De wekker gaat weer vroeg, namelijk om 5.30. We kleden ons aan, pakken de tassen in, maar laten die wel in het huisje staan. We lopen naar de receptie, want daar vertrekt om 6.30 onze excursie naar de Makgadikgadi zoutpannen. We gaan met een open 4×4. Er kunnen 10 mensen in, 3 rijen van 3 en een voorin, maar we zijn maar met z’n tweeën. Er gaan ook vier Zuid-Afrikanen mee, maar die rijden in hun eigen auto naar de ingang van het park. Ze vinden het te koud voor een open wagen op de snelweg. Daar hebben ze eigenlijk wel gelijk in. Hoewel het sinds de Okavango delta overdag zo’n 28 graden wordt, blijft het ’s nachts en ’s ochtends koud, momenteel 9 graden.
In het park rijden we naar de zoutpannen. We zien veel pelikanen en flamingo’s, alleen zitten ze jammer genoeg een beetje ver weg. We nemen wat foto’s en als we weer bij de 4×4 zijn, heeft de chauffeur de koffie en thee al klaar gezet. Voor Janneke is er een boterham met ham en kaas. We hadden alleen een boterham gevraagd, maar er zat ook patat bij. Daar had ze niet zo’n zin in om half acht ’s ochtends. De chauffeur nam het graag van haar aan.
Hierna gingen we naar een waterpoel. Hier wonen vier nijlpaarden. Het waren er eerst vijf, maar er is er een overleden. Een aantal jaar geleden in de Nata rivier flink overstroomd en toen zijn de nijlpaarden naar hier gekomen. Het water is echter een beetje te zout voor ze en vandaar dat ze in de minst zoute poel zitten.
We rijden terug naar de lodge en ondertussen is het al een stuk warmer. De Zuid-Afrikanen zijn nog helemaal in hun sjaals gewikkeld, maar wij hebben het niet koud meer. Om half tien komen we aan bij de lodge. We ontbijten en gaan daarna op weg naar Palapye. Onderweg is weinig te krijgen, dus nemen we een lunchpakket mee.
Dit is een rit over een recht stuk weg met weinig bijzonderheden. Links en rechts staan wat bomen en struiken en dat is het. Wel moet je, zoals in heel Botswana, oppassen voor overstekend vee. Koeien, geiten en ezels lopen zo de (snel)weg over. Langs de kant zitten ineens twee jongens bij een geslachte koe. De koe is doodgereden en zij hebben hem geclaimd en geslacht. Ze bewaken de koe, of wat er van over is, totdat ze familie met de middelen komt om hem mee te nemen. Rond drie uur komen we aan. We lopen wat over de camping als Tracy ons komt vertellen dat hier geen ontbijt wordt geserveerd. Ze rijdt snel naar de stad om inkopen te doen.
We zitten de rest van de middag voor ons huisje. Tussendoor knipt Janneke Tracy d’r haar. Verder lossen we wat puzzels op en typen we de weblog.
’s Avonds krijgen we een drie-gangen menu voorgeschoteld. We beginnen met gebonden rundvleessoep. Het smaakt erg goed. Als we het op hebben komt de kokkin/serveerster, Monica, langs en zegt dat we nog meer mogen pakken. We zegt nog iets en Janneke zegt ja. Janneke dacht dat ze de soepkoppen afruimt, maar ze schept nogmaals voor ons op. Het hoofdgerecht is rijst, aardappel, salades en springbokstoofpot. De springbok smaakt ook goed. Weer komt Monica langs om weer op te scheppen, maar dat zijn we voor. We nemen nog wat fruitsalade en ijs en dan zitten we vol. Monica heeft er erg veel lol in om ons in de maling te nemen. Janneke vindt haar een donkere versie van haar nicht Liesbeth. We vertellen Monica dat er een blanke versie van haar rondloopt en dat vindt ze erg grappig. Ze gaat breed lachend met ons op de foto. Later komt ze met een mand met zwarte dingen van 3 cm erin. Ze zien eruit als rupsen. We moeten ze van haar proeven. Ze zijn knapperig en zout. Het blijken geroosterde wormen te zijn, een delicatesse. Dat vinden we wat overdreven, maar het smaakt niet verkeerd.
dinsdag 9 augustus – Nata
Vanochtend staan we om 7 uur op. We pakken alles in en gaan ontbijten. Na het ontbijt gaat Jantien even naar het internetcafé om de route van Leonie en Peter door Afrika op te schrijven. We maken een ontwerp voor de T-shirts, doen dat samen met het geld in een enveloppe en geven het af bij de receptie. Nu moeten we alleen de man van de T-shirts nog vertellen dat de enveloppe er ligt.
Om negen uur wordt de was gebracht. We stoppen dat in de tas en gaan weg. Om half elf zijn we bij de grens. Zambia uit is veel makkelijker, we zitten op de eerste ferry en 11.10 rijden we al weer in Botswana. Bij de grens en ook tijdens de route komen we een mond-en-klauwzeer controle tegen. Iedereen moet dan met z’n schoenen op een handdoek met ontsmettingsmiddel staan en de auto’s moeten door een bak met dat spul. We vragen ons af of dit helpt, maar we doen netjes wat er van ons gevraagd wordt.
Onderweg stoppen we om te tanken, maar er is helaas geen diesel. Tracy vraagt ons voor de grap om te bidden zodat we Nata zullen halen. We halen Nata en rijden naar de Caltex en daar is ook geen diesel. Gelukkig is er nog een Shell en een Engen aan de overkant van de straat. Engen heeft diesel, we kunnen morgen weer verder rijden.
Om half vier komen we aan. We hebben weer een enorm huis. Als je binnenkomt valt direct het bad op. Dat staat pontificaal in het midden. De douche is echter buiten geplaatst. We lopen eerst naar de winkel, die we bijna leeg kopen (iets overdreven) en gaan daarna op het terras zitten.
Het eten in het restaurant is werkelijk heerlijk. Janneke had kerrie en Jantien verse spaghetti. ’s Avonds gaat Jantien onder de buitendouche. Het viel mee met de kou. Het is wel speciaal als je onder de douche staat en boven je de sterren zijn de zien. Janneke gaat erna in bad. Het bad is half gevuld als het warme water ineens op is. Jantien probeert nog met de waterkoker om het water aan te vullen, maar het is toch wel koud.
maandag 8 augustus – Victoria watervallen
Vanochtend ging om 5.15 de wekker. Janneke gaat snel onder de douche. We kleden ons rustig aan en gaan naar de receptie. Er zit al een vrouw te wachten. Zij gaat ook de leeuwenwandeling doen. Om half zeven gaan we met een busje weg. We moeten nog wat andere mensen ophalen. Achter ons in de bus zitten Amerikanen. Eén daarvan is enorm aan het zeuren. Niets is goed hier, om gek van te worden. Gelukkig zegt een van de medereizigers dat ook “Dit is Afrika”. Amerikanen op reis, altijd fijn.
Bij de volgende stop is niemand, maar er staat wel iemand op de lijst. Het duurt een kwartier voordat ze besluiten dat er niemand komt. We rijden verder en halen nog wat mensen op. Rond half acht komen we op de bestemming aan. We krijgen een promotievideo te zien waarin uitgelegd wordt wat ze hier doen. Ze proberen in verschillende stadia de leeuwen terug in het wild te zetten. Het uitlaten van de leeuwen is erg nuttig. Op deze manier spelen ze veel en daardoor worden het betere jagers. De leeuwen waar wij mee lopen, worden nooit in het wild uitgezet, maar de jongen van hun wel. Om kwart voor acht uur rijden we 5 minuten het veld in. Hier stappen we uit en worden we in twee groepen verdeeld. wij willen niet bij de Amerikanen en dat gebeurt ook niet. We krijgen allemaal een stok, behalve Janneke want die heeft al een echte wandelstok. Met de stok mag je niet slaan, maar wel als verlengstuk van jezelf gebruiken. Als een leeuw je echt aankijkt met grote ogen, dan moet je met de stok naar de leeuw wijzen en duidelijk nee (of no) zeggen. De leeuwen verstaan je niet, maar het gaat om de intonatie. Je moet duidelijk laten zien dat je dominant bent.
Onze twee leeuwinnen zijn 8 maanden oud en heten Damara en Dendi. Ze zijn vandaag nogal lui. Ze liggen lekker in het gras en hebben niet zoveel zin om op te staan. Uiteindelijk gaan ze wel lopen. Onderweg hebben wij de mogelijkheid om de leeuwinnen te aaien. Ze blijven nooit lang staan of liggen, maar spelen gezellig met elkaar. Een van de leeuwinnen klimt op een grote, losse tak. Ze poseert gewillig voor alle fototoestellen. Na een klein uurtje is het weer voorbij. We nemen afscheid van de leeuwinnen en gaan weer naar de bus. Daar staan ineens 4 mannen met geweren te wachten. Onze gids stelt ons onze bewakers voor. Deze mannen liepen voor en achter ons om er voor te zorgen dat geen andere beesten ons iets aan zouden doen, zoals olifanten of nijlpaarden. We hebben ze tijdens de wandeling niet gezien, maar we waren er wel.
We gaan terug naar de instructieruimte. We moeten even wachten voordat ze de video’s van de wandeling gemonteerd hebben. Ze hebben nu best wel honger en eten een meegenomen mueslireep. Ons was verteld dat het ontbijt inclusief was, maar blijkbaar niet. De video ziet er goed uit. We gaan weer naar de bus en rond kwart voor tien zijn we weer terug op de camping. We zitten wat in de zon, regelen dat we het geld van de boottocht van gisteren terugkrijgen en kopen een kaartje voor het internet.
Half twaalf gaan we met Tracy naar de markt. We gaan op zoek naar een stenen of houten beeld van een nijlpaard met z’n bek open. Leonie en Peter hebben die hier 2,5 jaar geleden gekocht. We zien echter alleen maar van 13 in een dozijn nijlpaarden. Elk stalletje heeft tientallen beeldjes, allemaal hetzelfde. Uiteindelijk vinden we iets wat we leuk vinden. Het is een stenen beeld van een groot nijlpaard met een kleintje. Het beeld is niet vast te pakken, zo heet. De verkoper doet het snel in een krant, zodat we het beter kunnen bekijken. Deze kopen we. Op een kleinere markt bij de supermarkt kopen we een houten beeld met z’n bek open. De maker noemt het een “happy hippo”, maar zo vrolijk ziet hij er niet uit.
We gaan weer terug naar onze kamer. De achterkant van de kamer kijkt uit op een vijver en daar gaan we zitten. We horen een plons en zien vervolgens een krokodil van een meter uit de vijver klimmen. Hij gaat op het beton liggen zonnen, gelukkig aan de andere van de vijver, vanuit ons gezien.
Om kwart voor drie gaan we naar de receptie. Om drie uur worden we opgehaald voor een helikoptervlucht. Iets te vroeg komt het busje aan rijden. Binnen vijf minuten zijn we er al. We tekenen en kunnen direct doorlopen. We gaan met z’n vieren. Helaas mag iemand anders naast de piloot zitten en zitten wij dus achterin. Het was onze eerste keer in een helikopter, maar het vliegt erg rustig, op de herrie na dan. We vliegen naar de watervallen en maken twee rondjes, een linksom en een rechtsom. Daarna gaan we weer terug. Het lijkt heel kort, maar ons horloge zegt dat we echt een kwartier in de lucht zijn geweest.
Op de camping rusten we lekker uit. We kijken naar de zonsondergang en eten runderstoofpot. Na het eten worden de T-shirts met de route van onze reis gebracht. Het ziet er goed uit.
’s Avonds sms-en we naar huis om te vragen of Leonie en Peter ook een T-shirts willen met hun reis erop. Eerst reageren ze niet en als ze wel reageren blijkt dat ze geen idee hebben waar we het over hebben. ondanks de foto’s die we hebben opgestuurd. Uiteindelijk willen ze er ook een en we gaan morgen kijken of dat kan.
zondag 7 augustus – Victoria watervallen
Om 7 uur gaat de wekker. We pakken alles weer in, maar vanochtend gaat het niet zo snel. We zouden om half negen vertrekken, maar het wordt een kwartier later. We rijden naar de pont naar Zambia. Deze pont is berucht. Het kan heel snel gaan, maar ook uren duren. Na tien minuten rijden zijn we bij de grens. De formaliteiten bij de douane van Botswana zijn zo geregeld. We rijden door naar de pont. Er staat een enorme rij vrachtwagens, al schijnt dit mee te vallen, maar een kleine rij auto en busjes. We kunnen niet mee met de pont die er ligt, maar met de volgende wel. Om half tien lopen we de pont op. We mogen niet in het busje blijven zitten. Ze zijn blijkbaar bang dat een bestuurder de auto/bus het water in rijdt. Dit zal vast een reden hebben, dus wij gaan lopen.
Aan de kant van Zambia gaan we in de rij staan voor de douane. Dit duurt wel even. We moeten een visum kopen en besluiten een “double entry” te kopen. Op deze manier kunnen we naar Zimbabwe en terug. Als we klaar zijn, krijgen we van Tracy de sleutels van het busje. Zij moet nog allerlei dingen voor het busje regelen. Na een uur zijn we overal klaar mee en rijden we Zambia in.
Om kwart over elf komen we aan bij de camping. We boeken de leeuwenwandeling en de helikoptervlucht voor morgen. Ook lijkt een tochtje met een jet cruiser Jantien wel leuk en ze krijgt Janneke zo ver dan ze ook mee gaat. Dit moet echter gelijk. Tracy bestelt onze lunch om mee te nemen en om kwart voor een zitten we in een truck op weg naar de rivier. De jet cruiser is een soort veilig raften. De boot vaart door stroomversnellingen, maakt rondjes, trekt hard op, enz. Je valt er echter niet uit, maar wordt wel heel nat.
We halen meer mensen op en rijden vervolgens naar de kabelbaan. Onderweg stopt de truck twee keer bij een dorpje om er iets over te vertellen. We komen ook bij het huis van de belangrijkste chief in dit gebied. Hij woont hier ongeveer 100 dagen per jaar. Hij is net terug uit het verenigd koninkrijk, waar hij op de thee bij Elisabeth II is geweest. Om twee uur komen we aan bij de kabelbaan en gaan daarmee naar beneden, naar de rivier. De kabelbaan gaat eerst op de gewone manier naar beneden totdat het een soort stop raakt. Vandaar gaat de kabelbaan recht naar beneden. We halen onze reddingvesten en de man van de jet cruiser neemt hem mee voor een oefenrondje. Dit rondje duurt echter heel lang en na meer dan een half uur is hij terug. Blijkbaar heeft een (water)rat een kabel doorgebeten. De man durft het niet aan om nu toeristen mee te nemen, dus we gaan onverrichte zaken weer terug. Later horen we dat zijn hondje, genaamd Egg, de rat te pakken heeft gekregen.
We worden om tien voor vier bij de grens afgezet. We gaan Zambia uit en lopen over de brug naar Zimbabwe. Onderweg zie je aan de rechterkant de Victoria watervallen. We kopen een visum voor Zimbabwe, mooie sticker trouwens, voor 30 dollar. Britten en Ieren moeten 55 dollar betalen, Canadezen 60 en mensen uit Angola nog meer.
Om kwart voor vijf komen we aan bij het park van de watervallen. De vrouw bij de ingang is een beetje bezorgd dat we niet om zes uur terug zullen zijn, maar wij beloven plechtig dat te gaan halen. Tien voor zes verlaten we het park weer. In het park heb je goed zicht op de watervallen aan Zimbabwaanse kant. Hier zijn de watervallen groter dan aan de kant van Zambia. Sommige mensen lopen in regenkleding, maar dat is overdreven. Je moet alleen opletten dat jouw camera niet te nat wordt. Het natuurgeweld van die watervallen is geweldig. We lopen er alleen snel langs, omdat we op tijd terug moeten zijn. Het is nog best druk in het park, maar je kan mooie foto’s maken zonder dat er iemand voor staat. Overdag is dat moeilijker en doe je ook langer over een rondje.
Iets voor zessen verlaten we Zimbabwe. We lopen de brug weer over naar de grens met Zambia. Nu wordt het alleen snel donker. Het schemert als we weer in Zambia zijn. We vinden snel een taxi en als we rijden is het echt wel donker. Vlak voor we bij de camping zijn, worden we ingehaald door ons busje. Tracy vond dat we te laat terug waren en is ons gaan zoeken. Bij de grens vertelde ze haar dat we net weg waren.
We eten wat en gaan daarna snel naar de kamer. Janneke gaat ook snel op bed liggen, terwijl Jantien op muggenjacht gaat. Dit is de enige plaats tijdens de reis waar het hele jaar door malaria heerst. Het is ook de plek waar we veruit de meeste muggen aantreffen, ook binnen. Alle andere accomodaties hadden binnen geen muggen en er waren ook anti-muggenmiddelen voor handen, zoals spuitbussen, anti-muggenlotion en een soort wierook tegen de muggen. Hier is het echt nodig en hier is niets. Er is wel een klamboe, alleen is die wat onhandig. Niettemin slapen we onder de klamboe, dat lijkt ons wel zo verstandig.
zaterdag 6 augustus – Chobe rivier
Om 6 uur gaat de wekker, eigenlijk om 7 uur, maar we hebben de wekker niet naar Namibische tijd gezet. We trekken er gewoon een uur vanaf. Een uur later gaan we ontbijten. Het gaat best soepel en om half acht rijden we weg. We moeten vandaag op tijd bij de Chobe rivier aan komen, anders missen we de boottocht. Tracy rijdt stevig door. We rijden in een gebied genaamd, Caprivi. Dit is een smalle en lange strook land die aan de noordoost kant van Namibië zit. Het zou logischer zijn als het bij een van de buren zou horen. Het is genoemd naar een Duitser, meneer Caprivi, die dit stuk bij Namibië heeft gevoegd.
Om half een komen we bij de grens. We krijgen snel de juiste stempels en rijden Botswana weer in. Nu is het dus ineens half twee geworden. Voor we Botswana weer in rijden moesten we eerst nog door de mond-en-klauw zeer controle. We moesten uitstappen en met onze schoenen op een handdoek met ontsmettingsmiddel gaan staan. Daarna moest de bus, door een bak met hetzelfde spul rijden.
We hebben geen tijd voor lunch, dus eten we wat noten, chocolade en la vache quirit die we nog hebben. Na de grens kom je door een nationaal park met veel beesten. We rijden ze allemaal voorbij, we hebben geen tijd. We zien tientallen olifanten, wat antilopes en wrattenzwijnen. Om half drie rijden we Kasane binnen. We pinnen wat geld, poule (betekent regen en de centen heten druppels). We haasten ons naar de camping. We betalen de boottocht, brengen de spullen naar de kamer en lopen naar het restaurant. Daar kunnen we op een shuttle 4×4 stappen die ons naar de boot brengt. De eerste shuttle kunnen we niet mee, maar binnen vijf minuten komt er een tweede. Het is zo’n 10 minuten rijden naar de boot. Er ligt een hele grote en iedereen gaat die boot op, dus wij ook. Later blijkt dat we verkeerd zitten en met ons vele anderen. We moeten naar een kleinere boot voor 20 mensen. Er zitten er al 15 op van één reisgezelschap. We kunnen in eerste instantie niet naast elkaar zitten, maar er wordt een bankje vrij gemaakt op de tweede rij. We hebben goed zicht, alleen zit er een vrouw voor ons met een enorme bod haar, die ze steeds in ons gezicht gooit. Ook heeft ze een mega telelens en doet erg interessant. Heel veel foto’s en voornamelijk films zijn mislukt omdat zij weer in ons beeld kwam.
Op de vrouw na is de boottocht erg leuk. We zien heel veel olifanten, nijlpaarden, vogels, bavianen en buffels. We hebben nu de big five (Olifant, leeuw, neushoorn, luipaard en buffel) gezien. Ze worden niet de big five genoemd omdat ze het grootst zijn, maar omdat ze het gevaarlijkst zijn bij de jacht. Als je deze beesten niet met een schot dood, dan komen ze achter je aan. Vroeger duurde het laden van een geweer natuurlijk best wel lang en in die tijd nam het beest dat je wilde schieten wraak.
De Chobe rivier vormt de grens tussen Namibië en Botswana. In de Chobe rivier ligt een eiland, ongeveer 3 km2. Hier komen veel dieren naartoe om te eten, aangezien er veel groen gras is en op de oevers een stuk minder. Zowel Namibië als Botswana claimden het eiland. Namibië zei “de grens is de doorgaande stroom, dus is het van ons”. De doorgaande stroom is echter 10 meter breed. Botswana zei “Nee, we nemen de brede stroom, dus het is van ons”, die is namelijk 25 meter breed. Ze zijn hiermee naar het internationale gerechtshof in Den Haag gegaan. Zij zijn komen meten en hebben geoordeeld dat de brede stroom de grens is, dus het eiland hoort bij Botswana. Om dat duidelijk te maken heeft Botswana ook zijn vlag gepland op het eiland in de rivier.
Om zes uur gaat de zon onder. Eigenlijk hadden we al terug moeten zijn, maar we varen nog steeds rond. We gaan nu eindelijk terug, als laatste van de boten. Om half zeven leggen we aan. Het kost de schipper wat moeite om zijn boot te parkeren, maar met de hulp van de inzittenden, wordt de boot naar de kant getrokken. We zien een shuttle staan. Er is echter nog maar een plek vrij. Jantien loopt er naartoe en de mensen schuiven op de eerste rij wat dichter naar elkaar toe, zodat we allebei mee kunnen. Anders waren we alleen achtergebleven, wachtend op de volgende shuttle. Op de camping zien we een lege shuttle aan onze chauffeur vragen of iedereen mee is. Als we er niet bij hadden gekund, waren ze ons in ieder geval nog komen halen.
Tracy heeft het eten allang klaar en hij staat koud te worden. Het is ondertussen kwart voor zeven en ze had op zes uur gerekend. Nu komt er ook een man die t-shirts verkoopt. Hier kan je jouw route door Afrika op laten zetten. We knutselen onze shirts in elkaar en gaan eten. Na het eten gaan we met een bakje vla bij het kampvuur zitten, wat Tracy heeft gemaakt. Ze gooit er pyriet (stenen) in. Dit noemt ze bosjesmannenvuurwerk. De stenen verkleurden en spatten daarna uitelkaar, heel apart. Rond negen uur gaan we naar onze kamer waar we de foto’s en filmpjes van vandaag uitzoeken en gaan daarna slapen.