranda zitten.

dinsdag 28 juli – Redi Dotie en Jodensavanne

28 juli a Redi DotieVanochtend gaat de wekker om half zeven. Wij hebben slecht geslapen. Alberta slaapt in het stapelbed en wij in het tweepersoonsbed ernaast. Je rolt alleen steeds naar het midden toe. We kleden ons in alle rust aan, pakken de tas in voor vandaag en we worden anderhalf uur later opgehaald voor het ontbijt.
28 juli b Redi Dotie schoolDe eerste stop is Redi Dotie, wat rode aarde betekent. De grond hier is echter wit. Het inheemse dorp lag echter eerst verderop, maar is verplaatst zodat het nu langs de weg ligt. De overheid heeft er ook een brug aangelegd en een busdienst gestart. De inheemse bevolking waren vroeger nomaden, maar zijn door de kerk overgehaald om in dorpen te gaan wonen. Omdat ze aan veel privacy gewend waren staan die huizen ver uit elkaar, er zit zo maar 100 meter tussen het ene en andere huis. We komen ook langs een school waar de kinderen nog gewoon les hebben. Hun schoolvakantie van 6 weken begint pas in augustus.
De volgende stop is de Jodensavanne. We lopen eerst naar de medicinale bron, wat een pijp uit de berg is waar water uitstroomt. Het water is de door de berg gesijpeld en zou zo aan zijn medicinale werking komen. Je kan het drinken, maar het is wel redelijk bruin. Wij laten het aan ons voorbij gaan.
Direct hiernaast ligt de Jodensavanne. Hier zijn in 1652 op uitnodiging van de Britse Lord Willoughby de Joden naartoe gekomen. Ze moesten wel belasting betalen, maar met de plantages met slaven werd grof geld verdiend.
De Jodensavanne ligt zo’n 50 kilometer hemelsbreed van Paramaribo. Als kolonisten net aankwamen vestigden zij zich liever niet aan de kust, omdat ze nog geen verdediging hadden en dat geldt ook voor de Jodensavanne. Uiteindelijk is deze plaats verlaten, omdat de verdediging door fort Nieuw Amsterdam niet zo goed bleek, er in Europa concurrentie kwam door de suikerbieten en de soldaten in de omgeving weggingen en zo hun handel opdroogden.
In de tweede wereldoorlog zijn er een hoop mensen uit Indonesië, die verdacht werden van samenwerking met de NSB naar Suriname verscheept om de Jodensavanne op te knappen. Een aantal jaar geleden is het op de UNESCO werelderfgoedlijst gekomen.
28 juli c JodensavanneWe komen eerst langs een begraafplaats met houten grafzerken. Deze zijn van vrijgekochte slaven. Er zijn twee soorten grafzerken, maar het is niet duidelijk wat het verschil is. Er zijn twee theorieën. De eerste is dat het een onderscheid is tussen man en vrouw, de tweede is dat ze met de grafsteen aangaven of je leven voltooid was of dat je niet goed genoeg geleefd had om naar de hemel te gaan.
Iets verder liggen allemaal grafstenen kris kras door elkaar. De Joden begroeven hun doden achter hun huizen. In de jaren zestig hebben soldaten alle grafstenen die ze konden vinden bij elkaar gelegd. Alleen de graven met een bakstenen muurtje zijn ook echte graven.
28 juli d JodensavanneNog iets verderop het pad ligt de ruïne van de synagoge. Er staat niet veel meer overeind, maar er is nog wel een half ingemetseld raam. Omdat de Joden veel geld met de plantages verdienden hebben ze vrij snel hun houten synagoge vervangen door een stenen en daar staat vandaag de dag dus nog iets van overeind.
We lopen hierna rustig naar de bus en rijden terug naar Overbridge. Bij de brug over de Surinamerivier stoppen we even en kunnen we uitstappen om de brug lopend over te steken, terwijl de bus gewoon de weg neemt. We komen rond de lunch aan in het restaurant en nemen direct plaats. We bestellen bakabana (gebakken banaan) met patat. We zijn niet de enige die patat hebben besteld en iedereen krijgt zijn eigen ketchup en mayonaisefles.
Na de lunch gaan we naar ons huis en die keer gaan we lopen. Overbridge is een groot terrein met langs de rivier huisjes die bij het complex horen en daar achter zijn allemaal huizen door particulieren gebouwd. Deze worden een groot deel van het jaar gewoon verhuurd en wij zitten dus in zo’n huis.
28 juli eAlles bij elkaar heeft het allemaal best lang geduurd en over een klein uurtje om half vijf gaan we al weer wandelen in de omgeving, vogels kijken.
We lopen langs de weg en horen redelijk veel vogels en zien er ook best nog wel wat. Het nadeel is wel dat de meesten behoorlijk ver zitten, zodat het zelfs met zoomlens niet echt wat wordt. De specht is eigenlijk niet meer dan een zwart lijfje met een rood bolletje als hoofd, maar we hebben er nu wel een gezien.
28 juli f ons huisjeNa de wandeling lopen we weer naar ons huisje en worden even later weer opgehaald om om acht uur te gaan eten in het restaurant. Na het eten moeten we alles voor die dag afrekenen en wij zijn voor twee maal ontbijt, lunch en avondeten 150 SRD (zo’n 40 euro) kwijt. Das niet veel.

maandag 27 juli – naar Overbridge

27 juli a gierenOm half zeven worden de mensen weer een beetje wakker. Jantien gaat er ook uit want ze wil weer snel naar het vliegveld. Chafhid gaat met de mensen die willen om half acht, maar Jantien wil eigenlijk eerder. Janneke heeft niet zo haast en komt wat later haar bed uit.
27 juli bJantien is iets na zeven uur weer op het vliegveld om vogels te kijken. Ze ziet weer een hoop vogels die er gisteren ook waren, waaronder een heleboel gieren. Als ze naar een paar bomen staat te kijken komt de man die in het huisje bij het vliegveld woont naar haar toelopen. Hij heeft een grote vogel gezien en wijst deze aan Jantien aan. Hij vindt het zelf zo leuk, dat hij terug naar zijn huisje loopt om zijn camera te halen om er ook een foto van te maken.
27 juli c toekanKwart voor acht komt iets meer dan de helft van de groep ook het vliegveld oplopen. De meesten vinden het tegenvallen hoeveel vogels je ziet, maar de vogels moeten ook nog even wakker worden. Daarnaast helpt het ook niet dat je met een groep van ruim tien mensen pratend rondloopt. Een aantal houden het snel voor gezien. We zien in de verte nog wel twee ara’s en nog een toekan. Jantien heeft er weer wat foto’s bij.
Om half negen gaan we ontbijten. Er is netjes voor iedereen een gebakken ei en er is een Surinaams gerecht met kip en kool. We moeten weer een lunchpakket maken omdat we weer terug richting Paramaribo gaan. Of de Voltzberg deze reis waard is kunnen wij natuurlijk niet zeggen, maar we snappen wel waarom andere reizen dit laten zitten.
Om half tien zouden we weggaan, maar dat wordt op z’n Surinaams iets later. De bagage moet natuurlijk nog op de boot en de motoren worden nog even bijgevuld met benzine. Wij komen dit keer in de bagageboot. Deze is smaller en iets kleiner. Hij is daarom wel sneller. We gaan eerst de verkeerde kant op en leggen aan tussen de boten. De bootsman moet even zijn mobiel ophalen. Waar? Zijn ouders schijnen daar ergens te wonen, maar wij zien alleen maar regenwoud.
27 juli d tussenstopOm half elf gingen we op weg naar de bus. De bagageboot was wel wat onstabieler dan de andere boot, maar hoe harder die vaart hoe stabieler de boot wordt. Na ander half uur hadden we de andere boot ingehaald. Deze was iets voor ons vertrokken en onder extra stop richting bus gevaren. Na nog eens een klein half uur varen zagen we de brug waar we waren opgestapt. We hebben de terugweg dus binnen de twee uur gevaren. Deze reis was dus korter dan de heenweg, maar ook comfortabeler omdat we nu onze opblaaskussentjes hadden meegenomen.
Om een uur hadden we alles in de bus geladen en begon de lange weg naar Zanderij (hier is ook het internationale vliegveld). We kwamen dit keer gelukkig niet vast te zitten, maar de weg was nog steeds lang. Chafhid had ons gezegd dat we om vijf uur bij het asfalt zouden zijn en om precies vijf uur reden we het asfalt op. Helaas was dit het kleine stukje waar ze mee bezig zijn en na twee minuten was het alweer hobbelweg. Deze weg is alleen wel beter, want ze zijn dus bezig dit te asfalteren en moet de weg in ieder geval vlak zijn.
Tegen zes uur waren we weer bij de supermarkt waar we begonnen waren. De bus ging met Frozien en Chafhid naar het vliegveld, want daar zou haar tas moeten staan. Helaas kwamen ze al snel weer terug en bleek de tas doorgestuurd te zijn naar het nationale vliegveld bij Paramaribo, een uur rijden.
27 juli e padWe laten de tas voor wat het is en rijden naar Overbridge. Hier worden we over 4 huisjes verdeeld. Wij delen een huisje met Marieke, Liesbeth en Alberta. Alberta en wij nemen de kamer met badkamer en Marieke en Liesbeth de andere. Het is gewoon een huis met ene woonkamer met open keuken, twee slaapkamers en een badkamer. Alleen de slaapkamers hebben airco, dus de woonkamer is warm, vooral omdat een raam openzetten het niet beter maakt.
Bij aankomst heeft iedereen zijn eten al bestelt, want ze hebben een uur tot anderhalf uur nodig om alles klaar te maken. Ons huisje ligt niet bij de receptie of restaurant in de buurt, maar het park zorgt ervoor dat we steeds met een busje worden gehaald of thuisgebracht.
Tijdens het eten zitten de meesten een beetje voor zich uit te staren, we zijn eigenlijk allemaal gaar. Na het eten is het ook voor (bijna) iedereen gelijk naar bed.