Om half negen moesten we weer verzamelen. We hebben vandaag een andere chauffeur dan de afgelopen dagen. Als we aankomen lopen staan er al een aantal tassen voor het bagageruim en wij moeten van de chauffeur onze spullen mee de bus in nemen. Dit vinden we onzin, want nog niet eens de helft van de spullen wil hij onderin stoppen, terwijl de vorige chauffeur alles erin kreeg. Als je ook in het bagageruim keek, zag je een hele hoop lege ruimte. Na het nodige aandringen stopt de chauffeur onze tassen in de bus zonder al te veel te moeten duwen.
Om 10.30 rijden we door een tunnel en horen we ineens een harde knal gevolgd door een klappend geluid, we hebben een klapband.
Gelukkig heeft de bus dubbele wielen en is er op de wegligging weinig effect, in ieder geval voor ons onmerkbaar. Net na de tunnel zet de chauffeur de bus bij een afrit neer. Niet de meest gelukkige plek en gaat kijken wat de schade is. Het blijkt inderdaad een klapband te zijn. Het is alleen de binnenband achter aan de rechterkant. Omdat ze hier links rijden is dat dus aan de kant van het verkeer. We staan bij een op- en afrit en dat maakt het voor het overige verkeer, voornamelijk vrachtwagens moeilijk om de weg op te rijden. De chauffeur gaat daarom maar het verkeer regelen. Na een uur bedenkt de chauffeur zich en besluit heel rustig verder te rijden naar een betere plek. Ongeveer een kilometer verder is er een kleine parkeerplaats waar we stoppen. Om elf, dus na anderhalf uur wachten komen de hulptroepen. Twee mannen in een busje vol met het juiste gereedschap komen de band maken. Binnen een kwartier hebben ze de band van de reserveband op de oude velg gelegd en alles weer gemonteerd. We kunnen weer verder.
Om kwart over een komen we aan bij Himeji. Daar is het Shirasagi-jo, het witte reiger kasteel. Helaas staat het al een aantal jaar in de steigers dus is het niet zo boeiend om te zien. Er is wel een gebouw aan de zijkant wat je in mag, maar daar zie je eigenlijk alleen maar lege kamers met houten vloeren.
Naast het kasteel ligt een tuinencomplex. Het bestaat uit allemaal kleine Japanse tuinen. Hier lopen we wat rond en proberen bijna elke route uit. Met nog een uur te gaan besluiten Janneke en Jantien terug naar de restaurants te lopen. Om het hoekje zit volgens Janneke een restaurant waar ze ijs met vruchten verkopen en dat blijkt ook zo. We bestellen twee ijscoupes. Als we die ophebben krijgen we allebei een schrift van de eigenaresse. Jantien om een stukje te schrijven en Janneke om de andere stukjes te lezen. Ze zijn al bij schrift nummer 23, dus ze doen dit al jaren. We moeten ook toegeven dat we dit restaurant er beter uitvinden zien en een betere kaart vinden hebben dan waar we net gegeten hebben. We hadden liever hier de lunch gegeten.
Om kwart voor vijf rijden we weer verder. Om wat tijd goed te maken nemen we een stuk snelweg. We komen helaas wel in de file, dus alles duurt wat langer dan gepland. De chauffeur moet als hij ons heeft afgezet ook nog terug en hij verwacht pas om een of twee uur thuis te zijn.
Om kwart over acht komen we aan bij het hotel. We eten wat op de kamer van onze voedselvoorraad. We hebben vandaag noten, gedroogde vruchten en een soort krentenbollen gekocht. De krenten in de krentenbollen zijn echter zoete bruine bonen. Het is niet vies, maar wel heel droog.
woensdag 24 juli Miyajima – Hiroshima
Om half acht vertrekken we met de bus. We moeten best een stuk rijden vandaag en daarom vertrekken we ook vroeger dan normaal.
Om half voor elf zijn we bij de ferry. Een kwartiertje later vertrekken we naar Miyajima. De overtocht duurt maar tien minuten en je ziet de oranje drijvende torii, tempelpoort al van verre. De groep loopt min of meer gezamenlijk naar de schrijn. Op deze weg passeer je de foto plek voor de tempelpoort. Deze staat los op de zeebodem, maar blijft vanwege zijn gewicht staan. De schrijn is een lange weg van vlonders met halverwege een plaats waar een ceremonie plaats vond. Ook staat er een prachtige soort draagstoel.
Na de schrijn lopen Monique, Dirk, Edith en Jantien verder naar de Daisho-In tempel. Hiervoor moeten we heuvel op. De toegang tot de tempel is een lange rechte trap. De trapleuning in het midden bestaat uit allemaal kleine gebedsmolentjes, die je al trap oplopend kan laten draaien. Halverwege de trap ziet Jantien ineens dat er aan de linkerkant ook een andere weg omhoog is.
Deze weg wordt geflankeerd door heel veel Boeddhabeelden. Jantien besluit terug te lopen en die weg te nemen. Als ze eenmaal boven is, is Janneke daar ook, zij heeft de taxi omhoog genomen. We bekijken de verschillende gebouwen en besluiten dan weer naar beneden te gaan, maar via het Boeddhapad. We lopen samen de weg terug die Jantien ook heen heeft gelopen, dus ook langs de schrijn. Het is grappig om te zien dat het water nu al aanzienlijk lager staat dan een uur geleden.
Om half twee verzamelen we bij de ferry en zijn in 10 minuten weer aan de overkant. We lopen naar de bus en rijden verder naar Hiroshima. Hier komen we om tien voor drie aan. We stappen uit bij het vredespark. Hier staat een vredesklok, het vredesbeeld en een vredesbeeld voor de Koreanen. Een van de redenen om een atoombom op Hiroshima te gooien was, dat ze er vrij zeker van waren dat er geen geallieerde krijgsgevangenen zaten. Er zaten wel een hoop Koreaanse dwangarbeiders, die dus slachtoffer van de bom geworden zijn en vandaar het monument.
Janneke zoekt een mooi plekje op in de schaduw en Jantien gaat naar het atoombommuseum. Dit is groter van opzet dan het museum in Nagasaki. Ze hebben twee maquettes, een voor de bom en na de bom. Ook hebben ze een straat nagebouwd als ware de bom net gevallen. Er is een muur met daarop alle protestbrieven. Deze zijn geschreven door de burgemeester van Hisoshima elke keer als er weer ergens een nucleaire test gedaan wordt.
Na het museum loopt Jantien weer terug naar Janneke en samen lopen ze de winkelstraat af. Aan het einde van straat moeten we namelijk om kwart voor zes verzamelen. We zijn ruim op tijd, namelijk een uur te vroeg. Jantien loopt daarom even met Ben naar een boekenwinkel om getallenkruiswoordraadsels voor een collega te kopen. Er zijn drie verschillende, dus ze koopt ze alle drie. Terug gekomen op het plein, bellen we even naar Leo in Nederland. De eerste keer gaat het even mis, maar de tweede keer krijgen we contact. Het gaat allemaal goed thuis, alleen het is er nogal warm. Hier in Japan is het gelukkig warmer en natter, dus valt het in Nederland nog wel mee.
Als we er allemaal zijn gaan we naar een restaurant waar we aan een bakplaat worden neergezet. We zitten heel dicht op elkaar zodat het net past. Voor onze neus wordt het klaargemaakt. Eerst worden er kleine pannenkoekjes gemaakt. Daar wordt een hele berg kool opgelegd, dan komt er zeewier op, gevolgd door lente-ui, taugé, cornflakes en een extra laag naar keuze, zoals garnalen, bacon of inktvis. Daarop komt een ei en om het af te maken een dikke laag donkere saus. Je eigen creatie wordt voor je neergelegd op de bakplaat en je moet er zelf een stuk afsteken met een plamuurmes. Dat kan je dan in je bakje leggen en dan met behulp van stokjes opeten. Het is een hele maaltijd, die ook bijna niemand op kan, maar het smaakt wel lekker.
Om zeven uur gaan we richting de bus, die kwartiertje lopen verderop staat. Het is dan nog twee uur naar het hotel terug waar we om half tien aankomen. Jantien loopt wat voor Janneke uit, zodat ze een lift eerder heeft en de sleutel al vast kan ophalen. Terwijl Freddy op het knopje negen drukt leunt Jantien tegen de liftwand. Het voelt alleen een beetje vreemd en als ze kijkt, blijken er ook aan haar kant knopjes te zijn en heeft ze alle even knopjes ingedrukt. Het duurt dus even voor we boven zijn en als onze liftdeuren opgaan, loopt Janneke net voorbij.
dinsdag 23 juli Kurashiki en fietstocht
Vandaag is er een fietstocht door de omgeving. Janneke gaat niet mee en blijft in het hotel. Zij gaat de was doen. Op de twaalfde verdieping staan twee wasmachines en twee wasdrogers die op munten werken. Het kost twee wasbeurten en een van de droger om alles te wassen. De spullen die niet in de droger mogen hangen nu in de hotelkamer te drogen.
Jantien verzamelt om 8.15 in de lobby voor de fietstocht. We gaan eerst met de trein naar Soya, dit is de tweede stop. Daar zijn we iets voor negen uur en om negen uur gaat de fietsverhuur open. Na een paar minuten komt er een vrouw aan en worden de fietsen verdeeld. Ze zijn voor bijna iedereen te klein, maar voor Jantien niet. Het zadel moet wel op z’n hoogst, maar dan is de fiets perfect. In totaal is de fietstocht 18km lang en we doen er ongeveer drie uur over.
Onderweg stoppen we drie keer. Bij de eerste stop staat een man ons mooi aangekleed op te wachten. In de omgeving is een Japanse tuin. De man neemt ons mee naar binnen en laat wat prenten en een typisch Japans instrument zien.
Het is vandaag trouwens weer heerlijk warm 33 graden en 55% luchtvochtigheid. De tweede stop is bij een pagode. Vlak voor pagode gaat het een beetje steil omhoog en een aantal mensen voor me stappen af en blokkeren daarmee de weg, waardoor iedereen nu omhoog moet lopen. Bij de volgende etappe zorgt Jantien er ook voor dat ze wat verder vooraan zit. De pagode ziet er mooi uit en eromheen lopen is heerlijk. Je loopt dan in de schaduw en het waait er behoorlijk omdat het op een heuveltje staat. Als we weer verder rijden blijkt dat we nog niet iedereen hebben. We wachten naast een groep bomen met allemaal zakjes erin. Bij nadere inspectie blijkt in elk zakje een perzik te groeien.
De laatste stop is bij een Japanse schrijn. Voor we aan de trappen beginnen gaan de meesten een ijsje aan de overkant van de weg kopen, zo ook Jantien. De trappen naar de schrijn zijn volgehangen met lampions. Het complex zelf is ruim opgezet en ziet er mooi uit.
We moeten nu nog een klein kwartier verder fietsen voor we bij het station zijn. Hier leveren we de fietsen in. In de reisbeschrijving staat dat je ook terug kan fietsen, maar ik geloof niet dat ik de weg gevonden zou hebben. Iets meer dan de helft van de mensen, waaronder Jantien, besluit terug te gaan naar Kurashiki. De rest gaat door naar een Japanse tuin. We gaan met ze allen met de trein naar een groter station, daar gaan de twee groepen uit elkaar. We moeten ruim vijf minuten wachten. Om ons heen blijken alle Japanners in een rijen te zijn gaan staan. We besluiten dus maar aan te sluiten. We moeten een aantal haltes, maar het is geen probleem om op het juiste station uit te stappen. Op elk station is in ons alfabet het vorige, huidige en volgende station aangegeven. We weten dus een station van tevoren dat we eruit moeten.
Om half twee zijn we terug bij het hotel. Janneke en Jantien eten als lunch wat van de spullen die we gisteren bij de convini hebben gekocht. Daarna lopen we naar buiten en nemen een taxi naar Ivy square. Dit een een stuk waar alle gebouwen overgroeid zijn met klimopplanten. We lopen iets verder door en komen dan in het oude gedeelte van Kurashiki. Hier wandelen we wat rond. Het ziet er erg leuk uit Het leeft ook meer dan gisterenavond. Er is een soort Japanse gondel en er zijn riksja’s, maar in plaats van een fiets, word je voortgetrokken door een rennende Japanner.
Als we uitgekeken zijn lopen we naar de grote weg in de buurt en proberen we een taxi aan te houden. We staan er helemaal nog niet lang tot een vrouw op de fiets een praatje met Jantien begint. Ze heeft het over het warme weer en vraagt of we naar het station moeten. Jantien zegt ja, omdat het hotel aan het stationsplein ligt. Ze rijdt verder en komt dan weer terug. Blijkbaar staan er om de hoek taxi’s te wachten. Ze zegt dat we moeten blijven staan en zij zal er een halen. Terwijl we hierop wachten komt er een vrouw uit de winkel tegenover ons aanlopen in haar werkkleding om ons attent te maken op de taxi’s. Blijkbaar straalt het van ons af dat we een taxi willen. De eerste vrouw komt inderdaad met een taxi de hoek om en wij stappen in. De vrouw van de winkel rent daarna weer terug. Aangezien we een aantal stoplichten hebben, houdt de vrouw op de fiets ons makkelijk bij. Als we uitstappen staat ze al klaar om te helpen. Ze probeert ons te vertellen hoe we zonder trappen, het station in kunnen komen. We leggen uit dat we er al zijn, want we moeten naar het hotel. We bedanken haar nogmaals en ze vervolgt daarna haar weg, terwijl naar de lift lopen.
’s Avonds besluiten we weer wat te gaan eten in het winkelcentrum aan de overkant van het stationsplein. We lopen de Italiaan binnen en zien Ben daar zitten. We sluiten bij hem aan. Als we ons eten op hebben blijven we nog even zitten om te praten, maar om acht uur gaan we terug. Ben eerst nog even langs de convini voor het ontbijt van morgen en wij direct naar het hotel.
maandag 22 juli naar Kurashiki
Vanochtend moesten we om half negen verzamelen, zodat we om kwart voor negen kunnen vertrekken. Dat was geen probleem, aangezien er wifi in de lobby is. Iedereen was al eerder naar beneden gegaan om nog wat te internetten, voordat we weggaan.
De eerste stop is bij Imabari, het begin van de bruggen van de Shimanami-highway. Deze weg verbindt negen kleine eilandjes met elkaar. Er is een klein informatiecentrum waar te zien is hoe ze de bruggen hebben gebouwd. Na een twintig minuten gaan we weer verder. De volgende stop is bij het eind van de bruggenroute bij Onomichi. Hier kan je naar een uitzichtpunt lopen en naar een tempel. Er is ook een restaurant waar ze Belgische wafels en spaghetti serveren. Jantien loopt eerst naar de tempel, maar vindt tempel niet heel indrukwekkend. De weg ernaartoe is zeker niet aan te bevelen. Hij is heel snel en vooral als je hem op de terugweg weer op moet, voel je dat goed aan je kuiten.
Janneke en Jantien bestellen allebei een Belgische wafel, die Jantien lekkerder vindt dan de wafels die je in België krijgt, omdat hier geen suikerklontjes inzitten.
De laatste stop die we maken is bij het vissersdorpje Tomo-no-Ura. Hier staat een kleine oude stenen vuurtoren. Je vraagt je af of die vroeger geholpen heeft, aangezien die zo klein is, maar hij zal er wel niet voor niets staan. We lopen wat rond en komen bij een winkeltje die de plaatselijk drank verkoopt. Ben noemt het kruidenjenever, maar Jantien vindt het meer iets weghebben van hoestdrank. Het is wat stroperig en smaakt heel zacht. Jantien die niet bekend staat als een alcohol liefhebber, kan dit drankje wel waarderen. In de winkel staan een plastic sneeuwpoppetje op zonne-energie te wiebelen. Dit past totaal niet bij de omgeving. De winkel heeft een open pui en het is goed warm. Zo’n wiebelend sneeuwpoppetje werkt dan echt op mijn lachspieren. Na een half uur hebben Evi en Jantien het wel gezien en voegen zich bij Janneke in een hotellobby. We hebben in totaal vijf kwartier, maar wij vinden het zo wel genoeg. Langzaamaan komen er steeds meer groepsgenoten eerder terug.
Rond half vijf komen we aan bij het hotel. De hotellobby zit op de negende verdieping en de kamers op de 10e, 11e en 12e verdieping. Janneke blijft in het hotel, terwijl Jantien met de andere naar het oude centrum loopt. Het ziet er mooi uit en heeft iets weg van het vissersdorp van vanmiddag. Rond half zeven is Jantien weer terug en haalt Janneke op om wat te gaan eten in het foodcourt in het warenhuis tegenover het hotel. Na het eten haalt Jantien nog wat boodschappen voor morgen.
zondag 21 juli
Vanochtend heeft Jantien bij de bakker aan de overkant wat sandwiches gekocht. Deze hebben we samen met de yoghurt die ze gisterenavond al had gekocht gegeten als ontbijt. Om half negen gingen we met z’n allen naar de tram. We gaan naar het kasteel van Matsuyama. Dit is een van de weinige nog originele kastelen. Helemaal waar is dat niet, want veel delen zijn niet zo oud, maar ze zijn wel steeds volgens de oude technieken herbouwd als het verwoest was of afgebrand.
Vanaf de tramhalte moeten nog 300 meter lopen naar de kabelbaan/stoeltjeslift. Deze hangen naast elkaar en waarom ze er allebei zijn is niet duidelijk. Wij nemen de stoeltjeslift. Het zijn eenpersoonsstoeltjes zonder voetenbeugel. Wel is er bijna de hele route een net onder de lift gespannen. Terwijl we in de lift omhoog gaan, zien we groepsgenoten omhoog lopen. Bovenaan de lift zijn we alleen nog niet bij het kasteel. We staan nu bijna bij de voet van de eerste muur. Het kasteel is op de heuvel gebouwd, dus we moeten zelf nog wel omhoog lopen. Het is erg warm vandaag, 35 graden, 55% luchtvochtigheid en geen wind. Dat laatste maakt het zo warm. Janneke krijgt zelfs zweetplekken op haar bovenbenen door een redelijk dikke broek.
De verdedigingsmuren zijn hoog en van grote blokken steen gemaakt. Ze zijn alleen niet heel glad en voor ons klim een kind tot een derde van de muur zo omhoog. Als zij het kan, kunnen de aanvallers dat natuurlijk ook. De verdediging is er alleen wel opgericht dat ze via de padden komen, want na elke poort is er een haakse bocht. Geen idee hoe vaak het kasteel ooit bestormd is en of het gewerkt heeft, maar apart is het wel wat je gewoon via de muur omhoog kan klimmen.
Het kasteel zelf is interessant, er is een trommel waar je op mag slaan en er liggen twee sets van de samoerai wapenrusting en die mag je aandoen. Freddy en Roderick besluiten dat te doen. Het kost heel wat tijd en hulp van anderen voordat ze het uiteindelijk aan hebben. Als Freddy denkt klaar te zijn, komt er een klein Japannertje, die aangeeft dat hij de rompbescherming verkeerd om heeft. Hoewel wij er behoorlijk lang overgedaan hebben omdat vast te maken heeft et Japannertje het zo omgedraaid, hij heeft dat vaker gedaan.
Verder is er in het kasteel wapenrusting en zwaarden te zien, alleen veel minder dan we een maand geleden in het wereldmuseum in Rotterdam hebben gezien. Je hebt boven wel een mooi uitzicht op de stad. De trappen in het kasteel zijn alleen niet zo prettig ze zijn heel steil en omdat je niet met je eigen schoenen naar binnen mag, loopt iedereen op plastic slippers.
We gaan het kasteel uit en drinken wat bij een restaurantje. Om half twaalf besluiten we naar beneden te gaan. Eerst moeten we weer een stuk naar beneden lopen, maar het laatste stuk kan weer met de stoeltjeslift. We lopen terug naar de tram en gaan richting de Dogo Onsen. Net nadat we uitgestapt zijn komt het oude treintje er ook aan, deze is van rond 1880. Normaal gesproken staat ie tentoongesteld bij dit station, maar soms rijden ze er ook mee, zoals vandaag.
We lopen via de winkelstraat naar de Dogo onsen en onderweg bekijken we de winkels. Ze hebben hele leuke dingen en we nemen ook het een en ander mee. Bij de onsen aangekomen gaan we even op een bankje zitten, waarna we weer teruglopen. Lopend door de winkelstraat horen we ineens vogels piepen. Er blijkt een nest van zwaluwen op een logo van een winkel te zitten. Heel apart dat ze zo’n drukke plek zonder groen hebben uitgekozen, echte stadvogels.
Het is bijna half twee als we weer bij het station zijn, waar ook de Bocchan-wind-up klok staat. Dit was de klok die elke half uur een hele show opvoert. We lopen naar het bankje en terwijl we gaan zitten begint de klok al. De klok schuift helemaal uit elkaar. Hij wordt hoger en aan de zijkanten gaan er ook allerlei panelen open.
Voor we in de tram stappen kopen we bij een convini wat eten voor de lunch. We nemen de tram terug naar het hotel, waar we op onze kamer de lunch opeten. We blijven de rest van de middag op de kamer, wat lezen of uitrusten. Het is best vermoeiend allemaal.
’s Avonds gaan we wat eten in de buurt van het hotel. Iets na achten wordt er op onze kamerdeur geklopt. Het zijn Freddy en Paul die naar een karaokebar gaan en vragen of Jantien meegaat. Ze had al aangegeven, dat ze dat wel leuk zou vinden. We gaan met z’n vijven, Paul, Freddy, Jasper, Roderick en Jantien, op weg naar de karaokebar om de hoek. Het is geen café zoals wij dat kennen.
Je moet je bij een balie melden en daar krijg je een kamernummer toegewezen. Er staan zelfs gekleurde lijnen op de vloer, zoals in het ziekenhuis, om je de weg te wijzen. Wij krijgen kamer 40. Het is een kamer van ongeveer 3 bij 3 meter. Naast de deur is een klein podium, er staat een hoek bank en op de laatste muur hangt de tv. Het duurt even voordat we een goed nummer hebben gevonden, maar als we eenmaal begonnen zijn slaat de meligheid toe en het is heel gezellig. We hebben vooraf aangegeven een uur te blijven, maar het wordt uiteindelijk anderhalf uur. Na een uur gaat ineens de deur open en Jules besluit ons te vergezellen.
We sluiten af met een drankje in de lobby dat we eerst bij de convini hebben gekocht, we konden namelijk geen café in de buurt vinden. Het was echter een geslaagde avond.