Vandaag hebben we een lange busreis voor de boeg. We rijden van Fez naar Marrakech, een route van ongeveer 500 km.
We stonden vroeg op, pakten de tassen voor een groot gedeelte in en gingen naar het ontbijtzaal. Er zou ontbijt zijn vanaf 8.00, maar we waren er al om kwart voor. We zouden 8.30 weg gaan, dus we wilden zo snel mogelijk ontbijten. We waren de eersten en mochten nog niet naar binnen. Toen we stonden te wachten kwamen er al snel meer mensen. Toen zijn we maar naar binnen gegaan en elke keer kwam er weer meer ontbijt op tafel. Iedereen had zijn tas al beneden gezet, omdat er een hele kleine lift was en anders zou het erg lang duren. Leonie had haar tas ook al beneden gezet, maar die van Jantien lag nog boven. Na het ontbijt gingen we naar de kamer om nog even onze tanden te poetsen en de laatste tas te pakken. We zijn gewoon weer met de trap naar beneden gegaan en waren als een van de eerste beneden. Alle tassen stonden in de lobby en de bus stond bij de straat te wachten. Om tijd te sparen zijn we begonnen met de tassen voor de bus te zetten. Sommigen hielpen mee en anderen keken ons alleen een beetje vreemd aan. Als er iemand kwam van wie de tas was, wees hij/zij die aan en dan tilde Rashid (bijrijder) hem in de bus. Vlak voor we vertrokken stond de fotograaf die gisteren ineens met onze groep mee liep met zijn foto’s bij de bus. Hij heeft nog snel even goede zaken gedaan, want er werden veel foto’s gekocht.
De eerste stop was bij Ifrane, een Marokkaanse wintersportplaats. We zijn er alleen doorheen gereden en even gestopt om een foto te nemen van een groot stenen beeld van een leeuw. Niet heel erg bijzonder, maar als we er toch zijn. Daarnaast konden we weer even een stukje lopen.
Een half uurtje later stopten we voor een kopje koffie (of iets anders) in Azrou. De meesten gingen direct naar het restaurant, maar Leonie wilde even rondlopen. Het zag er best leuk uit, maar we hadden niet echt een doel. We keken een beetje in de etalages en naar de mensen die rondliepen. Toen we bij een souvenirwinkel stonden kwam er direct een man aangelopen. We zeiden dat we geen interesse hadden, maar hij zei dat hij achter nog een winkel had. We liepen mee, maar waren wel op onze hoede. Hij opende een deur en ging naar binnen. We zagen niet wat daar was, dus we bleven buiten staan. Toen het licht binnen aan ging zagen we inderdaad een souvenirwinkel en gingen naar binnen. Er was niets bijzonders, dus waren we snel weer weg. De rest van de reis ging voorspoedig.
Toen we in Marrakech aankwamen zijn we ingecheckt en was het alweer etenstijd. ’s Avonds hebben we nog een rondje over hét plein van Marrakech gelopen. Er is van alles te doen, maar je moet wel goed uitkijken voor zakkenrollers. Als je ergens iets te lang staat te kijken komen er al mannen op je af die iets van je willen, namelijk geld. Hoe ze het vragen verschilt. Sommigen willen dat je mee doet aan hun activiteit anderen willen geld omdat je een fototoestel in je hand hebt en vast foto’s van ze gemaakt hebt. Ze vonden het leuk om gezien te hebben, maar dit is het toch niet helemaal voor ons.
donderdag 21 oktober – Fez
Vandaag gaan we met gids door Fez wandelen. We beginnen met een goed ontbijt in het hotel en dan gaan we uiteraard de bus weer in. We beginnen met een van de vele koninklijke paleizen. We zien niet meer dan de buitenkant, maar volgens de gids is er via Google Earth te zien dat er een 18-holes golfbaan binnen de muren ligt.
We lopen door de Joodse wijk weer naar de bus. Je kan aan de balkons zien dat het een Joodse wijk is. De balkons zijn aan de straatkant. Moslimhuizen hebben de balkons naar binnen, naar de binnentuin. De vrouwen mochten natuurlijk niet zichtbaar zijn vanaf de straat.
We rijden naar een uitzichtpunt aan de rand van de enorme begraafplaats en hebben zo goed zicht op de stad. De gids vertelt dat in films over Jeruzalem vaak vanaf deze plek overzichtsbeelden worden gemaakt. Op de computer veranderen ze dan de moskee in een kerk. Het schijnt er nogal op te kijken, al zouden wij dat niet weten.
We rijden door naar een keramiekfabriek. De eigenaar is er trots op dat alles met de hand wordt gedaan, terwijl wij het redelijk middeleeuws vinden. Een aantal dingen zouden best met machines gedaan kunnen worden. Te meer omdat Saskia, onze reisleidster, vertelt wat de werkomstandigheden zijn. Ze werkt ook voor een mensenrechtenorganisatie en zijn bezig de werkomstandigheden te verbeteren. Dit is gewoon een voorbeeld van moderne slavernij. Er is veel te zien en het is ook erg interessant, maar we lopen allemaal niet geheel vrolijk meer rond.
We hadden een koffiepauze op een dakterras, vanwaar we een begrafenisstoet langs zagen komen. Er liepen alleen mannen mee (vrouwen mogen niet) en het lijk werd in doeken gewikkeld, zonder kist, boven de hoofden gedragen, zoals je dat altijd op het journaal ziet.
Vlak voor de koffiepauze wilden we pinnen, maar de gids zei dat we eerst naar het restaurant moesten. Toen we weer gingen liep de gids direct naar de steegjes. We renden er achteraan en zeiden dat wij en een aantal anderen nog moesten pinnen. Op dat moment werden een aantal reisgenoten enorm boos op ons en verweten ons van alles. We hielden iedereen op en moesten toch snappen dat dit echt niet kan.
Toen ik zei dat we van de gids niet eerder mochten pinnen bedaarde ze een beetje, maar gezellig was het niet. De gids besloot toch met de groep de steegjes in te gaan en stuurde zijn hulp met de mensen die wilde pinnen mee.
De straten zijn heel smal en de gebouwen hoog. Er komen bijna geen zonnestralen op de grond. We liepen een straat uit en staken een grote weg over. Hierna start het doolhof aan kleine steegjes echt. Hier moesten we wachten op de Leonie en de anderen die waren pinnen. Gelukkig waren ze er binnen de minuut, zodat we weer verder konden en er niemand boos werd.
We liepen voornamelijk door de winkelstraten en dat zijn er veel. Het is erg smal en druk allemaal. We vonden het niet claustrofobisch overkomen, maar dat kan voor iedereen anders zijn. We stopten bij een oude Koranschool en keken door de deuropening naar een moskee. 
We eindigden bij de leerlooierij. Hier kregen we allemaal takje munt, omdat de stank te verjagen. We vonden het erg meevallen. Helemaal boven kon je over de bakken met kleurstoffen uitkijken. Je zag mannen bezig om stukken huid in en uit de bakken te halen. Er lagen ook veel huiden te drogen. Na de korte rondleiding konden we in de winkel kijken of we wat wilden hebben. Wij hebben een tas en een paar schoenen gekocht. Vooraf was ons verteld dat we 20% korting kregen. Alle anderen hebben het daarbij gelaten, maar wij hebben nog flink afgedongen. De verkoper ging op den duur akkoord met een bedrag, alleen moesten we een gedeelte aan hem betalen en de rest aan de kassa. Wij vonden het best, aangezien we er nog ruim 10% procent meer vanaf hadden gekregen.
Nu gingen we terug naar de bus. Er werd alleen niet door iedereen even snel gelopen, zodat de groep in meerdere stukken opgesplitst werd. De hulp van de gids is de achterblijvers gaan zoeken en kwam vijf minuten later bij de bus.
’s Avonds eten we een pizza en pasta bij een soort Marokkaanse pizzahut, die om de hoek bij ons hotel zit. Daarna gaan we terug naar het hotel en gaan we slapen.
woensdag 20 oktober Meknes – Volubilis
We besluiten niet in het hotel te ontbijten, maar de meegenomen krentenbollen te eten. We pakken de tas al etend in en gaan twintig minuten te vroeg naar beneden om naar de apotheek naast het hotel te gaan. We zijn de reistabletten vergeten en die kunnen best wel handig zijn. Mooi op tijd zijn we weer terug en stappen de bus in. We beginnen met de graanschuren. Dit is een enorm bouwwerk waar vroeger het graan opgeslagen kon worden. De muren zijn erg dik, zo’n 1,5 tot 3 meter. Het heeft veel weg van waterreservoirs die we op eerdere reizen hebben gezien.
Na een kort bezoek van een kwartier gingen we weer de bus in. We reden naar het centrum van Mèknes, naar het restaurant van de lunch. We hadden nu tot kwart over twaalf om rond te lopen. We gingen als eerste naar de ‘gevangenis’. De gevangenis ligt onder de grond en is kleine versie van de graanschuren. Hier kwijnden vroeger christelijke dwangarbeiders, geketend aan de muren, weg. We liepen hierna door naar de Bab Mansour, een hele mooie en bekende poort in Mèknes. Gisteren hebben we gegeten op een terras dat uitkeek op de Bab Mansour. De poort geeft toegang tot een dure woonwijk. Na een foto genomen te hebben lopen we door. Leonie wil graag de soeks zien. We lopen langs het plein dat aan de Bab Mansour ligt. Volgens het boekje moeten we nog een stukje, maar Jantien ziet een winkelstraat aan de rechterkant en we besluiten daar heen te lopen. Een soek is immers niets anders dan een winkelstraat. De straat wordt langzaam smaller en we zien steeds meer gewone dingen in plaats van toeristenspul. We lopen nu op de plaatselijk soek. Veel mensen willen niet gefotografeerd worden, dus doen we het af en toe stiekem. Jantien heeft het kleine fototoestel in haar hand en fotografeert zonder te kijken wat precies. Sommige foto’s zijn best mooi geworden. We lopen de hele soek door en komen weer uit op de grote straat waar we begonnen waren. We lopen terug naar het plein.
Aangezien we nog tijd genoeg hebben lopen we het plein rond langs de winkels. We zien ineens een doorgang en staan nu in de overdekte soek, die voor de helft gevuld is door toeristen. Er zijn kraampjes met kruiden en olijven, die ze netjes hebben opgestapeld. Ook zijn er slagers, waar een enkeling nog bezig is met het splijten van een schapenkop of het scheren van een koeienkop. Leonie koopt wat Marokkaanse kruiden en we gaan richting de lunch. We zijn nog steeds te vroeg, dus gaan we naar het mausoleum van Moulay Ismail. Dit is om de hoek van onze lunchplek. Het is een gebouw met veel mozaïeken en verschillende ruimtes. Na een kort bezoek gaan we lunchen. Jantien heeft de traditionele soep en Leonie de lokale specialiteit, kip met citroen. Het smaakt alles erg goed en om een uur gaan we weer richting bus.
We rijden nu naar Moulay Idriss, de belangrijkste bedevaartplaats in Marokko. Moulay Idriss is de oprichter van de eerste Arabische dynastie en stichtte vermoedelijk Fes. Hij is begraven in het zicht van Volubilis en de stad is rond zijn graf ontstaan. Als niet-moslim mag je maar van een afstand naar het mausoleum kijken, maar we zien eigenlijk weinig. We besluiten met de helft van de groep de weg omhoog te nemen en van bovenaf een foto te nemen. We halen in het begin een aantal van onze groep in en lopen gestaag door. Na een paar straten beginnen de trappen. Moulay Idriss is op twee bergen gebouwd en we lopen nu op de een en op de andere ligt het mausoleum. Soms staan we even stil om te kijken waar we heen zullen gaan. De rest volgt ons gewoon en als wij fout gaan, gaan we waarschijnlijk allemaal fout. We kiezen steeds de weg die het meest omhoog gaat en na 6 minuten flink traplopen, zijn we bij het uitzicht. We nemen onze foto’s en gaan we naar beneden. Na een drankje stappen we in de bus en die neemt een toeristische route zodat we vanaf de weg ook van bovenaf kunnen kijken. De chauffeur vergeet echter helemaal te stoppen en we rijden dus maar door.
We rijden naar Volubilis, een oude Romeinse stad tegenover Moulay Idriss. Later is de stad nog bewoond door Berbers waar Moulay Idriss de leider van was. Er schijnen nog mooie mozaïeken te zijn, dus we zijn met z’n allen op zoek naar de mozaïeken. Leonie vindt het wel een mooi beeld geven van een Romeinse stad, maar Jantien heeft met Jerash (Jordanië) en Palmyra (Syrië) mooiere voorbeelden gezien. We lopen aan de hand van het boekje de site af en elke keer als er in het boekje staat dat er een mozaïek moet zijn zoeken we naar een houtje, die de afzetting aangeeft. We hebben twee uur de tijd, die we ook volledig benutten. Tijdens onze wandeling tussen de ruïnes komen er ineens heel veel beveiligingsmensen aan gevolgd door een Afrikaanse man in een mooi gewaad en een goud(kleurig)e staf met een vogel erop. Dit blijkt de koning van Benin te zijn die met zijn vrouw en gevolg de ruïnes komt bezoeken. Precies op tijd komen we bij bus en rijden we naar Fes.
We komen rond achten aan en gaan direct naar de kamer. De rest van de groep staan in de rij om per twee met de lift te kunnen, maar wij gooien de rugzakken op de rug en nemen gewoon de trap (net als gisteren trouwens). ’s Avonds gaan we naar een Marokkaanse avond. We zitten aan lage stoelen aan een lage tafel en in het midden van de zaal is ruimte vrij gehouden. Tussen de gangen door komen er buikdanseressen, een goochelaar, muzikanten en een oudere buikdanseres met een groot komisch talent. We vermaken ons zeker en ook het eten is goed. Leonie vindt het hoofdgerecht is te zoet, maar zij had er ook een mat veel suiker. Je kan het het best omschrijven als hartige baklava. Hij ziet er ongeveer hetzelfde uit, maar is gevuld met gehakt en ook zoet. Na het eten gaan we terug naar het hotel en naar bed.
dinsdag 19 oktober Casablanca – Rabat
Om 0.20 komen Peter en Leonie Jantien in Schiedam ophalen en rijden we richting Schiphol. Als we daar aankomen is het alleen druk in hal 3, de hal van de charters. We checken rond één uur in en lopen zonder oponthoud naar de gate. De vlucht staat op de borden om 3.00 met een vertraging van een uur. Op ons ticket staat gewoon 4.00, vreemd. Nu begint het wachten. Om de tijd te doden gaat Leonie een wandelingetje maken en komt terug met vers geperste sinaasappelsap bij de bar die 24 uur per dag open is. Jantien heeft in de tussentijd het reisboek kort doorgenomen. Het instappen is later dat gepland, want het vliegtuig is er nog niet. Uiteindelijk stijgen we kwart over vier op. De vlucht duurt ruim drie uur en we slapen allebei veel.
Om half zes landden we in Casablanca. We wilden allebei naar de wc, maar de eerste lieten aan ons voorbij gaan. Daar stond een enorme rij voor. De douane werkte uitermate traag. Als ze snel waren deden ze één minuut per persoon, maar vaker anderhalf of twee minuten per persoon. We kregen een nummer en een stempel in ons paspoort en we konden doorlopen naar de bagage. Toen we de tassen hadden hebben we daar ter plekke onze wandelschoenen geruild voor sandalen en Jantien heeft haar lenzen gepakt.
Als eerste reden we naar een terras aan zee waar we konden ontbijten. Het was kouder dan verwacht en we waren blij met ons fleece-vest. Daarna gingen we naar de grote moskee in Casablanca, de op twee na grootste moskee ter wereld. Die moskeeën in Mekka en Medina zijn groter. Om stipt negen uur gingen de deuren open en konden we met een grote groep naar binnen voor de Engelstalige rondleiding. De moskee is vooral groot. Het is net een normale moskee die opgeblazen is. De versieren zijn talrijk, maar niet verfijnd. Het dak was dit keer dicht, maar kan in principe open. Het is een schuif zoals op de ArenA, maar deze is alleen van bewerkt hout. Onder de moskee is een wasplaats, die kan je van boven zien, want op twee plekken is er een glazen vloer gelegd. Naast de wasplaats is ook een zwembad. Deze is nog nooit gebruikt en is bedoelt voor vrouwen. Aan de andere kant schijnt er een voor mannen te zijn, maar deze is ook nog nooit gebruikt.
In drie kwartier hebben we de moskee gezien en gaan we terug naar de bus. We rijden nu naar Rabat, de hoofdstad van Marokko. We beginnen met het koninklijk paleis. De koning heeft er meer dan 40 en ook nog een aantal buitenverblijven. De paleizen kosten 9% van het BNP, terwijl er maar 3% naar de gezondheidszorg gaat en 2% naar onderwijs. Marokkanen mogen het paleis niet meer bezoeken, vanwege een aanslag op de Amerikaanse ambassade een aantal jaar geleden. De koning is zelfs zo bang voor zijn eigen onderdanen, dan zijn lijfwachten ook geen Marokkanen meer zijn. Eigenlijk moet je een officiële gids nemen, die erg veel geld vraagt voor erg weinig werk. We rijden met de bus naar de poort en zijn bedacht op problemen en een hoop gepraat, maar we mogen gewoon doorrijden. Het is enorm ruim opgezet en er ligt ontzettend mooi asfalt. Alle ministeries zijn hier ook gevestigd, inclusief het ministerie van Geloof, dat elke vrijdag het vrijdagsgebed voorschrijft. “Belangrijke” ambtenaren wonen ook op dit complex.
De volgende stop is de dodenstad der Meriniden. We worden opgewacht door drie mannen die dansen en muziek maken. Nadat iedereen zijn of haar foto’s heeft gemaakt betaald onze gids, Saskia, een groepsfooi. Binnen blijkt dat we op een heuvel stonden, want de weg loopt naar beneden. We komen eerst langs de restanten van een Romeinse stad. Nog iets lager zien we een minaret en wat graven. Helemaal beneden is een mooi pad tussen een hoop planten.
We rijden met de bus naar de Hassantoren en het mausoleum van Mohammed V. De Hassantoren staat op een plein vol met zuilen. De ingang van het plein wordt bewaakt door twee ruiters te paard. Er is speciaal een bak met aarde in de straat aangelegd waar de paarden wacht houden. Op het plein had een enorme moskee moeten komen, maar toen de initiatiefnemer plotseling dood ging zijn ze ermee gestopt. De toren had een minaret van 87 meter moe ten worden, maar hij is maar tot de helft gekomen (44 m). Tegenover de minaret op het plein is het mausoleum van Mohammed V. Het heeft vier ingangen en wordt overal bewaakt door wachters. Sommigen vinden hun werk leuk en gaan graag met mensen op de foto en anderen doen steeds een stap opzij als ze zien dat ze in beeld zijn.
We eindigen in Rabat met een wandeling door de smalle straatjes. De onderkant van de huizen is blauw geschilderd omdat muggen dan wegblijven. de bovenkant is wit, tegen de warmte van de zon. Na een korte wandeling eindigen we op een terras met uitzicht over de zee. Hier drinken we wat en daarna gaan we naar de bus. We rijden nu naar Meknes, waar we ook zullen slapen.
In het hotel aangekomen hebben we net de tijd om onze tassen op de kamers te zetten en dichte schoenen aan te doen, want het koelt behoorlijk af. We gaan met bijna de hele groep eten in een restaurant met uitzicht op de beroemde poort van Meknes. Het eten smaakt goed en is veel meer dan iedereen verwacht had. We beginnen met een hoop schaaltjes met kleine “salades”, daarna het bestelde hoofdgerecht en een fruitsalade als toetje. Vlak voor het toetje blijkt dat we een Marokkaanse beroemdheid in ons midden hebben. Deze man is erg goed in spektakel. Hij heeft een act met kleine glazen met brandende kaarsen erin. Deze balanceert hij, terwijl hij allerlei bewegingen maakt. Aan het einde zet hij bij een aantal mensen ook zo’n glas op het hoofd, waaronder Jantien. Ze durft apart adem te halen, omdat ze bang is dat het glas anders valt. Als de man het glas op komt halen pakt hij haar neus vast en beweegt die heen en weer. Het glas wiebelt, maar valt niet en de man pakt het weer van haar hoofd.
In het hotel gaan we direct slapen, het is een erg lange dag geweest.
route Marokko
Heel vroeg op dinsdag 19 oktober gaan we naar Marokko voor een week. Hieronder staat onze route:
di 19 okt Heenvlucht – Casablanca – Rabat – Meknès
wo 20 okt Meknès – Volubilis- Fès
do 21 okt Fès
vr 22 okt Fès – Benni Mellal – Marrakech
za 23 okt Marrakech
zo 24 okt Marrakech
ma 25 okt Marrakech – Casablanca – Terugvlucht
