6 augustus – Hongkong Lantau

Vandaag wisselen we van hotel in Hongkong. We gaan naar een hotel dichterbij het vliegveld, aangezien we maandagochtend om 7.50 vliegen. Als we naar het ontbijt gaan moeten we dit keer helaas wel wachten. Iedereen staat netjes in de rij en wij sluiten aan. Na een paar minuten wordt er gevraagd of er mensen buiten willen eten, prima. Het is wel warm buiten, maar het is overdekt en we gaan straks toch de hitte in.
Om half elf zitten we in een taxi. Er staat een taxi voor het hotel te wachten op de hoop van klanten en dat is dus gelukt. We nemen de taxi omdat 1: we met de metro moeten overstappen, 2: de shuttlebus alleen voor de airporttrein is en die nemen we niet, 3: de tassen heel zwaar zijn, 4: de tas van Jantien een beetje kapot is en daarom slecht tilt en 5: het is helemaal niet zo duur. Met de airporttrein kost het 230 HKD (25,50 euro) en de taxi 350 HKD (39 euro). We rijden er in een half uur naartoe en zijn om 11 uur bij Novotel Citygate. Je kan pas inchecken vanaf twee uur, maar ze hebben al een kamer. We krijgen een upgrade en hebben nu een kamer waarmee we toegang toe de Premier Lounge hebben. Ook hebben we nu gratis wifi. Dit was het enige hotel van de reis waar we zouden moeten betalen voor de wifi.
Nadat we de tassen op de kamer hebben gelegd gaan we op pad. Het hotel zit aan het winkelcentrum citygate vast. Je loopt zo vanuit de lobby het winkelcentrum in. Via het winkelcentrum kan je naar de kabelbaan (ja, de derde deze reis) lopen. We lopen in het begin even verkeerd, maar daarna staan er overal voldoende bordjes. We hebben vouchers voor de kabelbaan om 12.15 en een toer om 13.15. Er zijn twee rijen, een om kaartjes te kopen en een voor vouchers. De rij voor vouchers is beduidend korter, maar ook weer niet zo kort. Het is kwart voor twaalf, dus we hebben nog een half uur, maar het is de vraag of dat gaat lukken. Jantien staat met de vouchers in haar hand te wachten, op die manier kan je ze snel aan iedereen laten zien. Een medewerkster vraagt ineens of ze de kaartjes mag zien en we mogen de rij uit en in een keer naar het loket. Daar krijgen we de kaartjes en een sticker. Met deze sticker mogen we langs alle rijen lopen en staan we ineens vooraan. De eerstvolgende cabine mogen we in. Het is nu twaalf uur, dus we liggen nu zelfs voor op schema.
Na een half uur zijn we boven. Het is een mooie kabelbaanrit met eerst zicht op de luchthaven en later op de bronzen Boeddha. De cabine heeft ook veel luchtroosters, dus het is er best aangenaam ook al zegt de thermometer 31 graden.
Eenmaal boven kopen we de foto die van ons genomen is toen we instapten. We krijgen hier ook een gratis een trucage foto bij, maar die laten we na de toer maken. We eten snel een sandwich bij Sunday en gaan dan naar het verzamelpunt. Er staan al vijf mensen te wachten. Een Nederlands gezin van vier en een Amerikaan. Dit is ook de hele groep, lekker rustig. Alles hier in Hongkong is massaal, dus dit is een verademing. Dat vindt de gids, Ronald, ook. Ronald is nogal erg aanwezig, houdt eenzijdige gesprekken en praat heel hard. Voor wie hem kennen, Ronald doet Jantien denken aan haar collega Rob.
We beginnen met een hele korte theeceremonie. Er wordt kort voorgedaan hoe het werkt, we krijgen allemaal een heel klein kopje thee en dan worden we door Ronald naar de bus geloosd.
We gaan de berg weer af richting Tai O, een authentiek vissersdorp. De mensen wonen hier in huizen gebouwd op palen die in het water staan. Alle huizen die er staan mogen blijven, maar er mogen geen nieuwe meer gebouwd worden. Ook mogen ze niet verkocht worden aan derden, dus uiteindelijk zullen ze allemaal wel verdwijnen.
Als we de bus uitstappen valt het ons op dat het heet is. Daar was bij het instappen van de cabine al voor gewaarschuwd en ze hebben gelijk. De thermometer geeft op den duur zelfs 35 graden in de schaduw aan. We lopen door een winkelstraat met allemaal typische producten, zoals gedroogde inktvis, haaienvinnen (helaas wel ja), gedroogde visblaas en andere voor ons ondefinieerbare producten. We gaan direct naar een bootje want we gaan de baai in. Hier zwemmen licht roze dolfijnen, een bedreigde soort. Als we net de baai in varen zien een aantal mensen er al een. Helaas zitten we aan de verkeerde kant van de boot en zien we er niet zo veel, maar we hebben ze gezien. Het was alleen niet mogelijk om daar een foto van te maken.
We varen terug en maken een rondje langs de stelthuizen. Na een stukje gevaren te hebben legt de boot aan bij een zo’n huis. Gelukkig heeft deze een trap en geen ladder. Ronald zegt dat normaal het water hoger staat en dat je maar twee treden op moet. Als dat zo is is dat een aanzienlijk verschil, want wij moeten er nu acht op. We zaten op een rondvaartboot met mensen die niet bij de toer horen. Zij blijven zitten en wij gaan het huis van de visser in. Het blijkt het huis van onze buschauffeur te zijn. Soms vist hij nog wel, maar zijn hoofdbaan is het niet meer. Het huis is rechthoekig, maar mist een muur aan de kant van de rivier. Het is best groot en dan hebben we de slaapkamer niet eens gezien.
We gaan er aan de achterkant weer uit en komen op een smalle straat. Het ziet er hier ineens anders uit. De huizen zijn gemaakt van Maleisisch hardhout wat niet rot in het water, maar het is ook niet waterdicht. Om die reden hebben ze de huizen bedekt met aluminium. We lopen nu in een soort futuristisch dorpje.
Langzaamaan komen we weer in een drukker gedeelte van het dorp. Hier staat ook een tempel en Ronald legt uit hoe alles werkt. We mogen nu zelf verder lopen zolang we maar om 15.10 bij de bus zijn. Wij lopen rustig richting bus en komen tien minuten te vroeg aan. We gaan zitten op een bankje in de schaduw om het wat draaglijker te maken, want zoals eerder gezet het is echt heet.
We rijden nu met de bus weer naar boven naar de bronzen Boeddha en het speciaal voor de Boeddha aangelegde dorpje Ngong Ping 360. Janneke houdt het voor gezien en gaat naar de Starbucks, terwijl de rest nog een korte toer langs de tempel en de Boeddha krijgt. Om bij de Boeddha te komen moet je een lange trap op van 268 treden. De anderen van de groep zien dat wel zitten, maar Jantien past ervoor bij deze hitte. Op weg naar de tempel zien we een aantal koeien liggen, die hebben volgens Ronald een heerlijk leven. Ze zijn heel erg aan mensen gewend, maar Jantien houdt toch afstand. Na een rondje langs de tempel en de Boeddha gemaakt te hebben, gaat Jantien ook naar de Starbucks. Na wat gedronken te hebben gaan we naar de trucage foto. We moeten ruim tien minuten wachten tot we aan de beurt zijn. Vervolgens moeten we in vier verschillende poses staan voor een groen scherm. Daarna worden we mee naar buiten genomen voor een mini fotoshoot met de Boeddha op de achtergrond. Bij de kassa kunnen we een van de vier trucage foto’s kiezen en uiteraard kunnen we er meer kopen en de mini fotoshoot ook. We kiezen voor alleen de trucage foto, meer dan genoeg. We staan in vechthouding voor het beeld van Bruce Lee. Het grappige is dat we gisteren op weg naar de metro langs dat beeld zijn gelopen.
We gaan een winkel verder naar het informatiecentrum. Hier kunnen we vanwege onze sticker op onze shirts een tijdslot krijgen om met de kabelbaan naar beneden te gaan. We mogen weer langs de rij lopen, maar moeten uiteindelijk aansluiten. Moeten we toch wel zo’n 6 a 8 cabines wachten. We zitten met z’n achten in de cabine en een man legt zijn hoofd tegen het raam en begint te snurken. Dit houdt hij vol tot hij helemaal beneden wordt wakker gemaakt door zijn vriendin. Waarschijnlijk hebben ze doorgegeven dat Janneke in deze cabine zit, want nog voor we echt zichtbaar zijn komt er al een medewerker aan rennen om Janneke uit de cabine te helpen. Dat kan ze natuurlijk prima zelf, maar het is wel heel aardig. Als we uitstappen wordt er net zo als boven heel snel schoongemaakt. Er wordt een doek gehaald over de plekken waar mensen met hun handen aangezeten hebben, voordat er andere mensen instappen.
We moeten nu terug lopen naar het hotel. Onderweg komen een een 7eleven tegen en we nemen eten mee. We zijn moe en hebben het heet. We hebben geen zin om uit eten te gaan, dus een maaltijd van de 7eleven is prima. We krijgen weer zegeltjes, maar daar hebben we niets meer aan, een tweede volle kaart gaat nooit lukken.
Pakken we de tassen nog eens goed in en gaan vroeg naar bed, want de wekker staat op 4 uur.

5 augustus – Hongkong

Toen we het hotel boekte werd er gezegd dat er (te) weinig ruimte is om iedereen te laten ontbijten. Als we bij het ontbijt komen snappen we dat wel. De medewerkers ruimen direct op als iemand weggaat zodat daar iemand anders kan zitten. Wij kunnen zo doorlopen, maar terwijl wij eten zien we een rij ontstaan. Op zich is het wel logisch dat er zo weinig ruimte voor ontbijt is aangezien zo’n ruimte alleen geld kost en niets oplevert. We hebben gisteren in de dubbeldektram gehoord dat de duurste winkelruimte niet in New York, Londen of Parijs is, maar hier in Hongkong. Nu ligt ons hotel wel niet op de duurste plek, maar goedkoop is het hier niet. Dit verklaard ook waarom veel hotels geen ontbijt aanbieden, dan kunnen ze alle ruimte voor kamers benutten.
Vandaag gaan we met de hop-on-hop-off bus, hier Big bus genoemd. We gaan niet weer naar de halte van gisteren lopen, maar besluiten met de tram naar de pier, het opstappunt, te gaan. We hebben gisteren bij de tram toer een kaart gehad waarmee we twee dagen gratis met de tram kunnen reizen. De tram kost trouwens heel weinig. Je betaald per rit als je uitstapt. De prijs voor volwassenen is 2,30 HKD (0,26 euro), geen wonder dat de inwoners van Hongkong zo graag de tram nemen.
Net voor we bij de Big bus zijn rijdt hij weg. Als we bij de halte zijn is er net een nieuwe gearriveerd. Deze heeft een hele open bovenkant. Klinkt leuk, maar het is tussen de 32 en 34 graden. Als we instappen wil iedereen ook beneden zitten. Sommigen proberen het nog wel boven, maar komen vrij snel naar beneden. Als we gaan rijden worden de mensen die staan naar boven gestuurd, want met wind is het wel te doen. Nou blijkbaar niet. Bij de belangrijkste stop, de Peak tram, komen de mensen die boven zitten naar beneden om te kijken of er nu wel plaats is. En dat is er, want er gaan een hoop mensen uit, waaronder wij. Het kaartje voor de Peak tram zit bij de tour. We ruilen het bonnetje om voor een echt kaartje en het zijn zelf fast passes. Dat betekent dat we in de rij aan sluiten die overdekt staat en niet in de zigzag rij buiten moeten staan. De rij buiten lijkt nog te doen, maar als je goed kijkt gaat die aan de overkant van de straat verder. Elke keer als er weer wat ruimte is steken er mensen het zebrapad over om aan de juiste kant in de rij te staan.
Het ziet er naar uit dat we toch nog vier trams moeten wachten. Elke 8 minuten gaat er een en dat kan ook niet sneller. De peak tram is een kabel waar twee trams aan zitten precies een halve kabel van elkaar. De trams rijden dus altijd tegelijk en halverwege passeren ze elkaar. In de tram zit je ook met je rug naar het dal, want de tram gaat behoorlijk steil omhoog/omlaag. De tram is aangelegd voor de te bewoners op Victoria Peak, die konden dan makkelijker van huis naar de stad en omgekeerd. Jantien vraagt aan een medewerker of Janneke ergens zittend kan wachten. In Taiwan heeft Janneke vaker ergens gezeten, terwijl Jett en/of Jantien in de rij stonden. Er wordt direct actie ondernomen. We worden langs de rij naar een bankje helemaal vooraan geleid. Als de tram weggaat worden we voor de meute uit naar het perron gestuurd en kunnen zo meteen als eerste instappen. Dit was niet onze vraag, maar we zeggen er geen nee tegen. In een kleine acht minuten, om half twaalf, zijn we boven. Jantien is hier in 2004 als eens geweest, maar het is echt geëxplodeerd. Als je nu de tram uitstapt moet je eerst door een winkel heen met souvenirs net als in een pretpark. Ze hebben in ieder geval ansichtkaarten, dus die kopen we alvast. Het doel is om uit de drie landen van onze reis een kaart naar huis te sturen. Thailand en Taiwan hebben we al gedaan, nu Hongkong nog. Als we om postzegels vragen zeggen ze dat we die bij het postkantoor kunnen halen en ze wijzen het winkelcentrum in. Ja, want daar kom je in uit. Dit was er in 2004 nog niet, maar is in 2006 bij een renovatie gebouwd. Er is op de bovenste verdieping een uitkijkplatform. Het kost alleen 50 HKD (5,50 euro). Je moet toch ook gewoon naar de stad te kunnen kijken? Na even zoeken hebben we de uitgang uit het winkelcentrum, inclusief Madame Toussaud, gevonden. Hier kan je gewoon een stukje de weg aflopen en dan kijk je op Hongkong uit. De stad staat vol met wolkenkrabbers, maar wij staan toch hoger op de Peak. We staan dan ook op zo’n 400 meter.
Nadat we het uitzicht hebben bekeken en postzegels hebben gekocht bij het postkantoor op de Peak gaan we weer naar beneden. Het is rustiger in de tram, maar bijna alle zitplaatsen zijn bezet. Er zijn dit keer alleen geen mensen die moeten staan. Als we beneden komen zien we een Big Bus wegrijden, maar hij is rood en we willen de groene. Als we aan de mevrouw van Big Bus vragen wanneer de groene bus komt zegt ze dat die net weg is en dat we een half uur moeten wachten. Als er een kwartier later de rode Big Bus komt, rijdt die ook weg terwijl er nog mensen uit de het tramstation komen. Het is toch een kleine moeite om daarop te wachten.
Na een half uur stappen we op de groene Big Bus, de bus is rood, maar er staat een groen kaartje voor het raam. De groene bus gaat naar het zuiden van Hongkong eiland. Hier heb je twee andere plaatsen Stanley en Aberdeen. Ze liggen op Hongkong eiland, maar zijn plaatsen op zich. We nemen de hele route en luisteren naar het verhaal. Ook hier wil er niemand boven zitten en is het druk beneden. Bij de laatste halte stappen we uit. Behalve de Peak tram is ook een rondje met een sampan boot inclusief, dat zijn de originele boten die hier vroeger voeren. Toen met zeilen nu met een motor. Als we uitstappen komen er 7 Big Bus sampan boten aanvaren. Als de eerste boot leeg is mogen wij erop. We varen tussen de plaatselijke woonboten en de garnalenschepen. Het is een leuk rondje en zeker de moeite waard. Na een kwartier zijn we weer bij het beginpunt en moeten we even wachten tot de bus er weer is.
Nu nemen we de bus naar de pier en daar stappen we over op de Ferry om naar het vasteland, naar Kowloon, te gaan. De Ferry zit ook in de prijs. Het ligt er al als we aankomen en als we net aan boord zijn vaart hij al naar de overkant. In Kowloon rijdt de derde en laatste Big bus, de blauwe. We besluiten alleen eerst iets te gaan eten, het is tenslotte al drie uur. We nemen een uitgebreide lunch met pizza van een uur.
Na de lunch gaan we de Big Bus zoeken. We vragen het aan een aantal mensen en uiteindelijk vinden we twee mensen van Big Bus. Zij sturen ons naar het YMCA gebouw. Daar aangekomen zien we nergens waar de bus zou kunnen stoppen. We vragen het weer aan mensen, maar niemand weet het of snapt de kaart. Na een kwartier in de hitte heen en weer gelopen te hebben vinden we een mevrouw van Big Bus en daar is ook de opstapplaats. Ze mogen nog wel wat aan hun bewegwijzering doen. Na even gewacht te hebben komt de “blauwe” Big Bus. We rijden het hele rondje mee en zien zo wat van Kowloon.
Om half zes stopt de bus bij het beginpunt. We besluiten naar het dichtstbijzijnde metrostation te gaan en met de metro naar het hotel te gaan en niet met de ferry en tram. Als je eenmaal in het metrostation ben, ben je nog niet bij de metro. Je moet hele gangen ondergronds door voor je bij een perron bent. Ze hebben ook van die loopbanden, die ze ook op vliegvelden hebben om het te vergemakkelijken.
Rond half zeven stappen we uit de metro. We lopen niet direct naar het hotel, maar drinken eerst nog wat bij Starbucks. Na de Starbucks lopen we naar de 7eleven tegenover ons hotel. We kopen hier salades als avondeten. We hebben laat en uitgebreid geluncht. We hebben ook eigenlijk niet zo’n trek, maar je moet toch wat eten. We krijgen, net als gisteren, spaarzegels. Bij 22 zegels krijg je een kommetje van een Pixar karakter. We hebben er nu 20, dat met lukken.
Janneke blijft op de kamer, terwijl Jantien in de buurt gaat lopen op zoek naar de roltrappen. Er is hier een soort weg van roltrappen. ’s Ochtends gaan ze naar beneden en vanaf 9 of 10 uur gaan ze omhoog. Dit is om de mensen makkelijk de heuvel af en op te helpen. Is weer eens een ander vervoersmiddel als forens. Na een omweg komt Jantien bij de roltrappen. Het zijn alleen geen trappen. Het zijn de loopbanden van de metro, maar dan gaan ze omhoog. Ernaast is een trap voor de mensen die naar beneden willen. Het is druk op de roltrap. Er staat geen rij om er op te gaan, maar de roltrap is goed vol. Na een roltrap omhoog gegaan te zijn, neemt Jantien de trap naar beneden en gaat richting het hotel. Net als ze denkt geen brievenbus meer te vinden, loop ze er langs. Snel de ansichtkaarten op de bus. Missie geslaagd. Vanuit de drie landen hebben we nu een ansichtkaart naar huis gestuurd.
Vlak bij het hotel koopt Jantien twee ijsjes. Ze krijgt nu precies 2 zegels en heeft nu een kommetje. Je mag alleen niet kiezen, maar het is een leuke. Het is een karakter van de film Inside Out.
Terug in het hotel eten we de ijsjes op en ook onze salades. Dit is onze laatste avond hier, morgen gaan we naar een ander hotel in Hongkong, maar dan dichterbij het vliegveld.

4 augustus – (naar) Hongkong

We staan vroeg op en gaan vroeg ontbijten. Helaas hebben ze dit keer geen aardappelgratin, maar in plaats daarvan sesam rijstballetjes. We slaan even over. Janneke gaat voor de droge toast en Jantien probeert noedels als ontbijt.
Om 7.45 zien we een man naar de receptie lopen met op zijn telefoon namen van de personen die hij moet ophalen. Hij is ruim op tijd, want het is onze chauffeur en hij moet er om 8 uur zijn. Om tien over acht rijden we weg richting vliegveld. Onze chauffeur houdt van doorrijden en niet zo van verkeersregels. Het is niet zo dat hij heel gevaarlijk rijdt, maar soms is hij taxi en anders niet, welke baan er maar sneller gaat.
Om 9 uur zijn de tassen (beide 24 kg) ingecheckt en komt er een rolstoel voor Janneke aan. We zouden oorspronkelijk om 11 uur vliegen, maar omdat het vliegtuig veel te laat is gaan we pas 11.30 aan boord.
Om 13.20 landen we op de luchthaven van Hongkong. We zijn op onze vakantie van een linksrijdend (Thailand) naar een rechtsrijdend (Taiwan) naar een linksrijdend (Hongkong) “land” gegaan.
Op de luchthaven staat ook weer iemand met een rolstoel te wachten, maar die vrouw heeft er geen zin in. Ze vindt het maar niets dat de bagage niet komt en staat chagrijnig om haar heen te kijken. Behalve het vliegtuig is de bagage nu ook vertraagd. Gelukkig komen onze tassen snel. We hadden ook een priorty label op de tassen gehad. Zodra we in de aankomsthal zijn stopt de mevrouw midden in de hal en zegt dat Janneke vanaf hier zelf verder moet. Apart. Janneke gaat iets verderop zitten en let op de bagage. Jantien gaat intussen geld pinnen en kaartjes kopen voor de airporttrain. Deze doet er 24 minuten over om op Hongkong eiland te komen. Zodra we kaartjes hebben is het een klein stukje lopen. De aankomsthal gaat gewoon over in het perron van de airporttrein.
De trein is inderdaad heel handig. Met twee stops rijden we naar Hongkong central. Van hier rijden gratis bussen rondjes langs de verschillende hotels. Ons hotel, Holiday Inn Express Soho ligt ook op de route. We worden als eerste afgezet en lopen naar het hotel. In eerste instantie hebben we wat moeite om de deur te vinden, maar uiteindelijk vinden we de ingang. De tas van Jantien is echter zo zwaar dat er een bandje scheurt. Het bandje zorgt ervoor dat de tas recht op haar rug blijft zitten. We zijn gelukkig bijna thuis. Ook kan ze de tas op een achter bandje aansluiten. Deze is eigenlijk bedoelt voor iemand die groter is, maar iets is beter dan niets.
We checken in en Jantien doet snel haar bril af en haar lenzen in. Het is ondertussen vier uur en om half zeven hebben we een ritje met de historische tram geboekt. We besluiten een rondje met de hop-on-hop-off te doen, daar hebben we namelijk kaarten voor twee dagen voor. OP de kaart is geen hoogte aangegeven, dus we lopen naar de dichtstbijzijnde halte. Het is alleen wel heuvelop. We weten nu ook waar de naam “Ladder street” vandaan komt. Het is een straat die uit alleen trappen bestaat.
Eenmaal bij de halte moeten we lang wachten. De bus zou elke half uur moeten komen, maar we zullen de vorige net gemist hebben. Na bijna een half uur wachten komt de rode bus. We stappen in en kijken in de bus naar een medewerker, behalve de chauffeur is er niemand. De eerstvolgende halte dat de bus stil staat is op de pier, bij halte 1. Als Jantien haar bevestiging laat zien wordt ze naar iemand buiten de bus verwezen. Ze krijgt een heleboel bonnetjes mee voor al de extra dingen die bij een kaartje zitten. We stappen weer in. De bus gaat echter niet weg. We gaan het maar eens vragen. Hij blijft nog 5 minuten staan, maar naar ons gewenste halte is een uur. Het is nu 17.15 en we moeten ons uiterlijk om 18.20 melden. Dat wordt hem niet. We stappen weer uit. We kijken even uit over het water en gaan dan naar de metro. Het is een aardige wandeling. Als we eenmaal in het station zijn blijven we lopen. We hebben het idee dat we gewoon naar onze halte moeten lopen. Toch niet. We zien de metro. Er staan mensen voor met borden “STOP” om mensen tegen te houden die toch nog willen instappen ook al iets de metro vol. Ze metro’s rijden heel frequent, dus je kan gewoon de volgende nemen. Ook staan de mensen netjes in de rij te wachten, omdat je weet waar de deuren van de metro open gaan.
Na een halte mogen we er al weer uit. Nu is het een klein stukje lopen en al snel zien we de tram staan. Hij gaat pas over een half uur weg, maar we mogen er al in.
Om half zeven, netjes op tijd, gaat de tram rijden. We hebben oordopjes gekregen op de uitleg bij wat er te zien is te horen. Hongkong is bekend om zijn dubbeldektrams. We zitten boven zonder dak. Je kan zo goed om je heen kijken. De historisch tram is een derde generatie tram en stamt uit de jaren 20 van de 20e eeuw. Het is een leuke rit al krijg je wel een houten kont van die bankjes. Na vijf kwartier zijn we aan het einde van de rit. We zijn met licht ingestapt en als we uitstappen is het donker. We hebben zo Hongkong bij dag en nacht gezien.
We nemen de metro terug naar het beginpunt van de tram, want daar is ook ons hotel. Het is ondertussen half negen en we moeten nog eten. Dat doen we bij de crêperie die naast het hotel is. Heerlijk.
We halen nog wat drinken bij de 7eleven aan de overkant en gaan dan naar de kamer. Overal is te lezen dat de kamers zo klein zijn in Hongkong, maar wij vinden dit heel erg mee vallen, dit is bijna twee keer zo groot als onze kamer toen in Tokio.

3 augustus – Taipei

Vandaag is niet meer door MyTaiwanTour georganiseerd, maar door TinaTour. Dit hebben we zelf verzonnen, omdat Jantien vanaf nu alles geregeld heeft en Tina is de naam die zij in het buitenland gebruikt. We gaan om tien uur op pad. We lopen naar de metro aan het einde van de straat. Er is daar een groot kruispunt en voor het rode stoplicht verzamelen zich heel veel mensen op scooters met een paar auto’s erbij. Zoiets hebben we nog nooit gezien. In de spits is het zelfs nog erger.
We nemen de metro naar de kabelbaan. We hebben er drie verschillende metro’s voor nodig om er te komen. Alles staat goed aangegeven en de metro’s komen om de paar minuten. De eerste twee metro’s rijden onder de grond, maar de laatste, de bruine lijn, rijdt bovengronds. Die metro is kleiner, maar rijdt wel elke 3 a 4 minuten. De metro rijdt ook zonder bestuurder. De metrolijn is aangelegd als een weg. We rijden tussen de flats door met af en toe haakse bochten.
Na een half uur zijn we bij de Taipei Zoo. Vanaf hier is het 360 meter lopen naar de kabelbaan. Op internet hebben we gelezen dat het heel druk kan zijn, maar we hoeven gelukkig maar zo’n tien minuten te wachten om omhoog te gaan. Er kunnen 8 mensen in, maar wij zitten met z’n zessen. We worden bij een groep van 4 Taiwanezen gezet. Op zich niets mis mee, zij het niet dat ze tegen elkaar praten alsof ze 50 meter van elkaar vandaan zijn. Dat maakt het toch lastig om van de mooie groene omgeving te genieten. In de verte zien we Taipei 101 boven een heuvel uitsteken. Er zijn drie haltes waar je eruit kan. De eerste is de Taipei Zoo berg station, de tweede is het tempel station en de laatste is Maokong. In Maokong zijn vele theehuizen te vinden en beginnen vele wandeltochten. Wij gaan, net als onze cabinegenoten, naar Maokong. Het is een klein half uurtje en het is best warm in de cabine. Er staan alleen een paar kleine raampjes open en dat is het. Het is ondertussen weer zo’n 34 graden, dus dat het is warm.
Boven in Maokong maken we een klein rondje en besluiten weer naar beneden te gaan. We hebben op zich wel trek in een ijsje, maar het enige ijs dat hier verkocht wordt is “groene thee” en/of “zwarte thee” smaak. Daar passen we voor.
Terug is het een stuk rustiger en kunnen we met z’n tweeën in een cabine. We piepen trouwens wel voor, want de mensen staan op de trap te wachten en wij nemen de lift. Als we boven komen worden we direct door de man bij de kabelbaan een cabine in geloosd, terwijl er nog mensen stonden te wachten. In Taiwan, is onze ervaring, zijn ze heel erg behulpzaam naar mensen die dat nodig hebben. Er zijn ook overal “priority” stoelen voor de ouderen, zwangeren, ouders met kleine kinderen of gehandicapten.
De kabelbaan naar beneden is een stuk leuker. We kunnen nu rustig rondkijken en van het uitzicht genieten. De rit naar beneden lijkt ook ver korter, maar duurt uiteraard ook een half uur.
We gaan weer naar de metro op weg naar de Carrefour. Op Leonie haar boodschappijenlijst stond een Helly transformer (is een karakter uit Poly car). Dit hebben we gekocht, maar toen ze hem zag vond ze hem zo leuk dat ze er twee wilde hebben, dat zou een hoop ruzie schelen. Onze Carrefour had er maar een en dus hebben we andere Carrefours op internet opgezocht en we zijn nu op we naar de 24-uurs winkel. We moeten nu een keer overstappen een 300 meter lopen. Het is warm en we hebben nog niet gegeten. Dat willen we bij de Carrefour doen. Als we het gebouw binnenlopen, mag Janneke kiezen waar we gaan eten. Ze kiest voor de McDonalds, maar of ze dit kiest omdat ze er zin in heeft of omdat het het eerste restaurant is wat we tegenkomen blijf onduidelijk.
Na de lunch gaan we de Carrefour in. Deze is kleiner dan de “onze” en hebben helemaal geen auto’s van Poly car. Op internet hebben we nog een derde winkel gevonden, maar daar hebben we het adres niet van bij ons.
We zijn van plan met de bus terug te gaan, want we zien 601 en 223 langsrijden (alleen de verkeerde kant op) en die rijden ook bij ons hotel. Aan de andere kant van de weg is er echter wel een bushokje, maar daar staan de juiste nummers niet tussen. Janneke is ondertussen gesloopt en we stoppen een taxi. Als Jantien vraagt wat de taxirit ongeveer kost is de taxichauffeur enigszins beledigd. Hij wijst op zijn meter e zegt dat hij alleen met meter rijdt. Prima, maar we willen wel weten of we nog genoeg geld hebben. We gaan immers morgen weg en we zijn het laatste geld aan het opmaken. Tussen de 100 en 200 TWD (3 en 6 euro), dat hebben we nog wel. We stappen in en de taxi rijdt weg. We vragen ons nog af of de meter aan staat, want we zien geen getallen. Het Chinees wat op de meter staat snappen we toch niet. Even later verontschuldigt de taxichauffeur zich, hij is vergeten de meter aan te zetten. Als we rond vier uur bij het hotel zijn is het 85 TWD en de chauffeur vraagt of 100 goed is, omdat hij de meter was vergeten. We geven hem 120 TWD, Janneke is namelijk te blij om bij het hotel te zijn.
Janneke blijft in het hotel als Jantien voor de zekerheid toch even bij de Carrefour aan de overkant van de straat gaat kijken. Nee, helaas Helly is er nog steeds niet. Jantien vraagt het aan een medewerkster en met Google translate snappen we elkaar. Zij gaat bij een ander filiaal vragen of ze Helly hebben. Wat opvalt is dat de oudere generatie prima Engels kan, maar iedereen onder de 30 die wij aanspreken in een winkel spreekt en verstaat geen Engels. Vreemd, je zou het andersom verwachten.
Na een tijdje komt de medewerker terug met een adres op haar telefoon, ze hebben er daar nog vier. Jantien schrijft het adres over en laat haar het adres in het Chinees opschrijven. Jantien gaat weer naar de kamer om op internet op te zoeken waar het is. Deze Carrefour had Google niet als optie gegeven. De metro is totaal niet in de buurt en met de bus moet je ook overstappen, oplossing: taxi.
Jantien neemt een taxi en na een half uur rijden is ze in de 3e Carrefour van de dag. Ze loopt naar de speelgoed afdeling en ziet daar helemaal niets van Poly car, nee toch. Ze vraagt het aan een medewerker en die gaat gewapend met een foto van een foto van haar telefoon op zoek. Iets later komt hij met drie varianten aanzetten. De juiste, een iets kleinere en de politieauto (Helly is een helikopter). Bingo, kopen en weer terug. Jantien komt Helly met haar creditcard en dat gaat heel soepel, iets te soepel. Er wordt geen handtekening, pincode of iets anders gevraagd. Alleen kaart door het apparaat en klaar.
Als Jantien net in de taxi stapt gaat het weer regenen. De regen duurt een half uur, precies de tijd die de taxi rit duurt.
We hebben niet meer genoeg geld om uit eten te gaan, dus besluit Jantien langs de 7eleven te lopen voor een bak sla. Dat hadden meer mensen bedacht, want ze zijn er niet meer. Nu zijn er veel 7elevens in de buurt, maar pas na een half uur rondlopen en bij de vierde winkel hebben ze twee bakken salade. Iets voor half acht is Jantien weer op de kamer. Janneke heeft intussen haar tas al ingepakt. Het past er allemaal in, maar zwaar is die wel.
Na het eten gaat Jantien ook haar tas inpakken en ook daar is nog wat ruimte over, maar ook deze tas is zwaar.
Om negen uur loopt Jantien nog voor de laatste keer naar de Carrefour. We hebben namelijk nog genoeg geld voor een pak Taiwanese thee en plek in de tassen. De rest van het geld laten we morgen achter in het hotel als fooi voor de kamermeisjes.
Onze toer door Taiwan zit erop. Tijd om de balans op te maken. Taiwan is een land waar alles goed georganiseerd is. Het is heel erg rolstoelvriendelijk en overal zijn schone toiletten en ruimte om borstvoeding te geven te vinden. De mensen zijn ontzettend behulpzaam en aardig. Je mag ongeveer nergens roken (zowel binnen als buiten) wat wij wel zo prettig vinden. Het is alleen heel moeilijk om de sfeer aan te geven. We verbleven in veel grote steden en die lijken allemaal enorm op elkaar. Als je naar Taiwan gaat, probeer dan om in de wat kleiner steden en dorpjes te verblijven, dat is niet zo massaal en onpersoonlijk. Taipei is natuurlijk een grote stad met, volgens Jett, 7 miljoen inwoners. In Taiwan zelf wonen 23 miljoen, waarvan 1 miljoen aan de oostkust en 22 miljoen aan de westkust. Wij zijn alleen aan de westkust geweest, dus als je iets meer rust zoekt moet je naar het oosten.

2 augustus – Taipei

Om 7.30 gaat de wekker. We hoeven het bed nog niet uit, maar Jantien doet dat wel. Ze leest in het reisboek alles over de plaatsen die we vandaag gaan zien. Als ontbijt besluiten we niet toast te nemen, maar mee te doen met de Taiwanezen en een soort avondmaaltijd als ontbijt te nemen. Al nemen we niet zo veel als hen. We nemen de aardappelgratin met fruit en een grote yakult. De eieren laten we na de ervaring van vorige keer gewoon staan.
Om 9.30 gaan we naar beneden, maar we zien Jett niet. Zijn auto staat voor de deur, dus lopen we daar maar heen. Daar is hij ook niet. Jantien gaat weer naar binnen en daar staat Jett de foto’s aan de muur te bewonderen. Geen idee hoe we hem over het hoofd hebben gezien.
We maken eerst een fotostop bij het presidentiële gebouw. Het is uit de Japanse tijd, maar oogt heel Europees. De Japanner in die tijd waren volgens Jett geobsedeerd door Europa en dat is terug te zien in de gebouwen. Ook stoppen we heel even om foto’s te maken van traditionele Taiwanese huisjes. Deze zien er leuk en authentiek uit, alleen op dit straatje na zie je ze nergens meer.
De eerste echte stop is Longshan Tempel. Jett zet ons af en gaat zijn auto parkeren. Janneke gaat bij de ingang zitten, terwijl Jantien alvast wat foto’s gaat maken. Ineens staat er iemand voor haar camera, Jett, wat verrassend. Janneke is alleen niet bij hem. Jantien vraagt waar Janneke is en Jett zegt dat hij haar wel heeft zien zitten, maar er langs is gelopen. Nu gaat hij terug om Janneke te halen. Het is een aparte tempel en blijkbaar een grote toeristische trekpleister. De voorkant is een boeddhistische tempel en erachter ligt een Taoïstische tempel. Het is niet een standaard tempel met heel veel gekleurde karakters op het dak waar we er meer van gezien hebben. Het is iets rustiger, of in ieder geval iets valer van kleur. Overal zitten mensen met een boek in hun handen. Ook wordt er veel gebeden en wierook gebrand. Deze tempel is echt in gebruik. Wij proberen op gepaste wijze naar de mensen en de tempel te kijken als er ineens een groep (waarschijnlijk Chinezen) achter een gids met vlaggetje de tempel in komt banjeren. De gids doet zijn verhaal op luide toon en dan trekt de groep verder naar het volgende altaar, waar het zich weer herhaalt.
We lopen nu terug naar de auto en rijden naar de volgende stop, Chiang Kai-Shek Memorial Hall. We parkeren de auto op het laatste plaatsje op de weg lopen naar memorial hall. Het is een immens wit gebouw met een blauw dak. Als binnen komt lijkt het ineens meer op een winkelcentrum dan een gedenkplek. Het heeft een ruime hal en je kan er van alles kopen. Aan de rechterkant is een klein museum met het levensverhaal van Chiang Kai-Shek. Het zijn veel foto’s en wat kleding, maar er staan ook twee Cadillacs.
We gaan met de lift naar boven en komen in een hele grote hal met een reusachtig beeld van Chiang Kai-Shek. Er staan ook twee mannen op wacht. Elk uur is er een wisseling van de wacht, maar daar willen we niet op wachten. Het beeld kijkt door een grote opening uit op een trap die uitkomt op een brede laan met aan het eind links en rechts de opera en het concertgebouw.
Het is nogal veel en groot voor één persoon, althans dat vinden wij.
Om half een komen we aan bij de volgende stop van vandaag, Taipei 101. De toren heeft 101 verdiepingen, volgens hun telling dan, wij zouden het 100 verdiepingen noemen, want de begaande grond is in Taiwan de 1e verdieping. Dat het getal het aantal verdiepingen is doen ze hier wel vaker. In Kaohsiung heb je Kaohsiung 85, een toren van 85 verdiepingen (nou ja 84 volgens onze telling).
We maken een klein rondje door het winkelcentrum waar hele dure merkproducten te koop zijn. Daarna gaan we naar de “foodcourt” om te lunchen. Het is hier ontzettend druk en we vinden met moeite twee plaatsen naast elkaar kijkend op een grijze muur. Er zijn veel eetstalletjes waar ze van alles verkopen, maar wij zien niet altijd het verschil. We houden het op McDonalds, die hebben we deze vakantie nog niet gehad.
Om 13.45 gaan we naar de 5e verdieping om daar in de rij de staan voor de 89e verdieping. Hier kan je helemaal rondom uit kijken op Taipei. Het duurt even voor we aan de beurt zijn, maar de rij gaat best snel. Er zijn maar 2 liften die mensen naar boven brengen, maar van deur dicht tot deur open duurt 41 seconden. Als we boven zijn en over de stad uitkijken valt direct de bewolking op. Toen we Taipei 101 binnengingen was het heel zonnig en heet, nu zie je de wolken over de stad trekken. Je ziet ook ineens alle auto’s hun lichten aan doen. Slecht voorteken.
Je kan met de trap nog een verdieping hoger om buiten over de stad te kijken. Jantien besluit dit direct te doen, want het weer ziet er niet goed uit. Op het observatiedek maakt Jantien snel wat foto’s en gaat weer naar binnen. Je mag alleen naar het westen toe op het observatiedek kijken, dus je bent ook snel klaar. Binnen kijkt ze naar een korte film over de bouw van Taipei 101. Als de film afgelopen is wordt iedereen naar de lift geleid en een verdieping lager gebracht. Het observatiedek is gesloten vanwege het weer. Je hoort het in de verte ook donderen, dus volkomen logisch. We worden via een nooduitgang midden in de souvenirwinkel afgezet. Ondertussen moet het ook zijn gaan waaien, want als je loopt heb je het gevoel op een boot te zijn of een steiger. De grond staat in ieder geval niet helemaal stil. Taipei 101 heeft behalve het uitzicht nog een trekpleister en dat is de wind demper. He is een enorme gele bal, die als contragewicht werkt om het zwaaien van het gebouw tegen te gaan. Ze laten ook een filmpje zien waarop de bal echt heen en weer gaat, namelijk bij een tyfoon en een aardbeving. De bal kan maximaal 1,5 meter uitwijken, maar is pas ooit 1 meter uitgeweken.
Als we weer beneden zijn giet het. Jett gaat de auto halen en wij blijven onder de afdak wachten. Het is nog steeds 28 graden, dus koud is het niet. De Taiwanezen hebben bijna allemaal een paraplu’s bij zich. Ze komen achter ons het gebouw uit, doen hun paraplu uit en lopen verder. Niemand gebruikt een capuchon of iets anders. Voor ons doet een groep hetzelfde als wij, een haalt de auto en de rest wacht. Degene die de auto heeft gehaald komt met twee paraplu’s naar de groep lopen. Helaas ze passen niet met z’n allen onder twee paraplu’s. Er wordt nog een extra keer heen en weer gelopen om iedereen onder een paraplu naar de auto te helpen. Als zij weg zijn komt Jett aanrijden. Zodra hij geparkeerd heeft gaan wij lopen. Het is zo’n 50 meter. Al word je best nat van zo’n tropische regenbui. Als we bij de auto zijn, zien we dat Jett zijn deur net een klein stukje open heeft en er een paraplu door heen steekt en hem openvouwt. Die Taiwanezen zijn echt bang om nat te worden. Als wij op dat moment instappen is Jett heel erg verbaasd. Hij wilde ons met de paraplu komen halen. Niet nodig, van dit beetje water smelten we niet.
We rijden nu naar een winkelcentrum in de buurt om het laatste punt op het boodschappenlijstje van Leonie te halen. Jett en Janneke blijven in de auto als Jantien het winkelcentrum in loopt. Het lijkt meer op een warenhuis zoals de bijenkorf en ze hebben dus ook geen speelgoed. Bij het verlaten van de parkeergarage vraagt hij waar er speelgoed te koop is en dat is een gebouw verderop. Dan gaan we daar heen. Jantien gaat weer naar binnen en ja hoor een hele verdieping met speelgoed. Ze vraagt waar ze moet zijn en er is een heel rek met “poli cars”, het merk wat we zoeken. Ze hebben de juiste auto ook nog, maar ook veel meer. Omdat ze in Nederland slecht te krijgen zijn belt Jantien kort naar Leonie om te vragen of ze nog meer autootjes wil. Ja hoor, dat wil ze wel. Jantien neemt er een aantal mee en gaat snel weer naar beneden naar de auto.
Ondertussen is het kwart voor vijf en er stond nog een bezoek aan de warmwaterbronnen op het programma. Het is echter best ver en het weer werkt nog niet mee. We besluiten de warmwaterbronnen te laten voor wat ze zijn en terug naar het hotel te gaan. Als we uitstappen is het weer droog. We nemen kort afscheid van Jett. Het zal niemand ontgaan zijn dat wij elkaar niet zo liggen. Wij vinden Jett heel vaak irritant en hij ons. Het irritantste vonden we dat hij steeds “Please, come” zei en met zijn hand aan het zwaaien was. Het leek nog het meest op een commando dat je je hond zou geven. We geven Jett zijn standaard fooi, maar ook niet meer. Hij doet zijn best, maar mochten we hier ooit weer komen willen we een andere gids.
In het hotel gaat Janneke even liggen, ze is erg moe. Jantien gaat naar de Carrefour en de 7eleven om inkopen te doen en avondeten te halen. Helaas heeft de eerste 7eleven de bakken sla niet, dus loopt Jantien naar een andere die ze onderweg gezien heeft. Als ze er bijna is ziet ze er nog twee. Er zijn dus minimaal vier 7eleven’s binnen loopafstand van het hotel. ’s Avonds nemen we een douche met uitzicht op de lichtjes van de stad.