donderdag 6 augustus – naar Galibi

Om kwart over zes gaat de wekker. We moeten weer inpakken, nu voor twee nachten. De Djoser junior groep is ook in Paramaribo en gaat vandaag ook naar Galibi. Zij zouden om acht uur vertrekken en wij om kwart over acht. Om tien voor half negen komt er een bus aan en het blijkt onze bus te zijn. De junior bus volgt vijf minuten later.
We gaan nu met een volledig verzorgde toer en dus niet met onze eigen chauffeur of onze reisbegeleider Chafhid. We hebben nu Tio, wat oom betekent maar dat is hij (nog) niet. De bus is wat anders ingedeeld dan de vorige dus nu moeten er twee mensen op klapstoelen zitten in plaats van een.
We rijden nu richting het oosten en gaan de brug over de Surinamerivier over. Deze brug ligt er sinds 2000, daarvoor moest je met een pont over. Sinds de brug er ligt is de andere oever (van Commewijne) meer ontwikkeld. Hier staan ook mooie huizen met tuin van de mensen die elke dag naar Paramaribo forensen.
6 aug a ocelotHalf tien is al de eerste stop. Er staat thee en koffie klaar en een “vleesbroodje”. Een vleesbroodje blijkt een Surinaams saucijzenbroodje te zijn. Het lijkt met gekruid kip gevuld te zijn. Bij de wc is een hok waar een ocelot (een katachtige) zit. Hij krijgt binnenkort een groter hok verteld Tio. Tio verteld ook dat zijn neef de moeder heeft doodgeschoten. De neef zag de ocelot pas toen ze al helemaal in de aanvalshouding stond en de neef heeft direct geschoten. Toen zag hij pas het jonkie en die heeft hij meegenomen.
6 aug b casa blancaDe rijden door tot Moengo. Hier zit al sinds het begin van de twintigste eeuw het Amerikaanse bedrijf  Suralco. Ze verwerken bauxiet tot aluminium. Ze blijven nog twee jaar zitten, want Bouterse heeft gezegd dat ze alleen mogen blijven als ze 50% van de winst afstaan en dat willen ze niet, dus gaan ze weg. Ronnie Bronswijk woont hier ook en hij is ook bezig dit gebied te ontwikkelen. Hij heeft opdracht gegeven tot het bouwen van een grote boerderij op een plek waar er vroeger ook een stond. Dit levert werkgelegenheid op voor de bevolking.
In het stafdorp van Suralco staat ook Casa Blanca. Dit huis, waar het tegenwoordig schijnt te spoken, heeft koningin Juliana overnacht toen ze Suriname bezocht.
6 aug c moiwanaWe stoppen ook bij het monument van het dorpje Moiwana. Dit is een monument voor de 38 mensen die door het leger in 1986 zijn vermoord. Elk blok stelt een persoon voor en de namen staan er ook op. Een klein kind heeft een heel klein blokje, een zwangere vrouw een hele dikke.
We zijn nu tien minuten van Albina vandaan. Hier stoppen we even om wat inkopen te doen en dan rijden we een klein stukje naar de opstapplaats van de boot. Eerst scheept de junior groep in. Wij moeten nog even wachten op onze boot, die tien minuten later aankomt. We laden de bagage voor op in een dekzeil. Ook de kleine tassen deze keer, want door de golven van zee heb je meer langs van opspringend water. De boten zijn ook groter, dieper en vooral breder dan de korjalen. We zitten nu met z’n drieën naast elkaar.
Als we in mogen stappen moet iedereen eerst wachten tot Janneke zit. Ze moet op de rand gaan zitten en dan draaien en haar benen over de rand gooien. Dit lukt zonder problemen. Nu mag de rest. We moeten wel door het water naar de boot, dus iedereen is blij met z’n slippers.
6 aug d AlbinaOm tien voor twee gaan we weg. Onderweg krijgen we nog een stortbui over ons heen. We duiken weg in poncho’s en regenjassen. De druppels zijn zo groot dat het aanvoelt als hagel. Na een kwartier is het weer droog en binnen tien minuten is het weer heel warm in de boot.
Tegen drie uur leggen we aan. We moeten weer uit de boot klimmen het water in. Het water komt niet eens tot je knieën dus dat is goed te doen. Janneke mag blijven zitten en wordt wat dichterbij de kant afgezet. Ze moet weer op de rand gaan zitten, maar Gerrit tilt haar gewoon de boot uit.
We gaan naar een prieel voor een welkomstdrankje en instructies. We delen een kamer met Marieke en Liesbeth. Nadat de spullen op de kamer liggen moeten we terug voor de (late) lunch. Het is een warme maaltijd met kip, vis, kousenband, witte rijst en aubergineprut.
Na de lunch hebben we vrij en wij besluiten het souvenirwinkeltje onveilig te maken. Het is pas de tweede die we zien. De eerste is in het hotel in Paramaribo. We kopen wat kettingen. Op het kaartje staat bij elke ketting wie hem gemaakt heeft. Deze vrouw kan trouwens wel goed rekenen. Wat wel grappig is dat als ze 15 en 25 moet optellen, maakt ze wel de bewegingen met haar handen of ze het optelt voor ze op 40 komt.
Om zeven uur is het etenstijd. Zoals afgesproken mogen nu de Junior groep eerst opscheppen. Je hoeft alleen niet nu bang te zijn dat er iets niet meer is, want er is alleen soep en witte rijst. Je kan de witte rijst in de soep doen, maar die is al aardig gevuld. In de soep zitten stukken aardappel, macaroni, mie en groente. Dit is een aardig gevuld soepje dus de rijst laten de meesten gewoon staan.
6 aug e GalibiAan het eind van de maaltijd zegt Tio dat ze nog voor een van ons een verrassing hebben. Alberta is namelijk jarig. Vanochtend hadden we al gezongen, maar we zetten nog eens in. Alle verjaardagsliedjes die we kennen worden gezongen. Als we klaar zijn wil Tio met nog twee andere ook een lied zingen in hun eigen taal. Ze hebben er een trommel en een soort rammelaar bijgehaald. Wij wisten van geen ophouden, maar zij helemaal niet. Op den duur gaan ze ook over op het Nederlands en vallen wij weer bij. Tien voor acht zijn we klaar en kan Alberta de taart aansnijden. We moeten alleen wel om acht uur klaar staan, dus de taart wordt al lopend naar de kamers opgegeten.
Janneke blijft thuis, net als nog twee anderen. De rest gaan in het donker aan boord. We moeten wel weer eerst tot je knieën het water in. De meesten hebben zich in regenjassen of poncho’s gehesen.
We varen nu richting de kust dus het wordt alleen maar erger met de golven. Je krijgt een continue spray van zout water in je gezicht en soms een hele golf. Na ruim een half uur komen we nat op onze bestemming aan. Uitstappen is niet zonder gevaar, want Liesbeth gaat kopje onder, terwijl ze uit de boot wil. De boot schommelt best hevig en dat maakt het uitstappen er niet gemakkelijker op. Gelukkig is het warm, bijna 30 graden, dus het droog wel.
Jantien had haar slippers in haar handen, maar voor ze ze aan kan doen is de groep al in beweging. Dan maar op blote voeten. Het heeft veel weg van een middelbare school strandwandeling. We worden op een hoog tempo over het strand gejaagd. Je moet alleen goed opletten waar je loopt, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De meesten hebben geen zaklamp en dat gaat best redelijk. Sommigen schijnen soms op obstakels, maar als het licht weer uit gaat, zie je even helemaal niets.
We vinden een spoor van gisteren en een van vandaag, maar die laatste gaat direct de zee weer in. Helaas geen schilpadden voor ons. Tio komt wel een uitgekomen nest tegen en gaat daar in graven. Onderin de kuil vindt Tio nog een schildpadje. Tio zegt dat dit vaak gebeurd met de onderste eieren. Die schildpadjes komen in de verdrukking. De meesten van ons denken zelfs dat hij dood is, maar als hij wat water over zich heen krijgt komt er leven in.
Tio helpt hem een klein stukje verder, maar vanaf daar moet hij het echt zelf doen. Tio vertelt dat de schildpadjes op deze manier hun vinnen kunnen testen en leren te bewegen voor ze gaan zwemmen. Ons schildpadje haalt veilig de zee, nu maar hopen dat hij niet direct door andere beesten wordt opgegeten.
Het is ondertussen tien uur geweest en we gaan weer de boot in. De boot is tijdens onze strandwandeling met ons meegevaren, dus we kunnen zo instappen. Terug hebben we wind mee, dus bijna geen opspattend water. Nu kan je goed genieten van de prachtige sterrenhemel. Je ziet zo ontzettend veel sterren en de nevel van de melkweg is ook zichtbaar.
Als we aankomen is het bijna elf uur, tijd om naar bed te gaan.

woensdag 5 augustus – Bigi pan

5 aug a bord bij een schoolVanochtend moeten we om kwart voor acht klaar staan. We gaan met dertien mensen naar Bigi pan. Bigi pan betekent groot meer en dat is precies wat het is. Het is niet diep, ongeveer een meter, maar het is wel heel groot. Hier zitten vaak veel vogels, maar omdat we nu in de wisseling van natte naar droge periode zitten zijn er niet zo heel veel vogels. Maar er zijn er genoeg.
We gaan is twee boten en wij zitten in de tweede boot. Achteraf gezien is dit wel jammer, want de eerste boot ziet veel meer. Wij varen als tweede boot blind achter de eerste aan en varen geen eigen koers. Dit betekent dat als de eerste boot al een vogel ziet en de boot stil ligt het voor ons even duurt voor we er zijn. In veel gevallen houden de vogels het dan voor gezien en vliegen weg. Het is zeker niet zo dat we niks gezien hebben, alleen minder dan de mensen uit boot één.
5 aug hWe varen eerst op een rivier en moeten de boot over een rollerbank naar een kanaal trekken wat verbonden is met Bigi pan. Janneke mag blijven zitten, terwijl de rest de boot naar de andere kant trekt.
We zien veel vogels, alleen is het wel jammer dat er bij elke soort maar een keer wordt gestopt. Sommige soorten zien we de eerste keer wat verder weg of ze hebben zich verscholen achter een plant. Als we iets later er een van dezelfde soort tegenkomen, varen we er gewoon langs “want die hebben we al gehad”.
5 aug dBeide boten hebben al een kaaiman gezien voordat de eerste boot een kaaiman aan de rand van het kanaal ziet en niet verscholen in de mangrove. De bootsman pakt de kaaiman uit het water en na wat tegenstribbelen vind het beest het wel best. Chafhid pakt hem over om de kaaiman ook aan onze boot te laten zien. Benny wil hem nog wel even vasthouden voordat de kaaiman weer in het water gaat. De kaaiman zwemt niet eens weg, maar blijft rustig naast de boot dobberen.
Een groot nadeel van Bigi pan is het groot aantal muggen. Jantien zit op het voorste bankje van de boot en Janneke erachter naast Chafhid. Chafhid slaat naar elke mug waar hij bij kan, ook op Janneke of Jantien. Jantien krijgt een paar klappen op haar rug en Janneke op haar benen en voeten., maar de muggen zijn wel dood. 5 aug c spechtHelaas heeft dit en een grote hoeveelheid deet niet echt geholpen, want we hebben er behoorlijk wat muggenbulten bij. De muggen steen net zo makkelijk op je arm of door je broek of shirt. Maakt ze niets uit.
5 aug f rode ibisBigi pan staat bekend om de rode ibis, die moet je hier in grote getalen kunnen zien. Omdat we in het verkeerde seizoen zijn, zien we er niet veel, maar toch twee (de eerste boot had er vijf).
We varen best een tijd en hoewel we aardig wat zitvlees hebben en ook best wel geoefend hebben op houten bankjes op boten, krijgen we toch allemaal weer een houten kont. Uiteindelijk stoppen we even op een gebouw midden op het meer om de benen te strekken en naar de wc te gaan. Die gebouw is van de beheerders van het gebied, maar er zijn ook huisje van vissers die hier ’s nachts wel eens blijven slapen. Tijdens onze stop krijgen we nog bezoek van de politie. Zij controleren of er niet gejaagd wordt op vogels. Bigi pan is geen beschermt gebied, maar je mag alleen maar in bepaalde periode jagen en nu dus niet.
5 aug eTegen een uur zijn we weer bij de steiger en hier staat de bus al op ons te wachten. Het is vijf uur rijden naar Paramaribo, dus tijd om te gaan. We maken vrij snel een lunchstop waar de meesten wat uit de supermarkt halen en een aantal bij een klein restaurantje gaan zitten. Zo duurt deze stop iets langer dan gepland.
5 aug b Bigi panAls we bij de controlepost komen (die controleert of je niet te veel illegale spullen uit Guyana bij je hebt) moeten we allemaal uitstappen en onze paspoorten laten zien. Dit kost ons ruim 20 minuten inclusief wachttijd.
De chauffeur, Rohied, doet zijn best, maar we gaan het niet in vijf uur halen. Gisterenavond toen we de bus uitstapten vroeg Rohied hoe Jantien haar naam was. Hij vindt het nu leuk om als het even kan haar naam te zeggen, best grappig, maar Jantien vergeet steeds hoe Rohied heet. Gelukkig weet Janneke dat wel.
5 aug gOnderweg komen we hele aparte straatnamen tegen zoals plebejersweg, meergranenrijstweg, kaneelappelweg en stuurboordlaan. Vooral meergranenrijstweg vonden wij mooi, vooral omdat elk weg daar een naam van een rijstsoort had en het natuurlijk is een gebied ligt waar rijst verbouwd wordt.
Tegen zeven uur zijn we in het hotel. Jantien gaan geld pinnen voor de laatste dagen en daarna gaan we in het hotel eten. Guillaume en Evert-Jan zitten er al en wij schuiven aan. We nemen patat met bitterballen. De bitterballen zijn alleen gevuld met ragout en ze hebben weinig paneermeel. Janneke wilde ieder een eigen bord bitterballen en Jantien wilde liever delen. We hadden beter kunnen delen, want nu kregen we iedere 8 bitterballen, Janneke met mosterd, maar Jantien met piccalilly.
Na het eten zijn we naar de kamer gegaan om alles op te laden voor de twee dagen naar Galibi.

dinsdag 4 augustus – naar Nieuw Nickerie

We hebben gisteren de was gedaan en sommige dingen konden in de droger, maar lang niet alles. Al die broeken en shirts hangen overal in de kamer. We laten de airco aanstaan, zodat de was beter droogt. Er is alleen een nadeel, de airco kent twee standen, koud of heel erg koud. We hebben de airco ingesteld op 30 graden, maar het is net 20 graden op de kamer. ’s Nachts vindt Jantien het zo koud dat ze haar vest en sokken aantrekt. Gelukkig is ’s ochtends alle was wel droog.
We staan om zeven uur op en beginnen met operatie “tassen herpakken”. We gaan maar voor een nacht weg richting nieuw Nickerie (klemtoon op de 2e lettergreep). We moeten dus alleen spullen meenemen voor een nacht en de rest laten we in Paramaribo. Het zou ook niet kunnen als we allemaal al onze spullen meenemen, want zoveel plek is er niet in de bus.
Om negen uur zouden we vertrekken, maar er is nog geen bus en nog geen Chafhid. Chafhid komt na vijf minuten aanrijden samen met een man die in plaats van Jane (opperhoofd van Djoser in Paramaribo) het geld voor de fooienpot en facultatieve fietstocht komt innen. Als hij daarmee klaar is komt er een bus aanrijden alleen niet met Borger als chauffeur maar met Rohied, de chauffeur van de bagagebus naar Brownsberg. Borger heeft verplicht zijn, omdat hij al een aantal dagen in touw is.
Suriname blijft een gek land. Ze spreken over Suriname als was het een derde wereld land, maar ze hebben blijkbaar wel een rijtijdenwet en ze hebben zwemlessen op school. Er zijn hier zoveel dingen gereguleerd en tegelijkertijd krijgt iedereen een baan die bij verkiezingen de winnende partij heeft geholpen. Kort samengevat, apart land.
Het lijkt dezelfde bus als gisteren, maar deze heeft wel een werkende airco, werkende snelheidsmeter en mooie glimmende wieldoppen. Of ze hebben heel hard aan de bus gewerkt of we hebben gewoon een andere bus met koeienprint op de stoelen.
4 aug a monument vliegtuigramp 1989De eerste stop die we maken is bij het monument van de vliegramp van 1989. Het vliegtuig is een paar honderd meter voor de landingsbaan neergestort. We zijn op weg naar de raleivallen langs de werkelijke crashsite gekomen, maar op de algemene begraafplaats staat een monument. Het is een mooi monument, het straalt precies uit waarvoor het bedoeld is. Op hier pilaren met bovenop gestileerde kapotte vliegtuigmotoren staan alle namen van de slachtoffers. Een van de slachtoffers was Andro Knel, een voetballer die zowel voor NAC als Sparta gespeeld heeft. Voor elke officiële wedstrijd van die twee clubs spelen de supporters van beide clubs een wedstrijd ter nagedachtenis aan hem.
We rijden door naar Groningen. In 1845 zijn hier zo’n 400 boeren uit Groningen en Gelderland heen gekomen. Velen stierven aan tropische ziekten en na negen jaar waren er nog maar 45 over. De rest was of dood of naar Paramaribo gegaan.
4 aug b GroningenGroningen is de hoofdstad van de provincie Saramacca. Op het centrale plein staan veel monumenten. Dit heeft het districtshoofd  gedaan om meer mensen te trekken en volgens Chafhid lukt dat aardig in de weekenden.
Hierna stoppen we bij het plaatsje Coppenamepunt (ook wel Boskamp), nou ja plaatsje, meer dan 15 huizen staan er niet. Sinds de Coppenamebrug gebouwd is, is het hier een beetje uitgestorven. Eerst moest iedereen hier met de pont over en met belangrijke feestdagen was het hier druk. Nu kan je er gewoon langs rijden en zitten de mensen met vis langs de weg.
4 aug c CoronieRond half twee zijn we bij Totness, een klein plaatsje, maar groter dan Boskamp. Hier stoppen we voor de lunch. Chafhid had bedacht dat we iets bij de supermarkt zouden halen, maar sommigen gaan iets eten bij een eetstalletje. Zo duurt de stop iets langer dan gepland.
4 aug d SML oude rijstfabriekDe rit gaat weer verder en nu naar Wageningen. De stad is in 1949 gesticht met geld van het Marshallplan. De universiteit van Wageningen had helemaal uitgedokterd hoe ze hier rijst konden verbouwen en het was ook heel succesvol. De rijst werd verwerkt in een fabriek van SML (stichting machinale landbouw) in Wageningen.
Bij de onafhankelijkheid heeft Suriname SML voor het symbolische bedrag van 1 gulden gekocht. SML was een van drie van bedrijven die zo in handen van de Surinaamse regering kwam. Helaas zijn alle drie de bedrijven door mismanagement en corruptie te onder gegaan. SML als laatste. De fabriek staat er nog maar het is een triest gezicht. Het failliet gaan was ook een zware slag voor de inwoners, aangezien deze stad puur gesticht was voor de rijstbouw. Rijst wordt er nog steeds verbouwd en verwerkt, maar wel op kleinere schaal.
Tegen vijf uur komen we aan bij ons hotel. We krijgen een kamer op de eerste verdieping, maar Guillaume wil wel met ons ruilen. De kamer is net groot genoeg voor een tweepersoonsbed en een beetje manoeuvreerruimte. We hebben nu een uur voordat we naar de zeedijk gaan kijken.
4 aug e HindutempelAls we op de zeedijk staan kunnen we Guyana zien. Hiervandaan vertrekt ook de backtrack (spreek op z’n Nederlands uit). Er is een legale plek om naar Guyana over te steken en je hebt de backtrack. Die laatste wordt gedoogd, maar als je richting Paramaribo rijdt kom je wel langs een controlepost om te kijken of je niet te veel smokkelwaar bij je hebt. Terwijl op de zeedijk lopen wordt er net een motorbootje volgeladen met dozen, geen idee wat.
In nieuw Nickerie wonen voornamelijk Hindoestanen en daarom is er ook een hindoetempel. We mogen wel binnenkomen en foto’s maken, maar niet verder dan de eerste rij pilaren. Als je vegetariër bent, mag je verder lopen. De hele achterwand staat vol met beelden van alle heiligen van het Hindoeïsme. Er is een vrouw die aan Jantien alle namen opdreunt, maar ze is het bij het vierde beeld al kwijt.
Als de zon onder is, waar we trouwens niet van hebben gezien door de bewolking, gaan we met de bus naar een restaurant. Chafhid had al gezegd dat we zouden komen en ze hebben dus wat tafels tegen elkaar gezet. Wel jammer dat het ronde tafels zijn, dus het schiet niet echt op. We kunnen kiezen uit verschillende soorten nasi, bami of patat. Het duurt even voordat alles is uitgeserveerd, maar het eten smaakt goed. Na het eten vraagt Chafhid wie er mee naar het hotel wil lopen en wil er met de bus wil. Vooral voor de mensen die morgen niet naar Bigi pan willen is het handig om te weten waar het hotel zit. Ons maakt het weinig uit, dus wij stappen in bij Rohied.
Nickerie is niet groot, volgens Chafhid is het 6 bij 8 straten. Er is maar een stoplicht waar Rohied ons ook op wijst als we er voor moeten stoppen. We zijn binnen vijf minuten in ons hotel en het is tijd om naar bed te gaan.

maandag 3 augustus – terug naar Paramaribo

Vanochtend gaat om zeven uur de wekker. We moeten alles nog even uitzoeken en inpakken. Het gaat redelijk snel, ook al slaan we eerst alles uit om te voorkomen dat we beestjes meenemen. 3 aug a zwartnek aracariNa het inpakken loopt Jantien weer een rondje om vogels te spotten. Ze denkt een toekan gezien te hebben, maar later blijkt het een zwartnek aracari te zijn. Chafhid heeft er wel ruim een kwartier het internet voor moeten afzoeken, want het is een jonkie en die heeft nog andere kleuren.
Om half negen is er weer ontbijt. Dit keer is er een fruitsalade van watermeloen, groene appel en ananas. Het is alleen jammer dat we bij het ontbijt alleen maar een mes krijgen. Helaas moeten we toch met onze handen eten, wat jammer nou.
Helaas is het niet zo goed gesteld met het rekenniveau hier. We moeten namelijk onze drankjes afrekenen. Wij hebben drie cola en vier Fernandez gedronken. Deze zijn 6 SRD per stuk, dus 42 SRD in totaal. De jongen achter de bar kon nog net uitrekenen dat de cola 18 SRD was, maar daarna kwam de rekenmachine. Toen Jantien met een briefje van 50 betaalde werd het wisselgeld helaas ook met de rekenmachine uitgerekend. Snik.
Om half tien zouden we weggaan, maar gisteren is de Djoser junior groep (ouders met kleine kinderen) aangekomen en die gaan op excursie. Zij moeten eerst in stappen, maar denken dat wij moeten, dus zij staan niet klaar bij de waterkant. Na een kwartier is de verwarring opgelost en stappen zij in. Wij moeten elke keer, ook al is het maar voor een paar minuten, de zwemvesten aan. Zij doen allemaal geen zwemvest aan, ook de kleine kinderen van 6 jaar niet. Apart.
3 aug c ons huisjeEr zijn maar drie boten en de junior groep heeft er twee nodig, dus is er nog een over. Daar passen wij niet in, dus gaat er een groep met bagage en chauffeur alvast naar Atjoni en de rest blijft wachten, waaronder wij.
Na een klein half uurtje horen we een boot aankomen. Het is een boot die de junior groep heeft weggebracht en nou ons gaat wegbrengen. We klimmen allemaal aan boord. De jongen die er vorige keer bij was toen Janneke in het water viel helpt nu weer bij het instappen. Als Jantien zegt dat we nu wel graag droog willen instappen moet hij, maar vooral zijn vriend daar hartelijk om lachen.
Zonder problemen komen we een kwartiertje later aan in Atjoni. De bagage is al ingeladen, dus wij hoeven alleen nog maar in te stappen en we kunnen op weg.
3 aug b SurinamerivierWe stoppen halverwege even bij een benzinepomp met supermarkt in Klaaskreek. Hier praten we wat met twee mannen die in Klaaskreek wonen, maar ook ruim 15 jaar in Nederland hebben gewoond. Zij hadden besloten naar Suriname te verhuizen zodat ze alles wat rustiger aan konden doen. Ze vonden Amsterdam te gehaast.
Om kwart voor twee, een kwartier voor op de planning komen we aan bij het hotel. Nog niet alle kamers zijn klaar dus wij besluiten wat te gaan drinken op het terras. We hebben onze cola nog niet op of er komt al een mevrouw met de sleutel. We drinken gewoon rustig ons drankje nog even op, bellen nog even naar huis en gaan dan naar de kamer. En daar wacht ons een douche! Een douche met schoon water in plaats van licht bruin rivierwater. Een douche waar geurloos water uitkomt en een douche waar je je ook schoon voelt als je er onderuit komt.
We doen ook maar gelijk de was. Ze hebben hier een professionele Amerikaanse wasmachine staan, waar je muntjes voor kunt kopen. We kunnen het dus zelf wassen en je hoeft het niet af te geven. Prima, kunnen ze ook niets kwijtraken en als de kleuren doorlopen is het onze eigen schuld.
’s Avonds zijn we met Evert-jan en Guillaume in ’t Vat gaan eten. ’t Vat is de tent in Paramaribo. Het ligt in het uitgangsgebied wat zo’n 200 meter lang is, meer niet. We hebben heerlijk gegeten met een ijscoupe met vruchten toe.

zondag 2 augustus – Duwatra en Pokigron

Half acht gaat de wekker, half negen ontbijt, half tien weg, nou ja dat is de planning, maar het is wel Suriname, dus we moeten ons niet haasten. Het ontbijt heeft dit keer pannenkoeken, lekker! We nemen er een zodat iedereen kan nemen, maar later blijken er nog genoeg te zijn voor een tweede.
We gaan om kwart voor tien weg, dus heel netjes volgens het Surinaamse schema. Janneke heeft het even gehad met de bootjes (al voor ze een duik in de Surinamerivier nam) en blijft op het eiland.
2 aug a DuwatraWe gaan nu naar twee van de drie dorpjes tussen ons eiland en het Brokopondo meer. We moeten nu wel langs wat stroomversnellingen. Het is nu het einde van het regenseizoen en de rivier is ongeveer voor de helft gevuld. Het is er helemaal niet diep. Bij ons eiland kan je zo 20 meter lopen zonder dat het water tot je middel komt. Het vergt nogal wat stuurmanskunst en helaas is de ene bootsman beter dan de andere. Je moet namelijk op tijd de motor naar binnen klappen zodat de schroef uit het water is. Dat wilde onze bootsman ook doen, maar hij had de kap van de motor niet goed vastgemaakt, dus bleef de motor waar die was en had de bootsman alleen een kap in zijn handen. We hoorden de stenen onder de boot schuren en we liepen vast. Gelukkig moesten alleen de bootsman en onze chauffeur eruit om de boot los te duwen, maar lang niet iedereen had nog vertrouwen in deze bootsman.
2 aug b PokigronDe huisjes zijn overwegend hetzelfde als gisteren. De meeste zijn van hout. Hier wonen de Marons en dat zijn nakomelingen van weggelopen slaven. Zij hebben in het begin hulp gehad van de inheemse bevolking, maar omdat zij ziektes meebrachten waar de inheemse bevolking niet tegen kon is het contact verbroken. De Marons wonen niet aan de rivier, want ze verscholen zich voor de plantagehouders. Vaak bouwden ze hun dorp ook net na een stroomversnelling. Dit gaf ze meer tijd om te vluchten als de plantagehouder ze kwam zoeken.
De huisjes zijn klein, maar iedereen heeft zijn eigen huis. Als een jongen 16 is begint hij met het bouwen van zijn eigen huis. Als hij 18 tot 20 jaar is trouwt hij (ze kunnen meerdere vrouwen hebben) en bouwt voor zijn vrouw een huis in de buurt van haar ouders. Het kan dus zo zijn dat ze niet allebei in hetzelfde dorp wonen. Als er kinderen komen blijven die bij de moeder wonen en met 16 bouwen de jongens weer een eigen huis en voor de meisjes wordt een huis gebouwd als ze gaan trouwen.
Als een vrouw voor haar 50e overlijdt heeft de man dat op zijn geweten, ook al kan hij er niets aan doen. Hij moet een jaar lang de helft van alles wat hij eet bij een kaars neerzetten voor zijn overleden vrouw. De familie van de vrouw kan ook alles van waarde van de man eisen als genoegdoening. Als de man overlijdt wordt de vrouw door de familie onderhouden en kan zij gewoon opnieuw trouwen.
Het huis van een overleden persoon mag niet meer bewoond worden. Als je het onderhoudt kan je er een opslagruimte van maken maar meer niet. Vaak vervallen de huizen en dan mag je de restanten opruimen en een nieuw huis bouwen op die plaats.
De taken zijn heel duidelijk verdeeld. De man moet een stuk grond in het oerwoud klaar maken voor de vrouw en de vrouw moet dat verbouwen en oogsten. Zij moet ook zorgen voor het eten.
In de drie dorpen is alleen een basisschool. De middelbare school is in Atjoni. Daar is ook een internaat en slaapgelegenheid voor de docenten die meestal uit Paramaribo komen. Als je klaar bent met je opleiding moet je verplicht twee jaar in het binnenland werken. Je krijgt dan ook een extraatje genaamd “bosgeld”. Het is best handig, want in het binnenland is weinig te kopen en je krijgt extra geld dus je kan direct wat sparen voor als je weer naar Paramaribo gaat. Sommigen blijven uiteraard hangen in het binnenland omdat ze dat gewoon leuker vinden.
We lopen naar het tweede dorp, Pokigron, en zien onder een dak op palen drie vrouwen, waarvan een aan het borduren is. Jantien loopt hier heen en vertelt dat ze zelf ook borduurt. De vrouw is bezig met een tafellaken en doet dat erg netjes. Een andere vrouw staat op en komt later terug met een grote roze lap die helemaal geborduurd is. De vrouw heeft hier wel een maand over gedaan. Terwijl Jantien vraagt wat hij kost, komt de chauffeur, Borger, aangelopen. Hij wil wel een mooie prijs maken en Jantien moet 80 SRD (ruim 21 euro) betalen.
Als ze weer naar de rest van de groep loopt wordt ze aangevallen door een groep kinderen. Tot nu toe waren ze erg bedeesd en vonden ze ons eng, maar deze niet. Ze willen van alles en van Jantien het aapje dat aan haar tas hangt. Ze hangen er op den duur met drie tegelijk aan. Een verzint daarna om het een kusje te geven, dus moet de rest van de groep dat ook. Bij anderen zijn ze iets subtieler om spullen aan te bedelen, voor snoep bevalt.
2 aug c cassavekoekenEr komt een vrouw naar ons toe met cassavekoeken. We lopen met haar mee en ze bakt er nog een aantal. De cassavekoeken zijn gevuld met een mengsel van kokos, basterdsuiker en wat gember. Jantien koopt er twee, een om met Janneke te delen en een voor de buurvrouwen Marieke en Liesbeth die ook niet mee zijn.
Tegen twaalf uur stappen we weer in de korjalen, mooi op schema voor de lunch op ons eiland. We moeten nu alleen de stroomversnellingen weer op. Een aantal mensen wil perse in de kleinere boot bij de betere bootsman. Jantien denkt “het zal wel goed gaan” en stapt gewoon in de grotere boot.
Het eerste stuk gaat goed, maar dan ineens horen we iets en daarna maakt de motor een heel ander geluid. We zijn net een stroomversnelling opgevaren en worden nu door de stroom mee naar achteren genomen. Aangezien we helemaal langs de kant varen grijpen we direct allemaal takken. Achteruit is de verkeerde kant. De jongen die voorop zit, gaat er bij staan en verliest zijn evenwicht en valt in het water. Hij komt direct boven en mankeert gelukkig niets. We pakken eerst een hoop dode takken die afbreken, maar binnen 20 seconden liggen we stil, ons vasthoudend aan takken. Omdat Jantien rechts zit, aan de kant van de wal, zit ze nu met haar hoofd tussen de takken en de bijbehorende mieren.
We roepen direct naar de andere boor die voor ons vaart en die ziet dat er problemen zijn. De boot draait, vaart de stroomversnelling af, draait weer, vaart de stroomversnelling op en komt naast ons liggen. De motor doet het nog, maar de schroef draait niet meer. Dat wordt een andere motor.
2 aug d kolibriDe kleine boot vaart terug naar ons eiland en voor ons zit er niets anders op dan te wachten. We houden ons nog steeds vast, maar worden door de mensen voorin de boot gesommeerd los te laten. Ze hebben de boot blijkbaar vastgelegd aan een boom. Voordat het touw echter strak staat glijd de boot nog wel een stuk naar achteren. Jantien neemt een crashhouding aan, terwijl er een halve boom aan takken over haar hoofd en rug glijdt.
Het duurt maar heel even of het speculeren over welke lichaamsdelen we kunnen op eten en wat we in onze afscheidsbrief moeten zetten begint al. Gelukkig zijn er ook een paar wat positiever gezind en die beginnen te zingen. Wat andere doet denken aan het lied “Trojka” van drs. P, waar steeds iemand afvalt.
We liggen best redelijk, de boot ligt stabiel, het regent niet en we liggen in de schaduw. Na een klein uurtje komt het kleine bootje weer terug. Ze hebben geen motor bij zich, maar willen dat iedereen overstapt. Het is wat krap, maar het past. Wat een beetje vreemd is dat er twee meiden die ook op het eiland verblijven voor de gezelligheid mee zijn gekomen, terwijl we die plaatsen goed hadden kunnen gebruiken. Alleen de toeristen stappen over, de rest blijft bij de boot.
Nu kunnen we terug naar ons eiland. De boot is alleen te zwaar beladen om over een bepaalde stroomversnelling te komen, dus de voorste vier, waaronder Jantien, moeten aan de rechterkant van de rivier uitstappen. De boot vaart vervolgens uit het zicht naar de linkerkant en vaart daar ergens de stroomversnelling op. Wij lopen gewoon de 100 meter langs de stroomversnelling en wachten tot onze boot weer in zicht komt. Nu varen we zonder problemen naar ons eiland. Als wij uitgestapt zijn vaart de boot nu met motor terug naar de gestrande boot om die te maken.
Als lunch hebben we soep waar je zelf drie scheppen gekookte rijst in moet doen. Dit vult goed, maar best wel warm als het al zo warm is.
2 aug e Kwai kwai eilandNu hebben we tijd voor ons zelf en (bijna) iedereen eindigt met een boek op een stoel voor zijn/haar huisje.
Om half vijf gaat Chafhid nog een rondwandeling op het eiland en laat zien welke planten er op welke manier gebruikt worden. Zo laat hij zien, hoe je een bepaalde steel netjes in vier gelijke stukken kan verdelen, zodat je met de buitenkant kan vlechten. Van een bepaalde boom is de bast heel stevig en wordt gebruikt om als je een wild varken hebt geschoten op je rug te binden. En Chafhid laat zien hoe je een muur kan vlechten voor een hutje.
’s Avonds hebben we patat met koolsalade en satéstokjes zonder pindasaus. Hier kan je de groep blij mee maken.
2 aug f dansavondNa het eten komen er mensen uit het derde dorp dat we vandaag niet bezocht hebben om muziek te maken en de dansen. Het is erg veel slagwerk. De jongens zingen erbij, maar lang niet allemaal even enthousiast. Er komen twee meiden dansen die bij elk nummer heupwiegend komen aanlopen en dan in het midden blijven staan. Hun dans bestaat uit schokkende bewegingen met je heupen maken en dat is het. Er is niet veel variatie. Gelukkig zijn de betere bootsman en zijn vriend (de hulp die in het water viel en de jongen die Janneke wilde helpen toen ze in het water viel) er om de sfeer er in te houden. Ze weten ook niet echt wat ze doen, maar ze doen lekker gek en trekken tegelijkertijd mensen van onze groep de dansvloer op.
Na een uur is het afgelopen en gaat de Surinaamse muziek aan. Dit swingt toch een beetje meer. Het heeft in ieder geval een melodie en de groep gaat nog even door met gek doen voordat iedereen gaat slapen.