10 juli – Palmyra

Vanochtend om 6.00 ging de wekker en konden we alles inpakken, want vandaag gingen we naar Palmyra. De Romeinen hebben in Palmyra gezeten en er staan nog een hoop overeind.
Voordat we naar de graftoren en grafkelder konden moesten we wachten op de man met de sleutels. Zowel de garftoren als de grafkelder zijn een soort mortuarium, waar je de mensen zo in kan schuiven. De toren was alleen een familiegraf en in de kelder kon je een plek huren. In de kelder waren de plekken ook smaller, wat betekende dat je op je zij werd gelegd.
Na dit bezoek was het tijd voor de lunch. Toen we op straat liepen komt er ineens een man uit een cafe gerend en zegt dat we Nederlanders zijn en dat we binnen moeten komen. Wij kijken een beetje vreemd, maar als de naam Dionne valt snappen we het. Dionne zit inderdaad binnen en wij gaan erbij zitten. De man blijkt Mohammed te zijn en een kennis van Dionne. We krijgen heerlijke versgeperste sinaasappelsap, linzensoep en een pannenkoek met veel chocolade en banaan. Op den duur vraagt Mohammed of Jantien even mee loopt en ze gaan naar het dakterras. Daar hangen allemaal soepjurken en hij vraagt Jantien er een aan te trekken en ze gaan weer naar beneden. De ongelofelijk lelijke jurk blijkt een cadeau. Jantien trekt hem wel direct uit, veel te synthetisch, maar neemt hem wel mee.
Na de lunch gaan we even uitrusten van de hitte, 42 graden, om om 4 uur richting museum te gaan. In het museum zijn de standbeelden van de Romeinse stad te zien. Veel zien er nog goed uit en we nemen af en toe stiekem een foto. Hierna is de ruine zelf aan de beurt. Hoewel het dus al wat later is blijft het heet. We ploegen door de oude stad die een aanzienlijke omvang heeft. De zuilengang staat voor een groot gedeelte nog overeind en het theater is mooi gerestaureerd.
Om half acht verzamelen we bij het hotel naast de ruines. We gaan met de bus de berg op om de zonsondergang te bekijken. Terwijl we wachten worden we behoorlijk lastig gevallen door verkopers die vanalles aan ons kwijt willen. We kopen niets, maar een paar van onze groepsgenoten veranderen in bedoeien en palestijnen (door zo’n theedoek op hun hoofd te doen). De zonsondergang is niet heel bijzonder, al gaat het laatste stuk onverwacht snel. Na de zonsondergang gaan we weer de bus in en terug naar de stad om te gaan eten. We eten in een tent op het dakterras van Mohammed. We zitten op de grond aan lage tafels. Het eten smaakt heerlijk en ook de verse jus is weer goed. Na het eten krijgt de vrouw uit onze groep die geholpen had bij het uitdelen ook een jurk cadeau. Mohammed moet er blijkbaar vanaf. Mohammed vraagt aan een aantal of ze nog even blijven en nodigt ze uit een thee en een waterpijp. Jantien blijft nog even met drie anderen. Het is gezellig, maar na dat ene kopje gaan ook wij terug naar het hotel.

9 juli – Damascus

Om 8.30 gingen we ontbijten. Het blijft raar om te ontbijten met  cake en Arabische pannenkoekjes. Na het ontbijt was de eerste stop het Nationaal Museum. Omdat veel taxichauffeurs niet weten waar dat is, lieten we ons afzetten bij het Four Seasons Hotel. De taxichauffeur zette ons voor de ingang af en de deuren werden voor ons opengemaakt. We zijn uitgestapt, hebben ons verontschuldigd en zijn de straat overgestoken. Na wat zoeken hadden we de ingang gevonden. Het museum is een geval apart. Een aantal zalen zijn gesloten maar een suppoost is best bereid je dat te laten zien. Het is dan wel zo aardig als je hem dan een fooi geeft. Op deze manier hebben we fresco’s uit een hele oude synagoge uit Doura Europas gezien, een graftombe uit Palmyra, bogen en een kamer uit het Azem paleis.
Na het museum zijn we Arabische wiskunde boeken gaan kopen en hebben we over de handwerkmarkt gelopen. Toen was ons geld op en moesten we wisselen. Wij gingen een bank binnen en vertelden dat we euro’s wilden wisselen. We kregen van een man een nummer en gingen zitten. Toen we aan de beurt waren zei de vrouw achter de balie dat ze vandaag geen euro’s wisselden. We zeiden dat het net wel goed was en dat we niet voor niks willen wachten. De vrouw zei sorry en daar konden we het mee doen. Janneke is toen de man bij de ingang gaan halen en die regelde even dat het wel kon.
Als lunch namen we een mueslireep en we gingen direct door naar het Azem paleis. Toen we een taxi zochten kwam een wat oudere man naar ons toe en zei iets in het Frans wat we niet verstonden. Hij vroeg daarna in het Engels of hij ons kon helpen. Hij heeft ons geholpen met de taxi. Hij heeft nog heel duidelijk gemaakt dat we niet te veel moesten betalen, aangezien het heel dichtbij was. Toen de taxi wegreed vroeg ik of de meter aan kon, maar de taxichauffeur zei "100", daarop antwoorden wij "nee 50", maar de taxichauffeur bleef 100 zeggen, wat echt te veel is. Toen Janneke riep dat de taxi moest stoppen, zodat we eruit konden was 50 wel genoeg.
In het Azem paleis bleef Janneke onder een boom wachten, die heeft het natuurlijk al eens gezien en Jantien liep de kamers even af. Alles staat er in het Arabisch of het Frans, dus allebei voor mij niet te begrijpen. Om het echter te laten lijken hebben ze overal hele lelijke, slechte gelijkende poppen neergezet die de situatie uitbeelden. Zo is te zien hoe een school eruit zag, een cafe en slaapkamers.
Na dit bezoek moesten we opschieten, want we hadden afgesproken bij de Hamam (badhuis). De rest was er al en wij zouden dus iets later komen. Toen we in de christelijke wijk op zoek waren naar de Thomaspoort, de Hamam is daar vlakbij, komt er een man aanlopen die zegt: "Ik herken jullie, herkennen jullie mij". Het was dezelfde man die ons met de taxi had geholpen.
In het badhuis moet je eerst stomen in een ongelofelijke hete kamer. Daarna werd je hardhandig geschrubt en daarna volgde een minieme maar pijnlijke massage. Daarna moest je je inzepen en afspoelen met koud water. Interessant om eens mee te maken, maar zeker niet iets wat ik dagelijks zou doen. Na de Hamam zijn we wat gaan drinken. Janneke nam nog een tweede glas terwijl Jantien een foto ging maken van een straatnaambordje. Toen Jantien langs de stadmuur Janneke tegemoet liep kwam er een man op haar af en vroeg waar ik vandaan kwam. Hij wenste me welkom in Syrie en bedankte me meerdere malen dat ik zijn land kwam bezoeken. Toen Janneke in beeld kwam heeft hij dat nog een aantal malen herhaald, waarna hij afscheid nam. De mensen zijn echt blij dat je als toerist het land komt bezoeken en ze zijn heel open en aardig.
Terug in het hotel hebben we een tijd achter internet gezeten en met behulp van webcams lijkt thuis heel dichtbij. Na de internetsessie moesten we opschieten, want we wilden naar de verhalenverteller. we wilden weer een taxi nemen, maar dat mocht van deze chauffeur niet, het was echt te dichtbij en zonde van je geld. We zijn dus maar gaan lopen en na een tijd kwam er een man naast ons lopen. Het was een Iranier die Arabisch gaf aan middelbare scholieren, dit heeft hij namelijk vaak herhaald. Deze man ging niet uit zichzelf weg en bleef met een meelopen. Terwijl we door de souq liepen, zei hij steeds dat hij kon helpen om dingen te kopen, maar dat wilden we niet. Toeb hij ool zijn hand op onze rug legden hadden we het helemaal gehad. Jantien hoopte dat negeren zou helpen, maar hij bleef ons volgen. Toen zei Jantien vrij hard, zodat ook anderen het konden horen "Bedankt voor de hulp, maar we gaan nu alleen verder". Toen taaide hij direct af, hadden we eerder moeten doen.
Toen we het theehuis binnenkwamen was het verhaal al in volle gang. Een oudere man vertelt met veel gebaren een verhaal en de omstanders reageren hierop. Hoewel we geen woord Arabisch verstaan is het een prachtig gezicht. Na het verhaal, het was al 21.00, gingen we op zoek naar een restaurant. Dit hadden we snel gevonden. Het was een dakterras naast de Omayyadenmoskee. We hadden een mooi uitzicht en het eten was erg goed, vooral de honingmosard kip van Janneke. Na het eten zat de dag er weer op.

8 juli – Damascus

Om half acht ging de wekker en moesten we eruit. Het was allemaal nog wat onwennig en het duurde even voordat we alle spullen hadden. Om half negen had Dionne, de reisbegeleider, een praatje, waarna wij zijn gaan ontbijten. Het ontbijt is wel anders dan je gewend bent. Je kan olijven, tomaten, van die arabische pannenkoekjes en kikkererwtenmoes krijgen. Er is gelukkig ook jam en eieren, maar ze hebben alleen van dat zoete houdbare brood en heel zoet sap.
Na het ontbijt hebben we een taxi genomen naar de oude stad en zijn we er bij de souq uitgegaan. Het is een hele lang overdekte gang met aan beide kanten kleine winkels. Het ziet er heel apart uit. Ondanks dat er veel te koop is hebben we niets gekocht. Het zijn toch allemaal spullen die je niet nodig hebt, zoals bruidskleding, schoenen, hoofddoeken en waterpijpen. Na de souq loop je direct tegen de Omayyadenmoskee op, de oudste en grootste. We moesten uiteraard eerst zo’n jurk aan voordat we naar binnen mochten. Het plein vond ik heel mooi en groot, maar de moskee vond ik minder indrukwekkend. Er werd heel erg opgelet dat vrouwen in het vrouwengedeelte bleven en mannen in het mannengedeelte. In de moskee zelf staat een klein gebouwtje, waar de tombe van Johannes de Doper in ligt, maar die is slecht te zien. Iets wat ik heel opmerkelijk vond is dat ze in de moskee van die tijd-thermometers (34 graden) hadden opgehangen, van die dingen die wij langs de snelweg hebben. Dit was een gek gezicht.
Na de moskee hebben we even op een terras gezeten, waarna we door de christelijke wijk van de oude stad zijn gelopen. We begonnen honger te krijgen, maar er was geen restaurant te zien. Als je echter goed ging kijken waren ze er wel, maar het enige wat je zag was een klein bordje op een grauwe deur in een grauwe straat. Achter die deuren zijn de restaurants verborgen. We bestelden een Syrische Crook Madam (zo schrijven zij het), deze is met kip, mozarella en veel coctailsaus. Na deze hele maaltijd, je kon amper zien dat we iets gegeten hadden, gingen we verder. We gingen nu op zoek naar de Oostpoort. Die stamt uit de tijd van de Romeinen. Na een aantal keer verkeerd te zijn gelopen hebben we het toch gevonden. We hebben een slecht kaartje en het zijn een hoop kleine kronkelige straatjes. De poort ziet er precies zouit als op het plaatje. Na de poort gingen we naar de kapel van Ananias. Deze is ook klein, maar wel heel bijzonder. Hij stamt uit de eerste eeuw en ligt onder de grond, op het vroegere straatniveau. Dit is een heel bijzonder kerkje. Na deze kerk zijn we weer naar de poort gelopen, waar we een taxi naar het hotel hebben genomen.
’s Avonds gingen we weer met z’n allen eten. We gingen naar een restaurant waar allemaal voorgerechten werden geserveerd. Er was vanalles, voornamelijk vegetarisch. Ze hadden in het restaurant een tent gebouwd en daar zaten wij in op lange bankjes. Er stonde lage tafels voor die snel met allerlei eten gevuld werden. Ze hadden allemaal aparte dingen zoals peterseliesalade, vreemde pizzaatjes, een soort kaassoufle en nog veel meer. Het smaakte goed en was zeker leuk om eens te proberen.

7 juli – naar Damascus

Om 3.30 ging de wekker en pakten we de laatste dingen in. Gisteren was Janneke erachter gekomen dat ze haar bergschoenen kwijt was en ze had de "hele" nacht liggen denken waar ze zouden kunnen zijn, maar ze wist het niet. Toen Leo alvast de koffer naar de auto bracht, bleken de schoenen in de achterbak te liggen. Dus om 4.15 gingen we met alle spullen richting Schiphol. We waren er ruim op tijd en konden direct inchecken. Na wat gewinkeld en gewacht te hebben konden we aan boord. Na een korte vlucht kwamen we in Wenen aan op het moment dat onze volgende vlucht zou gaan boarden. Gelukkig was het maar 10 meter lopen naar de gate. bij de gate bleek dat er twee mensen te veel mee wilden en voordat ze vrijwilligers hadden gevonden mocht niemand aan boord. Het duurde ongeveer een half uur voordat ze gevonden waren. Eerst werd er maar 200 euro geboden, maar later 400 euro of 600 euro in tickets. Wij konden ons natuurlijk niet opgeven als vrijwilliger, want we hebben een groepsvisum. We zouden alleen het land niet in komen.
Na een paar uur vliegen landden we in Damascus. Het is een klein vliegveld waar nog veel aan verbouwd wordt. Na de bagage hebben we geld gewisseld en zijn we naar het hotel gegaan. Daar hebben we wat rondgehangen tot we om half acht in de lobby moesten verzamelen. We gingen met de hele groep uiteten. Bij het eten zaten we aan verschillende tafels, dus we hebben maar met vier mensen van de groep gepraat, maar het was gezellig. Na het eten was het tijd voor een heerlijk bed.